Kerstmis 2021

Drie broertjes – Maarten, Tom en Ruben – schrijven ieder een brief naar de kerstman.

Maarten - de jongste: 6 jaar - schrijft: “Beste kerstman, ik heb nog 2 broers. Tom is soms best wel aardig. En Ruben is ook soms wel aardig. En ik ben altijd aardig. Groet van: Maarten”.

Tom, die 8 jaar is, schrijft ook een brief: “Beste kerstman, vorig jaar heb ik niks fatsoenlijks van u gekregen. Het jaar daarvoor was het ook al niet veel. Ik ben nu 8 jaar en geef u nog een laatste kans. Groeten van Tom”.

En dan hebben we Ruben nog. Ruben is al 10 en begint te twijfelen of de kerstman wel echt bestaat en daarom schrijft hij voor de zekerheid maar een brief aan het kindje Jezus; die bestaat tenminste zeker. Ruben is een geslepen ventje. “Beste Jezus, u weet hoe goed ik het afgelopen jaar ben geweest…”. Maar nee, dat is niet erg overtuigend, en hij scheurt zijn brief kapot en begint opnieuw. “Beste Jezus, u weet dat ik GEPROBEERD heb aardig te zijn…”. Maar nee, dit is ook al niet overtuigend genoeg. Hij pakt een nieuw blaadje papier, kijkt eens in de kerststal en ziet daar het beeldje van Maria staan. Hij pakt zijn pen weer op en schrijft: “Beste Jezus, als je je moeder ooit nog terug wilt zien, moet je dit jaar wel met iets heel goeds aan komen zetten…”.

 

Hoe het verder afgelopen is, weet ik niet, maar Maria staat nog altijd overal in de kerststalletjes, haar kind omringend met haar moederlijke zorg. En heel haar verdere leven heeft Maria dat gedaan: zij stond aan Jezuszijde. Tot onder het kruis toe. Ook al is Jezus de Zoon van God, de aanwezigheid van Maria is van groot belang geweest. Zo vlak voor kerstmis komen we altijd Maria tegen in het evangelie, Maria die in verwachting is van haar Kind. Zij besefte het bijzondere van het Kind. Zij had de engel Gabriel geloofd, toen deze zei: gij zult een kind ter wereld brengen; Hij zal Zoon van God genoemd worden, Immanuel, Vredevorst…

Dat is inderdaad wat we met Kerstmis vieren. Niet een of ander sprookjesachtig verhaal, maar de geboorte van de Zoon van God. Een gebeurtenis die plaats heeft gevonden hier op aarde tussen mensen zoals u en ik.

 

Lang geleden regeerde er een wijze koning in Persie. Hij hield van zijn volk en wilde weten hoe zij leefden, hij wilde het wel en wee van zijn volk kennen. En dus verkleedde hij zich als een eenvoudige burger en ging de arme mensen bezoeken. Een van hen was een heel armoedige man die in een grot leefde. De koning ging naar hem toe en at het schaarse voedsel dat die man ook at en probeerde hem enigszins op te vrolijken, en dat deed hij zo een hele tijd. Later kwam hij nog eens op bezoek en onthulde aan de man wie hij in het echt was. De koning dacht dat de man vervolgens wel om geld of gunsten zou vragen, maar dat deed hij niet. In plaats daarvan zei de arme man: u hebt uw paleis en zaligheden verlaten om mij te komen opzoeken in mijn donkere armzalige onderkomen. U at wat ik at; u hebt mij wat levensvreugde en liefde gebracht. Anderen heeft u misschien grote kados gegeven. Maar aan mij hebt u uzelf gegeven!

 

Met Kerstmis vieren we dat Maria geboorte geeft aan de koning die zijn hemels Vaderhuis en zaligheden verlaat om met ons onze miserie te delen. Het gaat er met kerstmis niet om dat Jezus ons fraaie kados, giften of zegeningen geeft, maar dat Hij zichzelf geeft. En dat is het grote verschil tussen de fictieve kerstman en het  Kind in de kribbe. De kerstman rijdt in zijn arreslee door de lucht en geeft kados aan kinderen die braaf zijn geweest. Hij geeft zijn kados af en vervolgens verdwijnt hij. Jezus laat niet een kado achter om vervolgens te verdwijnen. Hij komt om bij ons te wonen, te leven het leven dat wij leven, als mens! Zijn kado is zijn aanwezigheid. En , net zoals in het verhaaltje van zojuist geeft de aanwezigheid van de koning veel meer voldoening dan het krijgen van kados van Hem. Tegen kados kun je niet praten. Tegen Jezus wèl! En dat is ook iets wat Maria heel goed begrepen heeft: zij was daar in het leven van Jezus, waar zij het meest nodig was. Zij beleefde haar vreugde niet door van alles van dit hemelse Kind te verwachten, maar door alles wat zij maar kon aan dit Kind te geven: moederlijke zorg, liefde. Juist dat was haar grootste gave aan dit Kind.

 

Willen we de betekenis van kerstmis begrijpen, dan moeten we niet stil blijven staan bij het prachtige kersttafereel in Bethlehem, maar verder met dit Kind op weg gaan: naar Egypte, naar Nazareth, uiteindelijk naar Jeruzalem. En kijk wat er onderweg gebeurt. Bijvoorbeeld als Jezus Zacheüs ontmoet. Jezus zegt iets vreemd: “Vandaag moet Ik in jouw huis te gast zijn”. Hoe onlogisch het ook was voor de verzamelde menigte, zo logisch is het voor Jezus dat Hij bij Zacheüs te gast moet zijn. Voor diegenen die het nog niet begrepen hebben, verklaart Jezus het zelf:  dat Hij in de wereld is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. Waarom? Zij die door iedereen gemeden worden (ook al hebben ze dat volledig aan zichzelf te danken), daar is Iemand nodig die hem in de ogen kijkt en zegt: mag ik bij jou te gast zijn? Wat er daar bij Zacheüs in huis door Jezus gezegd, we weten het niet. We weten alleen dat er in deze biecht een ware ontmoeting heeft plaatsgevonden, een gebeurtenis die zijn leven radicaal veranderd heeft. Zacheüs ziet in dat hij fout was en vindt hij dat hij de toegebrachte schade moet vergoeden.

 

Jaren geleden schreef de beroemde psychologe Anna Terruwe dat die ene zin uit het evangelie - “ik moet bij jou te gast zijn” - een grootse zin was en dat vele mensen met grote psychologische complexen ontzettend geholpen zouden zijn en veel van hun complexen al lang kwijt zouden zijn als er iemand in hun buurt zou geweest zijn die zoiets had gezegd: 'ik kom bij je langs, bij jou thuis, ik kom bij je eten.'

 

Denk aan die andere scène, daar in de tempel waar we de Farizeeër horen zeggen: ‘God zij dank dat ik niet ben zoals die tollenaar daar”. De tollenaar zegt op zijn beurt: “Heer, wees mij zondaar genadig”. Met wie zou u zich nu het liefst vergelijken; met die Farizeeër of met die tollenaar? U kunt natuurlijk denken dat u gelukkig niet zo hooghartig en protserig, zo zelfingenomen en elitair bent als die Farizeeër. Maar dan zegt u eigenlijk: ‘God ik dank u dat ik niet zo ben als die Farizeeër in dit verhaal.' Maar dat lijkt u eigenlijk juist heel veel op hem.

 

Met wie willen we ons vergelijken? Als we ons liever niet met de Farizeeër vergelijken, dan misschien met de tollenaar. Maar die tollenaar zegt: “God wees mij zondaar genadig”. Daarin horen we een woord, dat in deze tijd moeilijk valt; 'zondaar'. Ik mag graag het sacrament van boete en verzoening aanreiken aan de mensen; ja de biecht. Niet om mensen in te peperen dat ze toch maar heel zondig en slecht zijn, dat ze niets anders zijn dan slechtigheid. Wat dan wel? Dat de biecht een sacrament van genade is, van genezing en vergeving. Niet de schuldgevoelens staan centraal bij de biecht, maar de vergeving. Waar het Jezus om gaat is dat de tollenaar echt berouw had, dat hij zich bewust was van zijn zondig verleden en zo naar God ging. Jezus prijst het in die tollenaar dat hij zichzelf niet goedpraatte en dat hij bereid was dit aan God te belijden, om vervolgens een ommekeer te maken. Daarom ging de tollenaar gerechtvaardigd naar huis. De ander niet.

 

Het verhaal gaat dat koning Frederik de Grote op een dag de gevangenis bezocht. Hij sprak met de gevangenen. En de een zei dat hij onschuldig was, de ander dat er sprake was van een reusachtig misverstand, weer een ander dat er sprake was van een complot waarvan hij de dupe was en zo ging het maar door. Als laatste bezocht hij een veroordeelde.... die niets zei. Hij zweeg. “Nou”, zei de koning, ik veronderstel dat ook jij een onschuldig slachtoffer bent”. “Nee, Sire” – zei de gevangene – “ik ben schuldig en heb deze straf verdiend”. De Koning liet de cipier halen en zei: “Laat deze man vrij en stuur hem naar huis”. Het lijkt op wat Jezus zegt: Wie zich verheft zal vernederd worden; wie zich vernedert, zal verheven worden.

Als wij straks gerechtvaardigd naar huis willen gaan, wil je echt de vreugde van kerstmis ervaren, wil je echt vrede in je hart….dan weten we wat ons nu te doen staat. Weet dat Gods genade groter is dan onze grootste stommiteiten en ergste daden. Weet dat Hij je vrede en vreugde toewenst. God die naar ons toekomt; wat een genade! Zalig Kerstmis!

 

+Rob Mutsaerts

Nieuwsbrief EWTN.lc

 

Advent Van Dag Tot Dag

Advent Van Dag Tot Dag


Dagelijks te beluisteren een adventsoverweging naar aanleiding van het evangelie van de dag. Hieraan werken mee: pastoor Andy Penne, Pater Elias, bisschop Rob Mutsaerts.

Notenkraker?

De evangelist Lucas laat meteen in het begin van zijn evangelie blijken dat hij een nauwkeurig onderzoek heeft verricht naar wat er allemaal voorgevallen is. Nee, hij is geen sprookjesschrijver, maar eerder een historicus. Kijk eens als hij Johannes de Doper introduceert. Lucas geeft exact aan wanneer en waar dit was: in het 15e regeringsjaar van keizer Tiberius. Pontius Pilatus was toen landvoogd van Judea, en Herodes gouverneur van Galilea. 
Laten we eens een van deze historische figuren onder de loep nemen. Tiberius. Wie was deze Tiberius? Ik zal het u vertellen. Zijn ouders waren vooraanstaande mensen, die op een gegeven moment scheidden, zodat zijn moeder kon trouwen met de keizer: Caesar Augustus. Tiberius kon het niet vinden met zijn stiefvader, die hem overigens liet verbannen. Ver weg in ballingschap trouwde hij, en sloot later weer vrede met zijn stiefvader, de grote Caesar. Hij wordt verliefd op de dochter van Caesar (Julia), dus ging hij scheiden van zijn vrouw. Maar Julia (zijn nieuwe vrouw dus) rommelde nogal wat aan, en daarom deed Tiberius haar in de ban. Maar ondertussen was er nog geen troonopvolger, want het huwelijk had alleen maar dochters voortgebracht. Caesar adopteerde vervolgens Tiberius als zijn zoon, zodat hij de nieuwe keizer zou kunnen worden. 

