De Synodale Weg. Explosiegevaar

De Synodale Weg. Explosiegevaar.

In de vergaderingen van de Amazone-synode is veel gezegd. Nu is er de exhortatie van paus Franciscus en wat blijkt: er is niets opgelost. De paus heeft dromen. De Synodale Weg die de Duitse Kerk nu bewandelt zal tot eenzelfde conclusie leiden. Het zal weinig bijdragen aan het gezond maken van de Kerk in Duitsland. Waarom? Omdat de gestelde diagnose niet juist is en derhalve het voorgestelde medicijn niet tot gezondmaking leidt.

Wat is het geval. De diagnose luidt dat de Kerk in de misbruikcrisis systematisch tekort geschoten is. Het voorgestelde medicijn: een radicale verandering van structuur en leer. Dan wordt de Kerk weer geloofwaardig. Men vergeet dat al lang voor de misbruikcrisis de gelovigen wegliepen. Niet het schandalig misbruik heeft mensen de Kerk de rug doen toekeren, maar de secularisering van de Kerk door haarzelf doorgevoerd. De zucht naar vernieuwing niet op basis van het evangelie, maar op basis van seculiere opvattingen. Al doende werd de Kerk getransformeerd tot een service- instituut, alwaar God nog nauwelijks aan bod komt. Het geloof zou mens en maatschappij moeten uitdagen tot verandering. In plaats daarvan putte men zich uit in pogingen de Kerk aan te passen aan de maatschappij. God kreeg de status van brandweerman: fijn dat hij er is, maar je hoopt dat je hem niet nodig hebt.

De Synodale Weg is gemodelleerd naar het seculiere politieke model: de meerderheid bepaalt de geloofsinhoud. Het wordt gebracht als “een geestelijk experiment met een open einde”. Dat doet mij denken aan het scheikundelokaal van mijn middelbare school. Explosies waren nooit uitgesloten. Je zou denken dat het R.K. Geloofsgoed het uitgangspunt zou moeten zijn, maar nee, “betrokkenheid” en “het onvoorstelbare denken” (E.Tiefensee, pr) zijn de gebezigde mantra’s. Of wat te denken van deze uitspraak: “Sociologische argumenten dienen voorop te staan; pas dan komen theologie en traditie aan bod” (bisschop Gerber). Als dan ook nog de kreet van theologe Dorothea Sattler “Wie kan zeggen dat hij Gods wil kent” op applaus kan rekenen, en aartsbisschop Stefan He$e zich distantieert van de kathechismus (“Van boven in plaats van op ooghoogte”) zakt mij de moed in de schoenen.

Ondertussen hebben Kardinaal Sarah en paus Benedictus zich uitgesproken over de betekenis en waarde van het celibaat. Opvallend genoeg zijn het wederom de voorvechters van openheid en  dialoog die hen de mond willen snoeren. En paus Franciscus doet er het zwijgen toe over deze kwestie.

Maar goed, even terug naar de aanleiding voor de Synodale Weg. Het misbruikschandaal met als gevolg het verloren vertrouwen. Hoe komen we tot herstel? De voorgestelde thema’s zijn het opheffen van het verplichte celibaat, priesterschap voor gehuwde mannen, diaconaatswijding voor vrouwen, verandering van de kerkelijke seksuele moraal en clericalisme. Probleem is evenwel dat geen enkel onderzoek causale verbanden aanwijst tussen misbruik en deze items. Misbruiksstudies hebben van alles aan het licht gebracht, maar geen valide causaliteit-analyse. Vandaar dat een vergelijkend onderzoek naar misbruik in andere instituties ontbreken. Maar ook de innerlijke logica ontbreekt. Een van de aanbevelingen betreft de verandering van de seksuele moraal van de Kerk onder verwijzing naar de moderne stand van zaken van wetenschapstudies inzake seksualiteit. Weten zij dan niet dat moraal en medische wetenschap twee verschillende zaken zijn? Opvallend is ook dat het feit dat de overgrote meerderheid van de slachtoffers jongens betreft. Een aanbeveling om homoseksualiteit binnen de clerus eens te onderzoeken ontbreekt geheel. Men haast zich onbeargumenteerd te zeggen dat dit geen risicofactor is. Er is geen bewijs voor. Dat klopt; het is immers niet onderzocht.

Ondertussen is helaas duidelijk geworden dat misbruikaantallen in sport en onderwijs niet onderdoen voor de Kerk. Het lijkt mij dat je hieruit mag concluderen dat preventie niet gezocht moet worden in typisch kerkelijke thema’s zoals het celibaat en kerkelijke moraal. Het lijkt erop dat de aanbevelingen een weergave zijn van de eigen agenda van de deelnemers. Laat ik mijn grote held Chesterton nog maar eens citeren. “Mensen zijn de weg kwijt. Dat is niet zo erg, de mensen zijn altijd de weg kwijt geweest. Probleem nu is dat ze het adres kwijt zijn”. 

