Mag Willem in een hertenkamp wonen?

Is Willem een meisje als hij vindt dat hij een meisje is? Nee, dat is hij uiteraard niet. De gendermaffia eist evenwel dat Willem voortaan als een meisje behandeld moet worden. Niet de objectieve werkelijkheid geldt, maar het sentiment. Als Willem vindt dat hij een hertje is, mogen we hem dan in een hertenkamp plaatsen? Wat is doorslaggevend of je een jongen of een meisje bent? Kennelijk niet het geslacht. Wat dan wel. Het gevoel? Maar hoe kun je zeggen dat je een meisje bent als je daar niet eens een definitie van kunt geven? Hoe kun je je een meisje voelen als je niet eens kunt aangeven wat een meisje tot meisje maakt. Het is het subjectivisme dat volledig doorgeslagen is. Dat is niet zonder gevolgen. C.S. Lewis schreef er een boek(je) over: The Abolition of Man (De Afschaffing van de Mens). Lewis had een vooruitziende blijk. Het boek dateert van 1943!

Lewis begint met het bekritiseren van een destijds recent gepubliceerd leerboek voor Engels voor basisscholen. Hoewel de auteurs van het boek beweren dat ze de principes van correct schrijven onderwijzen, betoogt Lewis dat ze op subtiele wijze de filosofie van het subjectivisme bepleiten: de opvatting dat waardeoordelen geen objectieve waarheid hebben en alleen de persoonlijke gevoelens en emoties van de spreker tot uitdrukking brengen. De auteurs van het tekstboek maken er bijvoorbeeld bezwaar tegen om het woord "subliem" toe te passen op een waterval, omdat deze uitspraak geen enkel feit over de waterval uitdrukt, maar alleen een emotionele reactie erop.

Voor Lewis is het standpunt van de auteurs van het leerboek gevaarlijk omdat het het vermogen van een individu ontkent om morele en esthetische oordelen te vellen. In het licht van deze bewering pleit Lewis voor de noodzaak van objectieve waarden. Kinderen worden niet geboren met een aangeboren begrip van de morele impulsen die zij zouden moeten volgen; dit vermogen moet in hen gevoed worden door hun ouders en leraren. De training van de gevoelens of emoties is belangrijk voor de vorming van een compleet, goed afgerond menselijk wezen. Lewis beweert dat het de schrijvers het hoofd - het rationele deel van de mens - benadrukken ten koste van het hart of het emotionele deel, wat resulteert in "mensen zonder hart”. De nadruk op het gevoel in de moderne samenleving strekt zich ook uit tot de wetenschappelijke wereld, waar de natuur wordt behandeld als een object dat moet worden ontleed en geanalyseerd. Als deze trend niet wordt tegengegaan, zou dit kunnen leiden tot een elitegroep van technische experts die de macht grijpen om de mensheid te controleren en te vormen via het onderwijssysteem.

Lewis contrasteert de moderne waardevrije benadering van onderwijs met een reeks morele basisvoorschriften die in alle wereldculturen bestaan, uitgedrukt door de Chinese filosofische term "de Tao". Wij zouden zeggen de (morele) Natuurwet. Voor Lewis is de Tao een onontkoombaar deel van de werkelijkheid; als de maatschappij deze verwerpt, verwerpt de maatschappij zowel het rationele als het emotionele deel van de menselijke natuur, waardoor de menselijke natuur gereduceerd wordt tot het ruwe dierlijke deel. Om deze rampzalige "afschaffing van de mens" te voorkomen, moet het onderwijssysteem morele waarden centraal gaan stellen, en moet de wetenschap een nederiger houding ontwikkelen, waarbij de natuur ten dienste wordt gesteld van de mens in plaats van te trachten hen beiden te domineren.

De rampzalige genderideologie die onze tijd terroriseert ontkent het bestaan van objectieve morele waarden die voor iedereen gelden. Meisjes en jongens bestaan niet meer. Zelfs feministen worden hun vrouwenrechten ontnomen. Het leidt tot transhumanisme, tot de afschaffing van de mens. Het is de paradox van onze tijd. Enerzijds wordt wetenschap de enige bron van kennis toegedicht. Alles wat niet wetenschappelijk is, heeft geen realiteitsgehalte. Alleen de objectief waarneembare feiten tellen. Filosofie en religie zijn geen (exacte) wetenschappen en tellen dus niet mee. Anderzijds wordt louter het gevoel aangemerkt als bestaande realiteit en tellen de feiten helemaal niet mee. Voor argumenten is derhalve geen plaats meer. Vandaar dat geschreeuw. Argumenten worden niet gewaardeerd. Rare jongens. Ze hebben heel wat verminkingen op hun geweten. En totaal verlies van identiteit. En zelfmoorden.