Kunt u het nog volgen. Met zo’n scenario zou Goede Tijden Slechte Tijden jaren vooruit kunnen. Vooral als je weet dat de overige hoofdrolspelers Pilatus, Herodes, Annas en Kajafas zijn. En dat het vooral draait om machtsstrijd, intrige, lastercampagnes, hypocrisie en verraad. En dat allemaal in een tijd van oorlog, terreur, economische instabiliteit, oppervlakkige geloofsbeleving en moreel verval. Kortom: het is net als bij ons vandaag! 

Wat ik maar wil zeggen is dat Johannes de Doper optrad en preekte in de echte wereld in een echte tijd: in de tijd van Tiberius, Pilatus en Herodes. En zo is ook Jezus geboren in een land dat je op de wereldkaart kunt aanwijzen, ten tijde van machthebbers die je in geschiedenisboeken tegenkom en in een tijd die wat veel dingen betreft veel op de onze lijkt. En toch, als wij ons voorbereiden op kerstmis, doen we dat op een manier alsof het helemaal niets met ons anno 2021 te maken heeft. Alsof het geboorteverhaal van Jezus plaatsvindt in een sprookjeskoninkrijk – zoiets als het verhaal van de familie Stahlbaum in de Notenkraker – bestaande uit knipperende lichtjes, grote cadeaus en een gezellige, warme kerstsfeer. 

De kern van kerstmis is eigenlijk iets totaal anders: God wil ons hier en nu ontmoeten, hier op de plaats waar u nu woont in 2021, in een wereld met gestresste mensen, een pandemie, loslopende dwazen en politieke baantjesjagers. Jezus kwam in een wereld van angstige mensen, stervende mensen, mensen op zoek naar iets zinvols en echte vreugde. Dat was toen, dat is vandaag net zo. In deze wereld moeten wij ons voorbereiden op de komst van de Verlosser, op de komst van het Kerstkind. Dat is wat Johannes destijds riep en vandaag de dag roept. 

In de kerstnacht zal Lucas het nog eens benadrukken dat we met een historische Jezus te maken hebben, die geboren werd in de tijd dat Augustus keizer was, en Quirinius landvoogd. Maar dan richt Lucas zijn schijnwerper op Maria en Jozef en uiteindelijk het Kind: Hij is het om wie het draait. Het blijkt God zelf te zijn die ons leven komt delen. 

2000 jaar geleden verkondigde Johannes de Doper dit aan de inwoners van Jeruzalem en Judea, in het regeringsjaar van keizer Tiberius en landvoogd Pontius Pilatus. In 2021 roept hij het tegen de inwoners van Nederland, in het regeringsjaar van Mark Rutte, minister president van Nederland, en Wim Eijk kardinaal is kardinaal van de Nederlandse kerkprovincie. Johannes roept tegen alle lezers van de Paarse Pepers: bereid de weg voor de Heer, maak zijn paden recht. Ga aan de slag, want Hij zal komen.

Absurditeit als norm

We worden overspoeld door alarmisten, woedeaanvallen en scheldpartijen. Klimaatcrisis, massamigratie en een coronacrisis die duidelijk maakt dat we meer niet weten dan wel. Daar doorheen speelt algehele waanzin. De westerse wereld is toleranter, vrouwvriendelijker en minderheidsvriendelijker dan ooit, maar krijgt van fanatieke activisten het verwijt dat zij seksistisch en rascistisch is. Het is ook nooit goed. De transgenderbeweging ontkent het binaire geslachtsverschil (de laatste pakweg 6000 jaar was dat voor iedereen wel duidelijk), de transhumanisten ontkennen überhaupt de natuur der dingen. Het is een merkwaardige revolte van de mens tegen zichzelf. Immers de suggestie dat mensen zelf kunnen kiezen wat zij willen zijn, is het perfecte recept voor rampspoed. Als feiten niet meer tellen, maar alleen emoties, is niets meer waar, alles onzeker, en zijn polariteit en dwangneuroses nog de enige vaste waarden.

Als een maatschappij geen normaliteit meer kent is alleen het abnormale nog normaal. Het ontkennen van objectieve waarheden, het gespeend zijn van elke realisme, dat is de kern van de postmoderne cultuurrevolutie die zich in de westerse wereld voltrekt. Zij zet zich af tegen haar eigen geschiedenis. Zij kenmerkt zich door een hoog abstractieniveau, ondertussen de Cancel Culture predikend: iedereen die zich niet conformeert wordt ausradiert. Genderideologie is het woord dat alles samenvat.

Ondertussen leven Europa en Amerika in een wereld die met de traditie gebroken heeft, geen fundamenten meer heeft waarop verder gebouwd kan worden, geen normaliteit meer kent - de enige norm is de absurditeit - en geen vanzelfsprekendheden meer kent. Met name het gezin, religie en het Vaderland moeten het ontgelden. Waar men nog wel zijn vertrouwen in kan stellen: helemaal nergens. Vandaar dat we hulpeloos, supersensibel, en angstig zijn. Dat kan ook niet anders als elk oriëntatie weggevallen is en ons niets anders resteert dan zelfbeklag en iedereen zich als slachtoffer ziet. Was het christendom zelfreinigend door het mea culpa, nu het tua culpa het motto is, is de vernietigingsdrang onafwendbaar. En dan moet er een zondebok gevonden worden. Die hebben we gevonden: de oude witte man. Hij is hét symbool voor traditie, overheersing en realisme. De cultuurrevolutionairen hebben hem de oorlog verklaard. Hij is de schuld van alles.

Het vreemde en zeer tegenstrijdige is dat juist degenen die stellen dat niet feiten, maar alleen emoties tellen eisen dat iedereen zich naar hen dient te voegen. Hoezo? Als er geen objectieve normen en waarden zijn, waarom moeten we dan überhaupt iets absoluut moeten accepteren? We moeten een meisje dat zich als jongen identicifeerd als feitelijk een jongen accepteren. Maar hoe dan? Feiten doen er toch niet toe? En hoe kan een iemand zich als ‘jongen’ identificeren als niet valt vast te stellen wat nu eigenlijk een jongen is. En hoe zit het dan met het wetenschappelijk primaat? Onze tijd zegt dat als iets niet wetenschappelijk aangetoond is, dat het dan geen realiteitsgehalte heeft. Om die reden heeft het filosofie en en religie weggezet als onnozel, pre-wetenschappelijk, onrealistisch. Maar als wetenschap zich baseert op empirie, op wat we zien, experimenteel kunnen herhalen, op feiten derhalve, en dus niet op emoties.

De grondslagen zijn ontzet, de verwarring compleet. Gelukkig zijn we niet allemaal de weg kwijtgeraakt. Er zijn nog mensen voor wie duidelijk is dat een plus een twee is, voor wie een ei een ei is, en een jongen een jongen, die argumenten hebben en niet ontsporen in schreeuwpartijen. Deze maand verschijnen twee zeer lezenswaardige boeken.

Het eerste is Zoekt U Iets van Gerard van Dijck. De auteur is geen theoloog en ook geen wetenschapper. Dit pakt niet nadelig uit, integendeel. Hij geeft blijk van een nuchtere, ja zelfs pragmatische kijk op het katholiek geloof. Zijn conclusie: het geloof van de Rooms Katholieke Kerk zit doordacht, nuchter en logisch in elkaar. Het boek is in eigen beheer uitgegeven en is te bestellen op het volgende e-mail adres: zoektuiets@gmail.com (336 pagina’s. Prijs €15,95). Ook verkrijgbaar bij Berne Boekhandel.

Het tweede boek zeer aanbevelenswaardige boek is Thomas van Aquino, Wat maakt gelukkig? Vertaling en toelichting door Niko Schonebaum. Wat maakt gelukkig? Een grote vraag, eeuwenoud maar altijd nieuw. Een vraag die brandt in het hart van ieder mens, soms als laaiend vuur, soms als kalme waakvlam. Een vraag die zich niet terzijde laat schuiven, maar gesteld, besproken, beantwoord wil worden. Een vraag die voor Thomas van Aquino aan het begin stond van een intellectuele zoektocht naar de zin van het leven. In dit boek deelt hij zijn vondsten en geeft hij antwoord op de vragen: wat is het geluk, wat is ervoor nodig en kunnen we het bereiken? Dit alles op heldere wijze vertolkt door Niko Schonebaum. Uitgever: Damon. ISBN: 9789463403139 (192 pagina’s. Prijs € 19,90. Verwacht 25 november).


Het gelijk van Polen en Hongarije

Het verbale geweld waarmee de Poolse regering en vooraanstaande EU-politici elkaar momenteel te lijf gaan, doet in het Kremlin waarschijnlijk champagnekurken knallen. Afgezien van de nationalistische EU-haters en de Poetin, heeft niemand iets te winnen bij deze escalatie. De Poolse regeringsleider Mateusz Morawiecki heeft in het Europees Parlement op geloofwaardige wijze uitgelegd dat zijn regering de EU niet wil verlaten, dat een grote meerderheid van de Polen (net als de kiezers van PiS) voor de EU is en tegen een "Polexit". Hongarije neemt een soortgelijk standpunt in. Waarom dreigen sommige zedenmeester van Europa, zoals de Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken Asselborn en onze minister president Rutte, dan met uitsluiting van Polen en Hongarije?

Uitzetting is niet geregeld in de EU-Verdragen. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, die doorgaans graag rapportcijfers uitdeelt, zou dan ook alle reden hebben om dergelijke opruiende toespraken te berispen. Net zoals zij het constitutionele hof en de regering van Polen berispt omdat zij de voorrang van het EU-recht boven de grondwet van hun land niet volledig erkennen. De regering in Warschau ontkent niet dat het EU-recht overal geldt waar de EU volgens het Verdrag van Lissabon bevoegd is, maar klaagt over EU-regelgeving zonder rechtsgrondslag.

De Europese Unie is namelijk geen Statenbond, noch een louter economische gemeenschap, maar een gemeenschap van waarden en rechten. Wie zich daarbij aansluit, geeft een stukje van die nationale soevereiniteit op die in het tijdperk van de globalisering toch al een illusie is geworden. Als rechtsgemeenschap echter, mag en moet de EU de rechtsstatelijke positie van haar leden eerbiedigen. De EU is niet algemeen bevoegd, maar alleen wanneer zulks nadrukkelijk vastgelegd in de verdragen is vastgelegd. Het subsidiariteitsbeginsel prevaleert derhalve.