Vasthouden aan celibaat is heel gezond

Vasthouden aan celibaat is heel gezond.

Onderstaande column verscheen eerder in het Katholiek Nieuwsblad, waar bisschop Mutsaerts columnist is geworden.

Het celibaat staat weer eens ter discussie. Dat is niets nieuws. De kritiek uit seculiere hoek komt meestal voort uit de veronderstelling dat de R.K. Kerk de vijand zou zijn van wat zij ‘gezonde seksualiteit’ noemt. Terwijl de Kerk altijd vastgehouden heeft aan het celibaat, is ‘gezonde seksualiteit’ aan veelvuldige herdefiniëring onderhevig. In de 19e eeuw beschouwde men een kinderrijk gezin waarbij vader voor het inkomen zorgde en moeder voor de kinderen als een gezonde situatie. In die tijd richtte de kritiek - afkomstig uit protestantse hoek - zich op broeders en nonnen die om ondoorgrondelijke redenen ongehuwd wilde blijven. Later, toen met ‘gezonde seksualiteit’  vooral bedoeld werd machogedrag van heteromannen die niets wilden weten van “afwijkend moreel gedrag”, kreeg de Kerk het verwijt te barmhartig te zijn voor “decadente homoseksuelen”. Toen weer later de term ‘gezonde seksualiteit’ wederom een nieuwe invulling kreeg, namelijk het blanke standaardgezin met twee kinderen, werd het verwijt naar de Kerk geslingerd dat zij geobsedeerd is door procreatie zonder oog te hebben voor de overbevolking van de wereld. En nu, in onze tijd van promiscuïteit, deugt de R.K.Kerk niet vanwege haar “verstikkende onderdrukkende repressieve moraal” die mensen hun seksuele vrijheid ontneemt. Vooral het verplichte priestercelibaat moet het ontgelden. Want ja, dat moet wel tot uitwassen leiden.

Terwijl ‘gezonde seksualiteit’ van tijd tot tijd geherdefinieerd wordt, blijft de Kerk vasthouden aan haar aloude overtuiging. Maar hoe binnen dit kader de invulling van het begrip ‘gezond’ ook verandert, de Kerk kan het nooit goed doen. Frédéric Martel beschrijft in zijn boek “Sodoma. Het geheim van het Vaticaan” de homocultuur die in het Vaticaan zou heersen. Martel meent dat deze subcultuur erop duidt dat het priestercelibaat een mislukking is, onnatuurlijk en schadelijk. Luidde ooit het verwijt dat het celibaat oorzaak was van afwijkend gedrag, nu beweert Martel dat celibaat de afwijking is en open homoseksualiteit het geneesmiddel. 

Heeft Martel gelijk met zijn bewering dat er een homosubcultuur bestaat binnen het priestergilde? Ik vrees van wel. Priesters hebben vrouwen, nonnen en kinderen misbruikt. Het is goed dat dit crimineel gedrag als zodanig benoemd en behandeld wordt (maatschappelijk en justitieel). Dat het geen typisch kerkelijk of celibatair probleem is, heeft het #MeToo-tijdperk wel duidelijk gemaakt. Dat de kritiek afkomstig is van seculiere media en kerkhatende scribenten wil nog niet zeggen dat de Kerk deze kritiek niet ter harte zou moeten nemen. Dat verergert de zaak alleen maar en heeft er in het verleden toe geleid dat het kwaad jarenlang kon voortwoekeren. Maar het feit dat ‘gezonde seksualiteit’ (alleen buiten de Kerk verkrijgbaar) van generatie tot generatie telkens een nieuwe invulling krijgt, is voldoende reden tot scepsis als zou alle ellende verdwijnen als Rome maar eens een einde zou maken aan de “onnatuurlijke” eisen.

De seksuele ethiek van onze tijd - rotzooi er maar op los, als je het maar ‘veilig’ doet en met instemming van de ander, liefst schriftelijk - zou de Kerk op haar beurt sceptisch moeten maken. In een maatschappij  die alles normaal vindt op seksueel gebied (vraag het maar aan dokter Corrie die uitermate haar best doet onze jongste jeugd te vergiftigen), maar die tegelijkertijd overspoelt wordt door ranzige porno en seksrobots om frustraties te verzachten, maakt pijnlijk duidelijk dat de seksuele revolutie  niet tot bevrijding heeft geleid, maar tot uitwassen met ontelbare slachtoffers. Diezelfde maatschappij heeft medelijden met katholieke priesters. Ze zouden hun verlangens onderdrukken en derhalve een miserabel leventje leiden (voor een enkeling klopt dat wel, voor de meesten geenszins). Dat is merkwaardig als je ziet dat diezelfde samenleving steeds meer vastloopt in haar frustraties en steeds meer eenpersoonshuishoudens kent die eenzaam oud worden.

+Rob Mutsaerts