Synodaal proces: naar Jeruzalem of Emmaus?

Joep gaat voor het eerst naar school. In de klas zegt hij trots dat hij kan schrijven. Thuis had hij gezien dat zijn moeder een verhaal voorlas van een stuk papier waarop allemaal mysterieuze tekens stonden. Dat kan ik ook, zegt Joep. En hij krabbelt wat op een blad papier. Joep is trots op het resultaat: mooi verhaal, hé.

Joep heeft geen idee van letters of woorden, laat staan van zinnen. Wat Joep op papier krabbelde is helemaal geen tekst, maar zomaar wat gekras. Stel nu dat de juf zou zeggen: goed gedaan, Joep. Het is helemaal goed zo. Stel dat ze dat tegen elk kind zegt, ook tegen de kinderen die al een paar jaar op school zitten. Stel dat ze geen enkel kind corrigeert, alleen maar bevestigt dat wat het kind doet, goed is. En zo gaat het ook als rekenen op het programma staat. Geen enkele uitleg geen enkele logica, geen enkele correctie, elke uitkomst is goed. Joep, hoeveel is zes min drie? ‘Blauw’. Nou ja, als Joep dat vindt is dat het goede antwoord. We snappen dat zo’n school volstrekt overbodig is.

Hoe is het met de Kerk gesteld? Nog één generatie en er is vermoedelijk nog maar weinig van over in de westerse wereld. Zou het synodaal proces een ommekeer kunnen bewerkstelligen? Luisteren is het devies. Wat willen we eigenlijk bewaren? Waar staat de Kerk eigenlijk voor, wat is haar specifieke kenmerk? Hoe kunnen we weer tot bloei komen? Wat zeggen de mensen hierover?

Bij de antwoorden die verzameld zijn door de parochies en bisdommen zitten zinvolle suggesties, mooie aanzetten en zoeken naar identiteit. Maar wat toch overheerst is de mening dat de Kerk zich moet aanpassen aan de tijd, aan de seculiere cultuur, aan wat mensen willen. Het sentiment overheerst en niet het argument. Inspraak zonder inzicht leidt altijd tot uitspraken zonder uitzicht. Vergelijk het met de geschetste (fictieve) situatie op school. Zonder kennis, zonder vaardigheden, zonder aanvaarding van Bijbel, Traditie en Leergezag is de Kerk volstrekt overbodig. Een Kerk die alleen maar luistert, maar niet onderricht, corrigeert, niet spreekt over onveranderlijke objectieve waarheden, heeft niets te bieden. Een Kerk die niet tegen de huidige seculiere cultuur ingaat, die niet corrigerend en lerend optreedt, die haar moraal niet verdedigt, heeft geen bestaansrecht meer.

Ik veroordeel de mensen die deze ideeën bepleiten niet, maar ze dragen er wel toe bij dat de Kerk, die zich nog louter in de marge bevindt, over de afgrond geduwd wordt. Een aloud gezegde luidt: Een Kerk die trouwt met de tijd zal spoedig weduwe zijn. Ze gaat gewoon op in haar omgeving en wordt volstrekt onzichtbaar, zonder identiteit en heeft dus geen bestaansrecht meer.

Jezus liep een heel eind mee met de twee vrienden die van Jeruzalem op weg waren naar huis, naar Emmaus. Jezus luisterde aandachtig, liep een flink stuk met hen mee, had begrip voor hun teleurstelling, maar greep op een gegeven moment wel in. Hij maakte duidelijk dat ze er helemaal naast zaten en legde vervolgens uit hoe het wel zat. De teleurstelling sloeg om in vreugde en ze keerden om naar Jeruzalem.

Misschien moesten wij dat ook maar eens meer doen. Duidelijk aangeven waar we voor staan, vergezeld van heldere argumenten, want die hebben we. En niet de nadruk leggen op veilige onderwerpen zoals klimaatverandering waarover iedereen het eigenlijk wel eens is en waar niemand aanstoot aan zal nemen. En niet zoals in Duitsland kerkelijke standpunten willen wijzigen. Degenen die menen dat dit tot de mogelijkheden behoort, belanden uiteindelijk niet in Jeruzalem, maar in Emmaus.