Waar is Ursula von der Leyen, die zich o zo graag opwerpt als hoedster van de EU, wanneer het Europees Parlement, in flagrante strijd met het subsidiariteitsbeginsel, eisen stelt op het gebied van huwelijk, gezin of abortuswetgeving? Heeft zij ook maar met één woord gerept over het radicale Matić-voorstel, waarin abortus - in strijd met de wet en de verdragen - als een mensenrecht wordt aangemerkt? Diezelfde von der Leyen dringt aan op harmonisatie van de adoptiewetgeving in de hele EU? Noch de wet, noch de Europese waarden rechtvaardigen dit. Het hoofd van de Commissie voert met veel pathos een ideologische agenda uit en misbruikt daarvoor de Europese gedachte.

Alsof de snel voortschrijdende ideologisering nog meer bewijs nodig had, eisten liberale en linkse EP-leden eerder deze maand dat de EU de betalingen aan Polen bevriest zolang er "LGBTI-vrije zones" zijn. De vrijheid van abortus en de vrijheid van LGBTI worden bedreigd", aldus sommigen die zichzelf zien als verdedigers van de mensenrechten. Wie vandaag Europa echt wil, moet het niet alleen verdedigen tegen nationalistische middelpuntvliedende krachten, maar ook tegen een ideologische toe-eigening die het recht en het geld van Europa misbruikt voor de ideologische heropvoeding van de laatste overblijvende recalcitrante Europeanen.

Maakt het iets uit of je gevormd bent of niet?

Maakt het iets uit of je gevormd bent of niet?

Dat is een goede vraag. Als het niks uitmaakt, heeft het ook geen zin. Bisschop Rob Mutsaerts legt het uit:



Wat is nou eigenlijk een sacrament?

Wat is nou eigenlijk een sacrament? 

Het vormsel is een sacrament. Wat is een sacrament? Is dat een symbool, of is het toch iets meer? En wat hebben mobieltjes, kippen en adelaars hier mee te maken? Kijk voor het antwoord naar deel 4 van de serie waar bisschop Rob Mutsaerts je mee op weg neemt:



Het feest van St. John Henry Newman: De glimlach van droefheid en hoop voor de toekomst

Ook al staat het feest van de heilige John Henry Newman officieel alleen op de kalender van Engeland en Wales, hoe zou men zijn feest op 9 oktober niet kunnen vieren, waar men zich ook bevindt, gezien de toestand van de Kerk waarin wij ons bevinden?  Newman is een van de grote katholieke intellectuelen en heiligen van de 19e eeuw en een man van diep en doordacht geloof.

Newmans verzet tegen de definitie van pauselijke onfeilbaarheid voordat deze letterlijk en figuurlijk met bliksem en donder in Rome in 1870 plechtig werd afgekondigd, is welbekend.  Zijn verzet was niet tegen de leerstelling zelf, die hij geloofde.  Hij vreesde dat de Ultra-Montanisten van zijn tijd de definitie zo breed zouden maken dat de Paus zou kunnen zeggen: "L'Eglise, c'est moi.!"  De definitie van pauselijke onfeilbaarheid bleek veel bescheidener te zijn dan sommigen zoals kardinaal Manning (die, dat moet ik bekennen, een andere held van mij is, maar op een heel andere manier) hadden gehoopt.  Kardinaal Avery Dulles vat Newman's begrip van onfeilbaarheid heel authentiek samen:

Onfeilbaarheid, te onderscheiden van openbaring of inspiratie, was slechts een hulp, en dan nog een voornamelijk negatieve hulp. Zij diende om te voorkomen dat de Kerk, in bepaalde van haar handelingen, in dwaling zou vervallen. ..... En door met Vaticanum II te zeggen dat onder bepaalde strikt beperkte voorwaarden "het charisma van de onfeilbaarheid van de Kerk zelf individueel aanwezig is" in de opvolger van Petrus.

Newman was fel gekant tegen liberalisme in de godsdienst. In zijn Biglettoespraak in Rome ter gelegenheid van het ontvangen van de rode kardinaalshoed hoed, zei Newman:

Liberalisme in religie is de leer dat er geen positieve waarheid in godsdienst is, maar dat de ene geloofsovertuiging even goed is als de andere, en dit is de leer die dagelijks aan substantie en kracht wint. Het is onverenigbaar met elke erkenning van welke godsdienst dan ook, als waarheid. Het leert dat alles moeten worden getolereerd, want het zijn slechts meningen.”

“Geopenbaarde godsdienst is geen waarheid, maar een gevoel en een smaak; geen objectief feit, geen wonder; en het is het recht van ieder individu om het te laten zeggen wat hem het meest bevalt. Devotie is niet noodzakelijk gebaseerd op geloof. ... Aangezien godsdienst dus een zo persoonlijke eigenaardigheid en zo'n privébezit is, moeten we er noodzakelijkerwijs aan voorbijgaan in de omgang tussen mensen.”

Newmans vooruitziende blik op wat er meer dan honderd jaar na deze toespraak zou gebeuren, is zowel verbazingwekkend als ontnuchterend.  Wij leven immers in een tijd waarin het christelijke dogma, dat wil zeggen de dingen waarin men moet geloven, ernstig onder vuur ligt.  De "wereld" van het Westen, die gedurende een groot deel van twee millennia echt christelijk was, is in de afgelopen vijftig jaar vrij snel vervangen door een radicaal individualistische ethiek die het geloof zoals het christendom dat heeft opgevat, tot de te bestrijden vijand maakt. Want in de nieuwe wereld waarin wij leven moet het "ik" het altijd winnen van het "wij".  Het idee alleen al van een gemeenschappelijke overtuiging - en dit gaat verder dan een religieuze overtuiging - en de aanvaarding van die gemeenschappelijke overtuiging en het zich ondergeschikt maken aan het leven volgens die overtuiging: dit is niet de opvatting van de meerderheid van de wereld waarin wij leven, de westerse wereld.  Want inderdaad, religie, en in het bijzonder het christendom, moet vandaag genegeerd worden "in de omgang van mens met mens".

Wat zou Newman denken van Paus Franciscus?  Hij zou hem met grote droefheid herkennen.  Niet omdat de paus een slecht mens is, want hij lijkt zich oprecht te bekommeren om de vergetenen en de vertrapten van deze wereld.  De paus zou Newman verdrietig maken, omdat hij de religieuze leider van het Westen is die een actieve hoofdrolspeler is geworden in de ineenstorting van het christendom in het Westen.  Franciscus was in veel opzichten de onvermijdelijke paus na de jaren zestig. Men kan het secularisme van een groot deel van het Westen begrijpen als het resultaat van de ineenstorting van het christelijk geloof als de innerlijke kracht die de cultuur en het geweten van het Westen aandreef.  Maar deze Paus is ook wat Newman niet durfde te vrezen: de Rots van Petrus die vergeten is dat de Rots niet Petrus is maar Jezus Christus.  Zijn inmiddels befaamde, met zinnen als "wie ben ik om te oordelen?" voor de vuist weg-gesprekken met verslaggevers in vliegtuigen, die hem een tijdlang geliefd maakten bij de liberale seculiere pers, zijn inmiddels saai geworden voor een wereld die hem al heeft afgeschreven.  Franciscus is een product van de geest van Vaticanum II, die minder te maken heeft met het concilie zelf dan met de drang om de katholieke kerk te seculariseren en te moderniseren.  De venijnige woorden in zijn laatste Motu Proprio, Traditionis Custodes (de ironie van de titel is de Romeinse bureaucraten ontgaan) tegen de leken en priesters die een parel van grote waarde hebben gevonden in de Traditionele Romeinse Liturgie, "heilig toen en heilig nu": als het mogelijk was voor een heilige om bedroefd te zijn - let op de aanvoegende wijs - dan zou de heilige Johannes Henry Newman bedroefd zijn.

Maar Newman is niet bedroefd, want hij weet dat ondanks de "feiten" zoals gerapporteerd door opiniepeilers dat slechts 23% van de katholieken regelmatig naar de mis gaat, en dat de meeste katholieken niet langer geloven in de werkelijke aanwezigheid van Christus in de Eucharistie, en dat de Duitse synodalisten zullen debatteren of het priesterschap noodzakelijk is voor het katholieke geloof, het is een feit dat er vele seminaristen, jonge priesters en jonge leken en gezinnen zijn die de schoonheid en transcendentie van de Traditionele Romeinse Mis hebben ontdekt als tegengif voor het oppervlakkige egoïsme van deze tijd en die hun katholieke geloof herontdekken op een manier waarvan de verantwoordelijken dachten dat ze het onderdrukt en uit de weg geruimd hadden.  Angelus News publiceerde zeer onlangs een artikel waarin werd beweerd dat de populariteit van paus Franciscus in de afgelopen jaren niet is gedaald.  Dat kan zijn.  Maar ze hebben niet gesproken met de jongeren van alle rangen en standen die een parel van grote waarde hebben gevonden en die parel tot het middelpunt van hun leven zullen maken en dat met veel geluk en geloof zullen doen. En nogmaals:  Schoonheid zal de wereld redden.

Pater Richard Gennaro Cipolla

(Rorate Caeli blogspot, 10/10/2021)

Fides et Ratio

Ik heb een e-mailuitwisseling met een protestant. Hij kent mij van internet, ik ken hem geheel niet.  Het meest recente dispuut ging als volgt. Onze protestantse vriend is van mening dat katholieken teveel vertrouwen op ratio en logica, en te weinig op de bijbel. De katholieke kerk zou op een bepaald punt in de geschiedenis haar oren teveel hebben laten hangen naar het heidens gedachtegoed van de antieke filosofen.

Dat wij leunen op de logica van Aristoteles en Plato is zondermeer waar. Denk aan de godsbewijzen van Thomas van Aquino. Hier komt geen Bijbelse argumentatie aan te pas. De Summa Theologica wordt beschouwd als het hoogtepunt van de scholastiek, waarbij filosofie en theologie teruggrijpen op de heidense filosoof Aristoteles. Maar betekent dit nu dat heidense invloeden de R.K. kerk zijn binnengedrongen?

Stel jezelf de vraag: hoe kunnen we effectief evangeliseren. Op welke manier kun je in een seculiere cultuur het Bijbelse geloof verkondigen, zonder concessies te doen. Ik meen dat bepaalde protestantse denominaties hierin behoorlijk succesvol zijn. Ik merk wel dat zij - terwijl hun verkondiging glashelder is - concessies doen qua (liturgische) vormgeving. Dit heeft wel erg veel weg van seculiere evenementen. Qua podia, zang, muziekinstrumenten, licht en geluid is het nauwelijks te onderscheiden van popconcerten. Orgels, liturgische kleding en preekstoelen kom je er niet tegen. Het zijn pogingen om het christendom aan de seculiere man te brengen.

