Onderstaande column verscheen eerder in het Katholiek Nieuwsblad, waar bisschop Mutsaerts columnist is geworden.
Het celibaat staat weer eens ter discussie. Dat is niets nieuws. De kritiek uit seculiere hoek komt meestal voort uit de veronderstelling dat de R.K. Kerk de vijand zou zijn van wat zij ‘gezonde seksualiteit’ noemt. Terwijl de Kerk altijd vastgehouden heeft aan het celibaat, is ‘gezonde seksualiteit’ aan veelvuldige herdefiniëring onderhevig. In de 19e eeuw beschouwde men een kinderrijk gezin waarbij vader voor het inkomen zorgde en moeder voor de kinderen als een gezonde situatie. In die tijd richtte de kritiek - afkomstig uit protestantse hoek - zich op broeders en nonnen die om ondoorgrondelijke redenen ongehuwd wilde blijven. Later, toen met ‘gezonde seksualiteit’ vooral bedoeld werd machogedrag van heteromannen die niets wilden weten van “afwijkend moreel gedrag”, kreeg de Kerk het verwijt te barmhartig te zijn voor “decadente homoseksuelen”. Toen weer later de term ‘gezonde seksualiteit’ wederom een nieuwe invulling kreeg, namelijk het blanke standaardgezin met twee kinderen, werd het verwijt naar de Kerk geslingerd dat zij geobsedeerd is door procreatie zonder oog te hebben voor de overbevolking van de wereld. En nu, in onze tijd van promiscuïteit, deugt de R.K.Kerk niet vanwege haar “verstikkende onderdrukkende repressieve moraal” die mensen hun seksuele vrijheid ontneemt. Vooral het verplichte priestercelibaat moet het ontgelden. Want ja, dat moet wel tot uitwassen leiden.
Terwijl ‘gezonde seksualiteit’ van tijd tot tijd geherdefinieerd wordt, blijft de Kerk vasthouden aan haar aloude overtuiging. Maar hoe binnen dit kader de invulling van het begrip ‘gezond’ ook verandert, de Kerk kan het nooit goed doen. Frédéric Martel beschrijft in zijn boek “Sodoma. Het geheim van het Vaticaan” de homocultuur die in het Vaticaan zou heersen. Martel meent dat deze subcultuur erop duidt dat het priestercelibaat een mislukking is, onnatuurlijk en schadelijk. Luidde ooit het verwijt dat het celibaat oorzaak was van afwijkend gedrag, nu beweert Martel dat celibaat de afwijking is en open homoseksualiteit het geneesmiddel.
Heeft Martel gelijk met zijn bewering dat er een homosubcultuur bestaat binnen het priestergilde? Ik vrees van wel. Priesters hebben vrouwen, nonnen en kinderen misbruikt. Het is goed dat dit crimineel gedrag als zodanig benoemd en behandeld wordt (maatschappelijk en justitieel). Dat het geen typisch kerkelijk of celibatair probleem is, heeft het #MeToo-tijdperk wel duidelijk gemaakt. Dat de kritiek afkomstig is van seculiere media en kerkhatende scribenten wil nog niet zeggen dat de Kerk deze kritiek niet ter harte zou moeten nemen. Dat verergert de zaak alleen maar en heeft er in het verleden toe geleid dat het kwaad jarenlang kon voortwoekeren. Maar het feit dat ‘gezonde seksualiteit’ (alleen buiten de Kerk verkrijgbaar) van generatie tot generatie telkens een nieuwe invulling krijgt, is voldoende reden tot scepsis als zou alle ellende verdwijnen als Rome maar eens een einde zou maken aan de “onnatuurlijke” eisen.
De seksuele ethiek van onze tijd - rotzooi er maar op los, als je het maar ‘veilig’ doet en met instemming van de ander, liefst schriftelijk - zou de Kerk op haar beurt sceptisch moeten maken. In een maatschappij die alles normaal vindt op seksueel gebied (vraag het maar aan dokter Corrie die uitermate haar best doet onze jongste jeugd te vergiftigen), maar die tegelijkertijd overspoelt wordt door ranzige porno en seksrobots om frustraties te verzachten, maakt pijnlijk duidelijk dat de seksuele revolutie niet tot bevrijding heeft geleid, maar tot uitwassen met ontelbare slachtoffers. Diezelfde maatschappij heeft medelijden met katholieke priesters. Ze zouden hun verlangens onderdrukken en derhalve een miserabel leventje leiden (voor een enkeling klopt dat wel, voor de meesten geenszins). Dat is merkwaardig als je ziet dat diezelfde samenleving steeds meer vastloopt in haar frustraties en steeds meer eenpersoonshuishoudens kent die eenzaam oud worden.
+Rob Mutsaerts