Onze protestante briefschrijver is van mening dat als hij moet kiezen tussen orthodoxie en liturgie, hij voor orthodoxie kiest. Mij lijkt dit een valse tegenstelling. Als ik orthodox wil blijven kan ik geen concessies doen aan de liturgie. Kijk eens naar de apostelen. Zij missioneerden in de heidense Grieks-Romeinse cultuur die totaal onbekend was met waar het de apostelen nu juist om te doen was. Het eenvoudigweg citeren uit het Oude Testament en de woorden van Jezus had geen enkele zin. De bijbel had voor hen geen enkel gezag. In plaats van concessies te doen aan hun identiteit, voegden zij er iets aan toe dat voor elke mens herkenbaar is: de rede, de logica, verstandelijke argumenten. Aldus is er een gemeenschappelijke basis waarop je verder kunt bouwen. De apostelen en de kerkvaders maakten gebruik van de manier van argumenteren van de Griekse filosofen en integreerden dit in hun eigen christelijke traditie. Het fungeerde als brug tussen de christenen en de buitenwereld. Dit was een manier om Christus te verkondigen in een seculiere maatschappij. Het bleek effectief te zijn.

Er kwam een kink in de kabel met Luther die uiterst vijandig stond tegenover deze manier van doen. Luther meende dat de Kerk haar identiteit te grabbel gooide door gebruik te maken van het gedachtegoed van Plato en Aristoteles. Luther zit er naast. De Kerk heeft gewoon het voorbeeld van Petrus gevolgd. Petrus zegt ons dat we altijd bereid moeten zijn om verantwoording af te leggen van het geloof dat in ons leeft. Je zult dus argumenten aan moeten dragen. Zonder argumenten valt er geen verantwoording af te leggen. Hoe kun je trouwens een ander warm laten lopen voor je geloof als je geen argumenten hebt? En kijk eens naar Paulus hoe hij te werk gaat op de Aeropaag bij de Atheners. En zo is het altijd gegaan. Denk aan St. Justinus, St. Augustinus, St. Athanasius, John Henry Newman, C.K. Chesterton. Rationeler dat Thomas van Aquino kun je het al helemaal niet krijgen. Allen hebben gebruik gemaakt van de ratio, van hetgeen christenen en niet-christenen gemeen hebben.

Nogmaals, atheïsten overtuig je niet door de bijbel te citeren. Simpelweg omdat de bijbel voor hen geen enkel gezag heeft. Ook katholieken zouden eens wat meer aandacht mogen besteden aan het rationele aspect van ons geloof. Sinds de jaren ‘60 hebben we het ongelooflijk versimpeld. Het uitte zich in de meest onnozele manieren van liturgie vieren. Tja, zoals je gelooft, zo zul je vieren. De Oude Mis verdient eerherstel. Het gezond verstand ook. Fides et Ratio.

+ Rob Mutsaerts

Geloof en wetenschap

Wetenschap en geloof. Gaat dat wel samen?

De wetenschap heeft ons fantastisch mooie inzichten gegeven hoe de wereld functioneert. Maar wetenschap kan niet alles verklaren. Niet omdat ze nog niet uitontwikkeld is, maar omdat er dingen zijn die niet met wetenschappelijke methoden te onderzoeken zijn. Kan het geloof ons hier verder helpen? Gaan geloof en wetenschap wel samen, of staan ze tegenover elkaar? Bisschop Rob Mutsaerts helpt je verder op weg:


Ik vrees voor Duitse toestanden

Vergaderen over vergaderen, of een cursus over cursussen, dat lijkt mij een zinloze bezigheid. Toch staat er iets dergelijks op stapel in de wereldwijde R.K.Kerk: een synode over synodaliteit. Het is een proces van twee jaar dat deze maand van start gaat. Om te beginnen op bisdom-niveau, dan op landelijk niveau, vervolgens op continentaal niveau, om in oktober 2023 te eindigen op mondiaal niveau in Rome. Het is de bedoeling dat de kerkleiding haar oor te luisteren legt zonder sturing van tevoren en zonder vastlegging van de ter sprake te brengen onderwerpen. Luisteren naar wie? Eigenlijk naar iedereen, ook naar atheïsten. Dat lijkt mij organisatorisch een ingewikkelde kwestie. Het is te hopen dat het niet de activisten zijn die de agenda gaan bepalen, want dan krijgen we Duitse toestanden.

In Duitsland is een synodaal proces gaande. De aanleiding was de misbruikkwestie, maar vanaf het begin is dit onderwerp nauwelijks aan bod gekomen en wordt de synode misbruikt om kerkpolitieke kwesties op de agenda te plaatsen zoals de machtsuitoefening in de Kerk, de seksuele moraal, het priesterschap en de rol van de vrouw in de Kerk. Aanvankelijk zou dit moeten eindigen in een aantal stemmingsronden waarvan de uitslag bindend zou zijn voor iedereen. Deze gang van zaken kent men in de protestantse kerk, maar daar heeft het begrip synode een heel andere betekenis - namelijk een soort kerkparlement - dan een synode in de R.K. Kerk. De katholieke variant moet leiden tot onderscheiding van de geesten en vooral de H.Geest onderkennen in de wirwar van richtingen, stromingen en uitspraken. Paus Franciscus heeft dan ook een stokje gestoken voor de synode zoals de Duitse bisschoppen dit voor ogen hadden. Evangelisatie dient het kernthema te zijn, aldus de paus. Zelfs kardinaal Kasper heeft inmiddels zijn twijfels geuit over de katholiciteit van de voorstellen (vrouw in het ambt, gehuwd priesterschap, huwelijk voor allen etc.).

Paus Franciscus heeft meerdere malen nadrukkelijk gezegd dat het niet de bedoeling is meningen te verzamelen. Het gaat om de onderscheiding der geesten. Als Jezuïet weet Franciscus maar al te goed wat dat betekent. Hij is onderricht in de Ignatiaanse spiritualiteit. Maar de Ignatiaanse methode om de geesten te onderscheiden gaat geheel anders te werk dan de beoogde gang van zaken van de komende synode.  Bij Ignatius gaat het om het volgende. De goede geest beweegt met het oog op wat goed is voor de mens, wat hem helpt het doel na te streven waarvoor hij uiteindelijk geschapen is, namelijk de aanschouwing van God. De kwade geest werkt in tegenovergestelde zin. De Ignatiaanse wijze van onderscheiding der geesten uit zich in gewetensonderzoek, bekering, zoektocht naar de waarheid en is uiteindelijk gericht op heiligheid.

In het Handboek dat het Vaticaan de bisschoppen aangereikt heeft - bedoeld als hulpmiddel hoe het proces praktisch te begeleiden - is daar weinig of niets van terug te vinden. De onderscheiding der geesten is bij de Synode over Synodes niet geënt op de Ignatiaanse spiritualiteit. Kernwoord is ‘luisteren’ naar iedereen, ja ook naar de mening van niet-katholieken. Uiteraard hebben zij niet-katholieke opvattingen. Ik vrees dat het op deze manier de Duitse kant opgaat. Welbeschouwd overheerst daar een seculiere agenda. De paus zegt weliswaar dat het niet gaat om het verzamelen van meningen, maar helaas wijst elk begeleidend schrijven erop dat het dit wel wordt.

Door alle meningen heen luisteren wat de heilige Geest ons te zeggen heeft. Dat is de bedoeling. Eigenlijk is dit een vreemde uitspraak. De heilige Geest werkt door reflectie op de Bijbel, door reflectie op de geopenbaarde waarheid, en niet door reflectie op allerlei al dan niet breed gedeelde meningen. Een breed gedeelde mening is geen enkele garantie voor een door de heilige Geest geïnspireerde mening. Hoe vaak hebben we dat al niet ondervonden in de geschiedenis van de Kerk. Denk eens terug naar het LPO, het Landelijk Pastoraal Overleg zoals dat in Nederland in Noordwijkerhout in de jaren na het Concilie gevoerd werd. Het waren de activisten die met hun seculiere thema’s het overleg gekaapt hadden met desastreuze resultaten als gevolg. Ook in Noordwijkerhout probeerde men met meerderheid van stemmen tot bindende conclusies te komen. Dat is er gelukkig niet van gekomen. Waarheid wordt niet gevonden door consensus; de waarheid gaat aan kennis vooraf.

Waar de paus voor bevreesd is - het zegt dat keer op keer - is rigiditeit. Dat zou voor Franciscus de grootste blokkade kunnen worden voor het proces. “We moeten zekerheden uit het verleden loslaten”, aldus paus Franciscus onlangs tijdens de ontmoeting met Jezuïeten in Slowakije. Franciscus noemde dit zelfs “de ideologie van hang naar het verleden; dit is het pad van rigiditeit en clericalisme, wat beide perversiteiten zijn” (12 september). Paus Franciscus noemt rigiditeit zelfs een zonde. Kennelijk is het iets dat je op moet biechten. Onder welk gebod dit valt is niet duidelijk. Ik vermoed dat de paus niet alleen de Pius X broederschap, de Petrusbroederschap, maar ook Thomas van Aquino, St. Franciscus, Moeser Teresa en C.K. Chesterton tot het rigide kamp rekent. Ik kan tot geen andere conclusie komen, als je zegt dat je zekerheden uit het verleden moet loslaten. Echt rigide is volgens mij de hang naar de jaren ‘60 en ‘70, de tijd dat de Kerk volledig uit de rails liep, de tijd dat het geloofsgoed overboord gegooid werd en vervangen door populaire - en veelal onnozele - meningen.

De primaire taak van de kerkleiding is het verschaffen van duidelijkheid, Christus verkondigen als dé weg, dé waarheid en het leven, het voorhouden van de waarheid die ons geopenbaard is. Ik zie dat nog niet gebeuren bij de synode over synodes. Ik hoop dat ik mij vergis.

 

+Rob Mutsaerts

Jezus verrezen. Huh!?

Iemand die dood en begraven is, maar die je daarna weer alive and kicking tegenkomt. Wat moeten we daar nu van denken? Is dat bij wijze van spreken, of is er iets anders aan de hand?

Bisschop Rob Mutsaerts legt het uit aan jongeren. 



Bijbel: sprookje of geschiedenis.

Is de Bijbel een verhaal met een moraal? Of is er meer en stoelt het historische feiten? Is het een sprookje of het historisch? Hoort het in de boekwinkel thuis in het schap met de sprookjesverhalen, of bij de afdeling Geschiedenis?

Bisschop Rob Mutsaerts legt het uit aan jongeren:




Beste Hugo

Beste Hugo,

Er zijn mensen die vinden 'hoezo, we doen het voor de zorg’? Had die zorg dan niet afgeschaald maar uitgebreid, je had 100 miljard te besteden.

Er zijn mensen die geloven in de kracht van hun eigen lichaam, niet in een jaarlijkse kunstmatige afweer de rest van hun leven.

Er zijn mensen die serieus namen, wat je in november aan de Tweede Kamer schreef: 'genetisch, niet op lange termijn getest, een risico'.

Er zijn mensen die medicijnen weigeren die zijn getest op HEK-293, de cellijn afkomstig van een 18 weken oud geaborteerd kind.

Er zijn mensen die zeggen: dat permanente testen, dat is mensonterend. Ik ben niet ziek, als ik ziek ben blijf ik thuis. Vertrouw me, ik hoef je niet te bewijzen dat ik gezond ben.

Er zijn mensen wiens reden niemand kent, ze hielden hem voor zichzelf, vertrouwend op hun grondrechten, lichamelijke integriteit, privacy.

Het gáát er niet om, Hugo, of deze mensen gelijk of ongelijk hebben. Het gaat er om of we in een land willen leven waarin we deze mensen, die in een van jouw overtuiging afwijkende werkelijkheid willen leven, wel of niet uitsluiten, discrimineren en stigmatiseren, door een deel van het - zo doodnormale - leven voor ze te sluiten: koor, feest, restaurant.

Willen we dat Hugo?

(Ingezonden)

Red de wereld in je eigen tijd.

Wat zou de rol van universiteiten moeten zijn? Om een goed moreel karakter te bevorderen? Om een einde te maken aan racisme, seksisme, economische onderdrukking, en andere sociale kwalen? Om diversiteit en democratie te bevorderen en verantwoordelijke burgers voort te brengen? In zijn boek ‘Save the World On Your Own Time’ betoogt Stanley Fish dat, hoe lovenswaardig deze doelen ook mogen zijn, er slechts één juiste taak is weggelegd voor de academische wereld: het bevorderen van kennis en het toerusten van studenten om zelf kennis te verwerven. Punt. Wanneer docenten zichzelf opwerpen als moralisten, politieke activisten, of pleitbezorgers van maatschappelijke verandering in plaats van als erkende experts in een bepaald onderwerp en de methoden die gebruikt worden om het te analyseren, schieten ze tekort in hun taak.

En toch is het schering en inslag dat professoren hun politieke opvattingen in de collegezaal uitventen en proberen zij de politieke opvattingen van hun studenten te beïnvloeden. Degenen die dit doen beroepen zich vaak op academische vrijheid, maar - zegt Fish - academische vrijheid is niet de vrijheid om te doen wat in de geest van de professor opkomt. De enige verplichting van een professor is "om het materiaal in de syllabus te presenteren en studenten kennis te laten maken met de modernste analysemethoden. Niet om politiek te bedrijven, maar om het te bestuderen; niet om te bekeren voor of tegen religieuze doctrines, maar om ze te beschrijven; niet om Intelligent Design te promoten of te veroordelen, maar om uit te leggen wat het is en de aantrekkingskracht ervan te analyseren”.

Fish heeft gelijk. Red de wereld in je vrije tijd, maar niet als je als leraar voor de klas staat. Daar moet je de leerlingen leren lezen, schrijven en rekenen, niet het partijprogramma van jouw voorkeur promoten. Red de wereld in je vrije tijd, maar niet door vrijdag niet naar school te gaan. Nee, Greta, naar school gaan is je plicht, en je moet er gewoon leren wat er op het lesprogramma staat. Ja, je kunt spijbelen, dat is van alle tijden, maar claim niet het recht om te staken. Red de wereld in je eigen tijd. Op zaterdag bijvoorbeeld. Maar ja, dan breng je waarschijnlijk een stuk minder medestanders op de been.

Red de wereld in je vrije tijd, maar niet wanneer je als professor voor je studenten staat in een hoorcollege op de universiteit. Colleges zijn er niet niet om politieke correctheid te bepleiten, maar om kennis en inzicht te verwerven. Dat geldt ook voor studenten. Een universiteit is geen democratie en als student ben je geen klant die koning is. Activisme doe je maar in je eigen tijd. Als professor kun je politieke standpunten bespreken, maar geen partij kiezen.

Red de wereld in je vrije tijd, maar niet wanneer je een journalist bent die feiten verzamelt en er verslagen van maakt. Niets is tragischer dan de journalist die de ideologische activist uithangt, die informatie niet langer scheidt van opinie. Dat doe je maar op je eigen blogje, maar niet in de krant. Als journalist moet je niet emotioneel betrokken raken bij de goede zaak, maar feitelijk verslag uitbrengen over de meestal slechte wereld.

Red de wereld in je eigen tijd, maar niet als je zanger bent van U2, en zeker niet tijdens concerten. Je faalt in je roeping als je je talent en gezag misbruikt om te pleiten voor Seawatch. Ik kom voor de muziek, maar niet voor je mening. Red de wereld in je vrije tijd, maar niet als je pastoor bent in de preek van de zondagmis, of als je paus bent op bezoek bij het World Economic Forum. Dan moet je het evangelie verkondigen, bekommerd zijn om de zielenrust van de mensen die aan je zijn toevertrouwd.

Doe je werk. Dan kun je de wereld redden.

Ethics?

A professor in a world-acclaimed medical school posed this medical situation and ethical issue to his students:

"Here's the family history: The father has syphilis. The mother has Tuberculosis. They already have four children. The first is blind. The second has died. The third is deaf. The fourth has Tuberculosis. Now the mother is pregnant again. The parents come to you for advice. They are willing to have an abortion, if you decide they should. What do you say?"

The students gave various individual opinions, and then the professor asked them to break into small groups for "consultation." All of the groups came back to report that they would recommend abortion.

"Congratulations," the professor said, "You have just killed Beethoven”

Genadeloos

Het moment dat Mozes de 10 geboden ontvangt is niet alleen bepalend geweest voor het volk Israël, maar eveneens een mijlpaal voor de menselijke beschaving. De geboden zijn letterlijk in steen gebeiteld. De twee stenen tafelen waarin ze vereeuwigd werden vormen hét kompas om mensen door het leven te leiden, om koers te varen naar de haven, het einddoel waartoe de mens geschapen is. Zonder kompas blijf je doelloos ronddobberen, vertwijfeld turend naar de horizon, maar geen idee hebbend wat te doen met je leven.

De 10 geboden geven aan wat goed is, en wat niet, wat kwaad is. De 10 geboden hebben het geweten gevormd van de 12 stammen van Israël, en uiteindelijk van de hele christelijke beschaving. Het heeft de identiteit verschaft aan het uitverkoren volk en de christelijke beschaving. Het goede doet je richting haven varen, het kwade tot afdwaling. Vandaar de aansporing: doe het goede, vermijd het kwade.

De eerste drie geboden hebben met God van doen, de overige zeven met de medemens: eert God, heb zorg voor je naaste. Er is een verband tussen de eerste drie en de laatste zeven. Als je de eerste drie veronachtzaamd, gaan de laatste zeven schuiven. Kijk naar de geschiedenis. Laat God buiten beschouwing, dan gebeurt er steevast het volgende: verlies van rechten, inperking van vrijheid, en verlies van menselijke waardigheid. Zelfs voorchristelijke grootheden als Plato, Aristoteles en Cicero meenden dat vrijheid, rechten en waardigheid maar voor een kleine bevoorrechte groep mensen - aristocraten, geleerden - was weggelegd. De rest moest maar doen wat hun gezegd werd. Slavernij was in hun ogen een normale zaak. Kinderen die met een handicap geboren werden liet je aan hun lot over. Kijk eens naar de 20e eeuw, naar Stalin, Hitler, Mao, Pol Pot. Deze goddeloze regimes maakten miljoenen slachtoffers. Kijk naar de Franse Revolutie die God dood verklaarde. Vrijheid, gelijkheid en broederschap golden niet voor degenen op wie de revolutionairen het gemunt hadden. Hun koppen rolden. “Alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen”, aldus een befaamde uitspraak van George Orwell (Animal Farm). Daar waar God uit beeld verdwijnt, verdampen ook de mensenrechten. Ze gelden niet meer voor iedereen.

Hoe je leeft heeft wel degelijk te maken met wat je gelooft. De veel gehoorde kreet ‘het maakt niet uit wat je gelooft, als je maar goed bent’ blijkt een valse uitspraak te zijn. Zonder hun geloof in God zouden St. Franciscus, Peerke Donders, pater Damiaan en Moeder Teresa niet gedaan hebben wat ze gedaan hebben. Het is niet voor niets dat men zich verbaasde over de eerste christenen. Zij hadden zorg voor armen, weduwen, voor vreemdelingen. Dat was helemaal nieuw, dat kende men niet. Waarom zou je je bekommeren om vreemdelingen? Die liet je gewoon aan hun lot over, die moesten hun eigen boontjes maar doppen.

Al voordat God de 10 geboden aan Mozes had gegeven, lezen we een andere schokkende passage in de bijbel. Als Kain zijn broer Abel gedood heeft, vraagt God: Waar is je broer? Kain antwoordt onverschillig: Ben ik mijn broeders hoeder? Het schokkende antwoord luidde: Ja! Nogmaals, in de Romeinse tijd verbaasde men zich over de christenen. Waarom bekommeren zij zich over anderen die helemaal geen familie zijn, niet tot hun stam behoren en zelfs vijandig tegenover hen staan? Het heeft alles te maken met Christus, met hun geloof in God, geloof in een transcendente God, God die ons oproept tot een goddelijk leven, tot zorg voor elkaar.

Onze seculiere tijd heeft niets met de eerste drie geboden (die betrekking hebben op God) en kan zich wel in meerdere of mindere mate vinden in de overige geboden. Inderdaad, in meer of mindere mate, want je ziet zaken verschuiven. ‘Gij zult niet doden’, maar we maken graag een uitzondering voor het ongeboren kind of voor de kwetsbare oudere, om maar een voorbeeld te noemen. Als God uit beeld is verdwenen, is ook het ijkpunt uit beeld verdwenen. De toevallige meerderheid in het parlement beslist dan wat goed en kwaad is, wat geoorloofd is en wat niet. En bij een volgend parlement is wat nu ondeugdelijk is ineens geen kwaad meer. We zijn het besef verloren dat moraal, dat goed en kwaad, geen uitvinding is van mensen, maar iets dat ons gegeven is, wat we ontdekt hebben. Zoals de zwaartekracht geen uitvinding van mensen is, maar een ontdekking van hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. Zoals ook wiskunde geen uitvinding is van geleerden; geleerden hebben ontdekt dat twee plus drie vijf is, onafhankelijk van hoeveel mensen dit accepteren of afwijzen.

Ondanks spectaculaire vooruitgang op gebied van wetenschap en techniek gaat de moraal er bepaald niet op vooruit. Een typisch christelijk aspect is de zorg voor de gemeenschap, voor de ander die in de problemen zit. Waar christendom verdwijnt, viert het individualisme hoogtij. Dan bepaalt ook ieder voor zich wat goed en kwaad is, want er zijn geen gemeenschappelijke waarden meer. Ai ai ai, dan komt de een tegenóver de ander te staan, daar gaat het goed mis.

De mens is altijd al immoreel geweest. Het begin al met Kain en Abel, en het hield nooit meer op. Kijk naar geschiedenisboeken tot op de dag van vandaag toe. Maar er was wel één ding: ze wisten dat het niet goed was. En dat is dan weer wel goed. Dan is er kans op inkeer, op verbetering. Maar in een tijd als de onze waar iedereen zélf wel uitmaakt wat goed en kwaad is, waar er geen ijkpunt meer is, geen maatstaf die voor iedereen geldt, dan zijn we een stuk slechter af.

En dan nog iets: daar waar God uit beeld is verdwenen, is ook geen plaats meer voor vergeving. Vergeving is een typisch christelijk begrip. Als je zelf om vergeving vraagt omdat je beseft dat je tekortgeschoten bent, dat maakt je milder voor andermans tekortkomingen. Ik merk dat in onze seculiere wereld geen plaats meer is voor vergeving. Wat blijft er dan over: de beschuldigende vinger. Martin Luther King vroeg destijds aandacht voor ongerechtigheid, voor rassendiscriminatie. Maar hij vroeg ook nadrukkelijk aandacht voor vergeving. Dat is het verschil met de Black Lives Matter beweging. Daar is geen plaats voor vergeving, maar alleen voor schuld.  Als onrecht begaan is is het terecht dat men gerechtigheid eist. Denk aan Me Too en George Floyd. Maar als er geen plaats is voor vergeving, leidt het uitsluitend tot oog om oog, tot geweld, tot ‘je zult er voor boeten!’ Ik schrok deze week van president Joe Biden. In een persconferentie naar aanleiding van de aanslag in Afghanistan waarbij diverse Amerikanen om het leven kwamen: “Amerika zal dit niet vergeven….”. Letterlijk genadeloos. Oog om oog, tand om tand.

Je ziet het bij Cancel Culture: naming and shaming. Afwijkende meningen worden niet geduld. Slachtoffers zijn de nieuwe helden. Vergeving wordt zelfs gezien als onrecht. Ja, er zijn slachtoffers. Denk aan holocaust, denk aan de slavernij. Benoem dat en blijf het in herinnering roepen. Maar het slaat nu volledig door. Jouw situatie is altijd de schuld van een ander. Als je je beledigd voelt zal er iemand moeten boeten, ook al was er geen enkele intentie tot belediging. Kijk naar social media waar iedereen de schuld geeft aan iedereen en nooit de hand in eigen boezem steekt. Maar dan ook helemaal nooit.

Heeft de secularisatie hier mee te maken? Wel degelijk. Waar God uit beeld verdwijnt, verdwijnt niet het moralisme, maar wordt het honderd keer erger. Je moet woke zijn, anders deug je niet. Je moet een regenboogvlag ophangen, anders deug je niet. Je moet je kinderen voorhouden dat ze zelf kunnen kiezen of ze een jongetje of een meisje zijn, anders deug je niet. Je moet politiek correct zijn, anders deug je niet. Je moet…..

A correction would be welcome (english version of previous blog)

You can resolve a conflict or tension in two ways: through dialogue, and by silencing one of the two parties. Pope Benedict chose the first (Summorum Pontificum) resulting in the peaceful coexistence of the traditional Mass alongside the novus ordo. Pope Francis chose the second option resulting in the end of peaceful coexistence (the old Mass is terminated), but it does not appear to be the end of the conflict either. (Nu the way, I don't think there was a conflict at all; the two forms of the Latin liturgy can coexist just fine.)

What, in fact, is the case? The Pope, by his motu proprio, places the Church in a great dilemma. After all, the Latin Mass (which Francis wants to put an end to) stands in an organic continuity of centuries. Benedict was very clear on this: what used to be holy cannot suddenly no longer be holy. This is the leitmotiv of his Summorum Pontificum. His starting point was not to please PiusX fraternities, nor to keep the faithful who had a preference for the Old Mass within the Roman Catholic Church, but to safeguard the liturgical heritage of the Church. Indeed, the liturgy derives its legitimacy from the continuity of its tradition. The Latin ordo can boast of more than eighteen centuries of history. It is as Pope Benedict said, "A rite that for centuries was considered the way to holiness cannot suddenly be considered a danger, especially if the faith expressed in it is still considered valid."

The novus ordo has a history of barely fifty years. And what is more, it was hastily put together by Bugnini et al. The documents of Vatican II (Sacrosanctum Concilium) also do not in any way show that the intention was to put the Traditional Mass down.

Benedict, through Summorum Pontificum, had succeeded in saving the New Mass despite the lack of continuity of tradition and thus saving both missals. But Pope Francis has now (Traditionis Custodes) harked back to the time before Summorum Pontificum and put an end to the peaceful coexistence of both ordos, leaving only one ordo which, given its sweeping changes, represents a break with liturgical tradition rather than continuity.

The big question remains: why? It does not serve unity in any way, quite the opposite. Bishops do not know what to do. They are now faced with a devilish dilemma: Do I act as a custodian of tradition? Or do I obey the Pope, thereby destroying tradition? Recent reports  indicate that bishops are being generous, actually in violation of the motu proprio, but this is a disciplinary document and not a doctrinal one,which allows bishops to grant dispensation if they consider it conducive to the spiritual good (canon 87 Code of Canon Law).

It would be desirable if a correction to Traditionis Custodes would come, given its ambiguities and contradictions. This is already the case in the very first article of the motu proprio in which the pope posits the proposition that there is only one form ('the unique expression') of the lex orandi of the Roman Rite. This is strange when you consider that not so long ago Pope Francis himself promoted the missal "Divine Worship" (as a concession to Anglicans joining the RC Church), which is thus also part of the Roman Rite. Has that now also been implicitly abolished? On top of that, last year the Pope approved a number of new prefaces for the Old Mass, thus confirming that the Old Mass belongs to the Roman Rite.

It remains a curious phenomenon: a pope declaring war on some of his own faithful. In the same month that Pope Francis is praising James Martin's rainbow liturgy to the skies, he wants to get rid of the Mass that has been an expression of the Catholic faith for centuries. Perhaps he doesn't like large families ("they don't have to breed like rabbits"), perhaps he's not keen on priestly vocations, nor is he keen on full churches (which makes the empty rainbow churches look even emptier than they already are....).


+Rob Mutsaerts

Een correctie zou wenselijk zijn.

Een conflict of spanning kun je op twee manieren oplossen: door middel van dialoog en door één van de twee partijen het zwijgen op te leggen. Paus Benedictus koos voor het eerste (Summorum Pontificum) met als resultaat een vreedzame coëxistentie van de traditionele mis naast de novus ordo. Paus Franciscus heeft voor de tweede optie gekozen met als resultaat het einde van de vreedzame coëxistentie (de oude mis wordt getermineerd), maar het blijkt ook niet het einde van het conflict te zijn. (Overigens was er volgens mij niet eens een conflict; de beide vormen van de Latijnse liturgie kunnen prima naast elkaar bestaan).

Wat is namelijk het geval? De paus plaatst de Kerk door zijn motu proprio voor een groot dilemma. Immers de Latijnse mis (waaraan Franciscus een einde wil maken) staat in een organische continuïteit van eeuwen. Benedictus was hier zeer helder in: wat vroeger heilig was, kan niet ineens niet meer heilig zijn. Dat is dan ook het leitmotiv van diens Summorum Pontificum. Zijn uitgangspunt was niet het pleasen van PiusX-gemeenschappen, evenmin het binnen de RK Kerk houden van gelovigen die een voorkeur hadden voor de Oude mis, maar het veilig stellen van het liturgisch erfgoed van de Kerk. De liturgie ontleent namelijk haar legitimiteit aan de continuïteit van haar traditie. De Latijnse ordo kan bogen op meer dan achttien eeuwen geschiedenis. Het is zoals paus Benedictus zei: “Een ritus die eeuwenlang gold als weg naar heiligheid, kan niet plotseling als een gevaar beschouwd worden, zeker niet als het geloof dat daarin tot uiting komt nog steeds als geldig wordt beschouwd”.

De novus ordo kent een geschiedenis van nauwelijks vijftig jaar. Daarbij komt nog dat deze haastig in elkaar gezet is door Bugnini c.s. Uit de documenten van Vaticanum II (Sacrosanctum Concilium) blijkt ook geenszins dat het de bedoeling was de Traditionele mis buiten werking te stellen.

Benedictus was er middels Summorum Pontificum in geslaagd ondanks gebrek aan continuïteit van traditie de Nieuwe mis te redden en zodoende beide missalen te sauveren. Maar paus Franciscus heeft nu (Traditionis Custodes) teruggegrepen op de tijd vóór Summorum Pontificum en een einde gemaakt aan het vreedzaam naast elkaar bestaan van beide ordo’s, waardoor er nu slechts één ordo resteert die gezien haar ingrijpende wijzigingen veeleer een breuk met de liturgische traditie betekent dan dat zij continuïteit vertoont.

De grote vraag blijft: waarom? Het dient de eenheid op geen enkele manier, integendeel. Bisschoppen weten zich er geen raad mee. Zij staan nu voor een duivels dilemma: stel ik mij op als hoeder van de traditie? Of gehoorzaam ik aan de paus waardoor ik de traditie teniet doe? De berichten tot op heden duiden erop dat bisschoppen zich ruimhartig opstellen, eigenlijk strijdig met het motu proprio, maar dit is een disciplinair schrijven en geen leerstellig document, hetgeen bisschoppen mogelijkheden tot dispensatie biedt als zij dit voor het geestelijk welzijn bevorderlijk achten (canon 87 CIC).

Het zou wenselijk zijn als er een correctie komt op Traditionis Custodes gezien de onduidelijkheden en tegenstrijdigheden. Dat is al het geval in het allereerste artikel van het motu proprio waarin de paus de stelling poneert dat er slechts één vorm (‘the unique expression’) van de  lex orandi van de Romeinse Ritus is. Dat is vreemd wanneer je bedenkt dat paus Franciscus zelf nog niet zolang geleden het missaal “Divine Worship” gepromulgeerd heeft (als tegemoetkoming aan Anglicanen die toetraden tot de RK Kerk), die dus ook deel uitmaakt van de Romeinse Ritus. Is die nu ook impliciet afgeschaft? Daar komt nog bij dat de paus vorig jaar een aantal nieuwe prefaties voor de Oude mis heeft goedgekeurd, daarmee bevestigend dat de Oude mis tot de (buitengewone vorm van de) Romeinse Ritus behoort.

Het blijft een merkwaardig fenomeen: een paus die een deel van zijn eigen gelovigen de oorlog verklaart. In dezelfde maand dat paus Franciscus de regenboogliturgie van James Martin de hemel in prijst, wil hij af van de mis die eeuwenlang uitdrukking is van het katholieke geloof. Misschien houdt hij niet van grote gezinnen (“they don’t have to breed like rabbits”), zit hij misschien ook niet te wachten op priesterroepingen, en ook niet op volle kerken (waardoor de lege regenboogkerken nog leger lijken dan ze al zijn….).

+Rob Mutsaerts

Een kwaadaardige oekaze van paus Franciscus

Paus Franciscus propageert synodaliteit: iedereen moet mee kunnen praten, iedereen moet gehoord worden. Daar was weinig sprake van bij zijn onlangs gepubliceerde motu proprio Traditionis Custodes, een oekaze die per direct een einde moet maken aan de traditionele Latijnse Mis. Daarmee zet Franciscus een dikke vette streep door Summorum Pontificum, het motu proprio van paus Benedictus dat ruim baan gaf aan de oude mis. Dat Franciscus hier naar het machtswoord grijpt zonder enig overleg geeft aan dat hij aan gezag inboet. Dat bleek al eerder toen de Duitse Bisschoppenconferentie zich niets gelegen liet aan de adviezen van de paus betreffende het synodaliteitsproces. Hetzelfde deed zich voor in de Verenigde Staten waarin paus Franciscus de Bisschoppenconferentie opriep geen document voor te bereiden over waardig communiceren. Dan maar geen advies, maar een dwangbevel moet de paus gedacht hebben nu het over de traditionele mis gaat.

Het taalgebruik lijkt wel heel erg op een oorlogsverklaring. Elke paus sinds Paulus VI heeft altijd openingen gelaten voor de oude mis. Als er al wijzigingen aangebracht werden, betrof het minieme herzieningen, zie bijvoorbeeld de indulten van 1984 en 1989. Johannes Paulus II meende stellig dat bisschoppen genereus moeten zijn in het toestaan van de Tridentijnse mis. Benedictus heeft de deur zelfs wijd opengezet middels Summorum Pontificum: “Wat toen heilig was, is het nu nog”.

Franciscus slaat de deur middels Traditionis Custodes keihard dicht. Het voelt als verraad en is een klap in het gezicht van zijn voorgangers. De Kerk heeft overigens nooit liturgieën afgeschaft. Ook Trente niet. Franciscus breekt volledig met deze traditie. Het motu proprio bevat kort en krachtig enkele stellingen en bevelen. Middels een bijgaande langere verklaring wordt e.e.a. nader geëxpliciteerd. Deze verklaring bevat nogal wat feitelijke onjuistheden. Een daarvan is de bewering dat wat Paulus VI deed na Vaticanum II hetzelfde zou zijn als wat Pius V deed na Trente. Dit is volstrekt bezijden de waarheid. Vergeet niet dat vóór die tijd er diverse (overgeschreven) handschriften circuleerden en her en der lokale liturgieën ontstaan waren. Het was een warboel.

Trente wilde de liturgieën herstellen, onjuistheden verwijderen en controleren op orthodoxie. Het ging Trente er niet om de liturgie te herschrijven, ook niet om nieuwe toevoegingen, nieuwe eucharistische gebeden, een nieuw lectionarium of nieuwe kalender. Het ging louter om ononderbroken organische continuïteit te waarborgen. Het missaal van 1517 greep terug op het missaal van 1474 enzovoort terug tot de 4e eeuw. Er was continuïteit vanaf de 4e eeuw. Ook ná de 15e eeuw is er vier eeuwen continuïteit. Er werden van tijd tot tijd hooguit enkele kleine wijzigingen aangebracht of een toevoeging van een feest, gedachtenis of rubriek.

Vaticanum II vroeg blijkens conciliedocument Sacrosanctum Concilium om liturgische hervormingen. Welbeschouwd is dit een conservatief document. Het Latijn werd gehandhaafd, Gregoriaanse gezangen behielden hun legitieme plaats in de liturgie. De ontwikkelingen die volgden op Vaticanum II staan echter ver af van de conciliedocumenten. De beruchte ‘geest van het concilie’ is nergens terug te vinden in de concilieteksten zelf. Slechts 17% van de gebeden van het oude missaal (Trente) vinden we terug in het nieuwe missaal (Paulus VI). Dan kun je moeilijk nog spreken van continuïteit van een organische ontwikkeling. Benedictus heeft dit onderkend en om die reden ruim baan gegeven aan de Oude mis. Hij heeft zelfs gezegd dat niemand zijn toestemming nodig had (“Wat toen heilig was, is het nu nog”).

Paus Franciscus doet nu net of zijn motu proprio in de organische ontwikkeling van de kerk staat, hetgeen volstrekt de werkelijkheid weerspreekt. Door de Latijnse mis praktisch onmogelijk te maken, breekt hij finaal met de eeuwenoude liturgische traditie van de R.K.Kerk. Liturgie is geen speeltje van pausen, maar is erfgoed van de Kerk. De Oude mis gaat niet over nostalgie of smaak. De paus dient de bewaker te zijn van de Traditie; de paus is de tuinman, niet de fabrikant. Het kerkelijk recht is niet louter een kwestie van positief recht, er is ook nog zoiets als het natuurrechte en goddelijk recht, en bovendien bestaat er zoiets als Traditie die niet zomaar terzijde geschoven kan worden.

Wat paus Franciscus doet heeft niets te maken met evangelisatie en nog minder met barmhartigheid. Het heeft meer weg van ideologie. Ga eens naar een parochie waar de Oude mis gecelebreerd wordt. Wat kom je daar tegen: mensen die gewoon katholiek willen zijn. Dat zijn over het algemeen geen mensen die zich bezighouden met theologische disputen, ze zijn ook niet tegen Vaticanum II (wel tegen de implementatie ervan). Ze houden van de Latijnse mis vanwege de heiligheid ervan, de transcendentie, het zielenheil dat centraal staat, de waardigheid van de liturgie. Je komt er grote gezinnen tegen, mensen voelen zich welkom. Het wordt maar op een klein aantal plaatsen gevierd. Waarom wil de paus mensen dit ontzeggen? Ik kom terug op wat ik eerder zei: het is ideologie. Het is Vaticanum II inclusief de implementatie ervan met al haar aberraties, óf niks! Het relatief kleine aantal gelovigen (dat overigens groeiende is, terwijl de novus ordo instort) dat zich thuisvoelt bij de traditionele mis moet en zal uitgebannen worden. Dat is ideologie en kwaadaardigheid.

Als je werkelijk wilt evangeliseren, werkelijk barmhartigheid wilt betonen, katholieke gezinnen wilt steunen, dan houd je de Tridentijnse mis in ere. De Oude mis mag met ingang van heden niet meer gevierd worden in parochiekerken (waar dan wel?), je hebt nadrukkelijk toestemming nodig van je bisschop, die het slechts op bepaalde dagen mag toestaan, en voor degenen die in de toekomst gewijd worden en de oude mis willen celebreren moet de bisschop advies vragen aan Rome. Hoe dictatoriaal, hoe onpastoraal, hoe onbarmhartig wil je het hebben!

Franciscus noemt in art. 1 van zijn motu proprio de novus ordo (de huidige mis) “de unieke uitdrukking van de Lex Orandi van de Romeinse Ritus”. Hij maakt derhalve geen onderscheid meer tussen de Gewone Vorm (Paulus VI) en de Buitengewone Vorm (Tridentijnse mis). Er is altijd gezegd dat beiden uitdrukking zijn van de Lex Orandi, dus niet alleen de Novus ordo. Nogmaals, de oude mis is nooit afgeschaft! Over de vele liturgische misbruiken die her en der bestaan in talloze parochies hoor ik Bergolio nooit. In parochies is alles mogelijk, behalve de Tridentijnse mis. Alle wapens worden in de strijd gegooid om de Oude mis uit te bannen. Waarom? In Godsnaam waarom? Wat is toch die obsessie van Franciscus om die kleine groep traditionelen te willen ausradieren. De paus dient de bewaker te zijn van de traditie; niet de gevangenisbewaker van de traditie. Terwijl Amoris Laetitia uitblonk in vaagheden, is Traditionis Custodes een volstrekt heldere oorlogsverklaring.

Ik vermoed dat Franciscus met dit Motu Proprio in eigen voet schiet. Voor de  broederschap Pius X zal het goed nieuws blijken te zijn. Zij zullen nooit kunnen hebben vermoeden dat zij dit te danken hebben aan paus Franciscus…..

+Rob Mutsaerts

Can they suffer?

Het adagium van veel dierenactivisten is afkomstig van de Britse filosoof Jeremy Bentham:

The question is not Can they reason? nor Can they talk? but Can they suffer?’

Bentham sprak hier over het dier. Interessant is zijn beweegreden:

Het zal ooit erkend worden dat het aantal poten of het hebben van een staart, onvoldoende redenen zijn om een sensitief wezen aan zijn lot over te laten. Waar moeten we de grens tussen mens en dier leggen? Is dit het vermogen om logisch na te denken of om te spreken? Een volwassen paard of hond is met zekerheid een meer rationeel wezen, en zelfs meer een interactief wezen, dan een baby van een dag, een week of zelfs een maand oud. Maar stel eens dat het anders zou zijn: wat doet het ertoe, de vraag is immers niet kunnen ze logisch redeneren?en ook niet kunnen ze praten?, maar: kunnen ze lijden’”

Waar het in het Engeland van de 18e eeuw vanzelfsprekend was dat babys en gehandicapten rechten uit zichzelvehadden, was het dat voor een dier niet. Maar wát is het dan dat het dier een rechtspositie geeft, wil het niet overgeleverd zijn aan de willekeur van zijn eigenaar? Niet het vermogen te denken, of te praten, maar te lijden, volgens Bentham. Zijn denken is in later tijden overgenomen. Met een perverse omdraaiing tot gevolg.

In Nederland is het voorkomen van dierenleed wettelijk geregeld. Voor dierproeven hebben we de wet op de Dierproeven (1977): Een dierproef wordt onder algehele of plaatselijke verdoving uitgevoerd (art 13). Voor het slachten van dieren hebben we de Europese Verordeningen (1993, 2009) die regelen dat bij het doden van dieren ervoor moet worden gezorgd dat de dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard (art 1). En dan hebben we de Wet Dieren (2011) die de intrinsieke waarde van het dier erkent (art 1.3). Onder intrinsieke waarde wordt in deze wet verstaan: de eigen waarde van dieren, zijnde wezens met gevoel. Inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, moet worden voorkomen.

Geen van deze rechten komt toe aan het ongeboren kind. En dat is ongerijmd. Niet zozeer omdat het ongeboren kind een menselijke persoon is. Dat is het niet in ons land. Een menselijke persoon (een mens) heeft rechten uit zichzelve, die hem door niemand verleend of gegund hoeven te worden en niet afhankelijk zijn omstandigheden, of van percepties van derden. Door personhoodontstaan mensenrechten en wordt de mens van object tot subject. Denk aan de zwartste bladzijden uit onze historie: slaven (slavernij, tot 1863), of gehandicapten (eugenetische periode, tot in de jaren 50).

Personhoodheeft het ongeboren kind niet. Daar gaat het nu niet om. Het is niet dáárom dat het ongerijmd is dat we een intrinsieke waarde toekennen aan het slacht- of proefdier, en niet aan de foetus. Wel hierom: can it suffer?

Ik ben van mening het ongeboren kind vanaf de conceptie de status van menselijke persoon heeft en God de eigenaar van het leven is. Maar als we, als gedachtenoefening, de foetus eens even beschouwen als het eigendom van de vrouw, als een deel van haar lichaam waarover zij vrijelijk kan beschikken. Voor dat gezichtspunt geeft de huidige praktijk een goede reden. Al stelt de Wet WAZ een paar beperkingen aan het eigendom, in de praktijk is zij het inderdaad die beschikt.

Alle geinterviewde abortuszorgverleners benadrukken dat het aan de vrouw is te beoordelen of zij zich in een noodsituatie bevindt”, stelt de Evaluatie WAZ 2020. Dat spoort met de geregistreerde motieven van vrouwen om voor abortus te kiezen , die zijn schrikbarend vaak relationeel of economisch.

Wordt dát pro choice-perspectief gekozen, dán is het verschil met het dier pas ongerijmd. Want: kan het lijden? De Bentham-regel, met zn nadruk op pijn, betekent dat de (filosofische) vragen over de status van de foetus even kunnen worden overgeslagen. Het doet er even niet toe of de foetus op een gegeven moment een zelfstandige bloedgroep heeft, een unieke, individuele biografie heeft (DNA), een eigen hartslag, een eigen geslacht (wellicht met penis, zijn moeder in ieder geval niet), een eigen interactie met zijn omgeving of een eigen herkenbaarheid heeft (wellicht per echo). De duck-testdoet er even niet toe. Evenmin dat de foetus een autonoom en complex gestuurd geheel van biologische en geestelijke tot in de perfectie samenwerkende systemen is, alles op één doel afgestemd (uitgroei), een exclusief doel ook: het kan tot niets anders worden dan alleen tot volgroeid mens. En tot slot separaat is: als je hem zou kunnen transplanteren, zou hetzelfde kind uit een andere vrouw komen. Al dit even niet. Ook de vraag naar de ziel kan worden overgeslagen. Het is of/of: óf een te verwelkomen kind, óf - dat kan ook - een te verdelgen parasiet, maar nooit een orgaan: het is nooit of te nimmer iets zonder zelfstandige entiteit, nooit wezenloos.

Het is het eeuwige stoeien van de politiek correcte meerderheid: met welk woordgebruik dit alles in hemelsnaam moreel te legitimeren zonder in het eigen roestige mes te lopen. Wat natuurlijk niet kan. Met tal van voorbeelden van totale tegenspraak als gevolg. Een voorbeeld. De Burgerlijke Stand, waarin je een geaborteerd kind (na spijt, of met complexer motief) alsnog als overleden menselijke persoon kunt inschrijven. Ander voorbeeld. De Aborteurs-vereniging, die schrijft: Als een zwangerschap van 18-24 weken wordt beëindigd door rijping van de baarmoederhals en stimulatie van weeën kan het voorkomen dat een kind levend ter wereld komt”.

Dit alles terzijde en terug naar de gedachtenoefening. De hamvraag was: heeft het ongeborene een eigen, zelfstandige ervaring van lijden? Ook als het geen mens is, maar een object in vol eigendom van de vrouw. Recent zijn uit verschillende hoek twee wetenschappelijke artikelen verschenen, van gereputeerde onderzoekers waarvan de belangrijkste in ieder geval allesbehalve van vooringenomenheid kan worden verdacht. Er is nu een conclusie. Voorheen moesten we het doen met de (zeer bekende) standpunt van Hoogleraar Kindergeneeskunde K. Moseley Er is een overweldigende hoeveelheid aanwijzingen dat de een eerste trimster-foetus pijn kan ervaren. Het tegenbewijs moet dan geleverd worden door degenen die het tegenovergestelde beweren”.

Welnu, er is nu positief bewijs!

Het eerste artikel verscheen in 2020 in het gerenommeerde Journal of Medical Ethics (2020): Reconsidering Fetal Pain, van S.W.G. Derbyshire  en J.C. Bockmann. Het interessante is hier dat de Britse professor pijnexpertStuart Derbyshire een voorstander is van abortus. Hij is zelfs adviseur geweest van Planned Parenthood en had eerder vastgesteld dat ongeboren kinderen pas met 24 weken pijn voelen. Hij is – puur op voortschrijdend wetenschappelijk inzicht - teruggekomen op zijn standpunt.

Het tweede artikel is van het American College of Pediatricians en verscheen in januari 2021: Fetal Pain: What is the Scientific Evidence?” 200 kinderartsen publiceerden een gezamenlijke position paper, waarin na uitgebreid onderzoek precies dezelfde conclusie werd getrokken:

 ‘DE FOETUS KAN VANAF DE 12E WEEK PIJN VOELEN. We hebben de Silent Scream niet meer nodig! De profetische film uit 1984 waarop Bernard Nathanson middels een echo vastlegde hoe een 12 weken oude foetus de curettage-tang probeert te ontwijken en zijn mond opent op het moment dat die hem grijpt. We konden jarenlang alleen naar deze film verwijzen om te betogen dat abortus gewelddadig is. Kon Nathanson vroeger nog worden geframed, de wetenschappers die nu spreken, kunnen dat niet. We kunnen pijn inzetten in de verdediging van het leven, zonder dat eenvoudig het weggewuifd wordt. Klompen cellen voelen niet. Dit is écht nieuw. Pijnexpert professor Derbyshire, de auteur van het tweede artikel, schreef in 2008 nog dat pijnvóór de 24e week irrelevant is bij abortus. Hij heeft daar nog een verklaring over afgegeven tegenover het Britse Parlement bij de aanpassing van de abortuswet. Twaalf jaar later maakt hij een moedige ommekeer, op puur wetenschappelijke gronden.

Wat betekent dit? Ten eerste openbaren de onderzoeken een dubbele moraal in de medische praktijk. Bij prenatale chirurgie wordt verdoving immers wel gewoon toegepast. Ten tweede vinden we hierin eindelijk een waarde die voor- en tegenstanders van abortus gemeenschappelijk hebben. Pijn lijden doordat een foetus onverdoofd (eerst) zijn ledematen worden afgeknipt, is dermate ziekmakende gedachte, dat die ook iedere verlichte humanist met afkeer zal vervullen, welke visie hij op de status van het embryo ook heeft. En dáár ligt onze kans. De beschermwaardigheid van het embryo als menselijke persoon vanaf de conceptie beargumenteren stuitte altijd af op het onderliggende mensbeeld (dat weer een afgeleide is van het dááronder liggende Godsbeeld). Maar dat is nu voorbij. We kunnen nu iedere maatschappelijk betrokkene op zijn humanistieke ethiek aanspreken. Met alle kans op succes. Hun eerste stap op weg naar de volle aanvaarding van het Evangelie van het Leven. Wie weet, liggen er hierdoor ook juridische wegen open. Daar moet over worden nagedacht.

Het is dus zaaks aan te sluiten op het denkkader van degenen die op zich voorstander van abortus zijn, maar de humaniteit o zo hoog hebben. Dat doet D66. Kon die partij zeer recent nog twee voor ons tegenstrijdige zaken verenigen – ik doel hier op: het voor de afschaffing van de abortus-bedenktijd pleiten en gelijktijdig de invoering van een bedenktijd voor huisdierkopers propageren – nu kan zij dat niet meer. Door pijnwordt de kwestie intrinsiek, de getallen spelen geen rol. Of er nu twee of tien paarden in de Groningse overstroomde polder klem zitten, of er nu één of tien vogeltjes de Domino day-blokjes om dreigen te vliegen: het is het individuele dier dat een intrinsieke waarde heeft. Eindelijk zijn de aantallen van tafel, dit is niet meer utalitair. We kunnen hun jargonspreken. Eindelijk is er een gemeenschappelijke waarde van waaruit we samen verder kunnen: het humane.

Daarom: kleine aantallen. Volgens de NPV, altijd grondig, die de WAZ-registratiecijfers heeft geanalyseerd, vinden er jaarlijks 2.500 abortussen plaats van foetussen met een leeftijd van 18 weken of ouder. Dat is ruwweg één kind per kliniek per dag! Dat spreekt tot de verbeelding. We hebben het over een foetus van een 20 centimeter, een 2,5 ons, alle organen zijn verbonden, er komt niets meer bij. Het heeft een gezichtsuitdrukking, ogen open-dicht, het geslacht is te zien, het heeft vingerafdrukken en …. het voelt pijn als het uit elkaar gerukt wordt. Veel zou mogelijk moeten zijn - we kunnen so to speak verwachten dat D66 leden met ons mee gaan demonstreren voor die ene per dag. Maar dan moeten we in deze discussie één ding niet – althans niet te snel - doen: hen het recht op abortus ontzeggen. Het is anesthesie waarop we eerst moeten inzetten. Pijnverdoving. Niet als einddoel natuurlijk, dat is hun volledige bekering tot het Evangelie van het Leven. Maar dit kan hun wake-up zijn. Wellicht zijn er zelfs wegen om dit juridisch te bevechten.

Mogelijk ben ik te optimistisch en heeft dit gezamenlijk optrekken met D66 geen kans van slagen. Maar dan zal hun afwijzing een donkerbruine ideologie blootleggen. Verdoving zal wel niet nodigzijn, de Wet Dieren-gedachte niet inzetbaar, het is immers geen dier. Nee, geen dier, zelfs geen parasiet. Het is minder dan een parasiet. En dat dát werkelijke gezicht van de pro choice-wereld alsdan eens in al zijn klaarheid getoond wordt, is al winst ben ik bang. Bisschop Athanasius Schneider sprak het profetische woord dat het abortus-gerelateerde coronavaccin nog wel eens een nieuwe pro-life opwekking teweeg kon brengen.  Hij lijkt gelijk te krijgen. Geeft het artikel van Monica Seeley het Silent Scream-effect voor deze generatie? Wordt pijnzon zelfde, tweede wake-up?

Het is nú tijd voor humanistiek. Anesthesie. Per direct. Het kan hun eerste stap naar de volle Waarheid zijn: de personhood van het ongeboren kind. Wie weet wat dan volgt. Een keurmerk wellicht. Het Cruelty free”-keurmerk is er al, voor dierproefvrije cosmetica. Wellicht zijn daar onverdoofde foetussen aan toe te voegen? Voor Maggie en Campbell soep en al die andere shit waarvoor HEK-293 en PER.C6 werd gebruikt. Want die foetussen waren ook iets van 18 weken, en - hoewel ze volgens onze nieuwe vrienden geen menselijke personen zijn - they cán suffer!

 

(Ingezonden)