Job

Job

Ik heb mijn middelbare schoolleeftijd doorgebracht op de Rijksscholengemeenschap Koning Willem II (op een niet-katholieke, maar openbare school; ik had brave katholieke ouders, vandaar). Ik heb dat als een aangename periode ervaren. Mijn maat Job had de pech op een katholieke school te belanden waar hippies, gesjeesde nonnen en uitgetreden priesters het vak Levensbeschouwing voor hun rekening namen. Zij leerden de katholieke jeugd de kerkelijke leer over seksualiteit, de maagdelijkheid van Maria, de verrijzenis van Jezus en de onfeilbaarheid van de paus te verwerpen. Tussen het vertonen van wervingsfilmpjes voor de Sandinisten, lofprijzingen aan het adres van Che Guevara en het afdoen van paus Johannes Paulus II als een aftandse Poolse loodgieter, kreeg Job te horen dat het kerkelijk standpunt wat betreft anticonceptie toch echt misdadig is in een overbevolkte wereld. Maar Job is een bijzondere jongen. Hij was weliswaar niet praktiserend katholiek, maar had wel een gezond verstand. Job - toen 16 jaar - had zo zijn bedenkingen tegen deze gang van zaken en schreef zijn beklag in een kort briefje aan de directeur van zijn school. Dat briefje ging van de directeur naar de bisschop en vervolgens van de bisschop naar de nuntius. En Job werd ontboden op de kamer van de directeur. Daar zat hij dan. In zijn eentje tegenover de directeur, alle drie de docenten Levensbeschouwing van school en ook nog eens meneer pastoor die opgetrommeld was door de schoolleiding. Voor de gelegenheid had hij zelfs een boordje omgedaan. De directeur zette zijn meest zalvende gezicht op en zei: “Job, als je zo ongelukkig bent met onze manier van lesgeven, zou je dan niet eens overwegen om naar een andere school te gaan. Je bent toch bevriend met Rob. Die zit op de Willem II. Het schijnt hem en zijn ouders daar goed te bevallen”. Job keek de directeur minzaam aan en zei: “Als jullie zo ongelukkig zijn met de inhoud van het katholieke geloof, zouden jullie dan niet eens overwegen om ander werk te zoeken?” Toen viel er een ongemakkelijke stilte. Sindsdien is Job mijn held.,
Het was een beetje een Jeanne d’Arc- momentje. De 16-jarige Jeanne d’Arc had ook flinke tegenwerking te verduren van haar medechristenen, gewoon door de waarheid te zeggen. Maar onder aanvoering van dit ongeletterde herderinnetje werden de Engelsen het land uit gedreven. Toen ze gedwongen werd in haar eentje haar standpunten te verdedigen op de theologische faculteit van de Parijse universiteit tegenover het gehele peloton theologieprofessoren, hield ze simpelweg vast aan de katholieke standpunten. Trouwens, ook in onze dagen bemerk ik dat her en der pastorale krachten (met een officiële zending van bisschoppen) in parochies meningen ventileren die geenszins stroken met hetgeen de Kerk van hen vraagt. Arme kinderen die dit moeten aanhoren. Ik hoop dat er ergens een Job tussen zit.


Animal Farm

Animal Farm

“Als vrijheid werkelijk iets betekent, is het wel het recht om mensen dingen te vertellen die ze niet willen horen”, aldus George Orwell. In 1945 verscheen Animal Farm. Een fabel over dieren die de macht op een boerderij overnamen. Maar de gehoopte vrijheid bleef uit: de varkens vestigden een schrikbewind. Alle dieren zijn immers gelijk, maar sommigen zijn gelijker dan anderen.

In onze tijd is het niet veel anders.  De afwijzing van een meer dan tweeduizend jaar bestaande wijze van denken over mens en maatschappij, die berust op de grondgedachte dat er een menselijke natuur bestaat en dat ook de samenleving berust op een natuurlijke ordening heeft geleid tot het grote euvel van onze tijd: het relativisme. Resultaat is ook hier dat vrijheid tanende is. Alle mensen zijn gelijk, maar sommigen zijn gelijker dan anderen. Je ziet altijd dat de leemte die door het wegvallen van universele waarden ontstaat opgevuld wordt met andere waarden die vervolgens verabsoluteerd worden zoals tolerantie, gendergelijkheid, milieu. Deze waarden worden niet gepresenteerd als richtlijnen, maar worden met religieus fanatisme afgekondigd als de nieuwe moraliteit, nieuw goed en kwaad waarvan men eist dat iedereen het omarmt. De nieuwe intolerantie kent zo haar eigen dogma’s.

De nieuwe intolerantie wordt gerechtvaardigd door het principe van ‘de meeste stemmen gelden’, hetgeen praktisch gezien neerkomt op willekeur. De in 2014 (wat mij betreft terecht) verboden pedopartij Martijn houdt er dezelfde principes op na als D66-senator Brongersma in de jaren ’70. Wat toen tamelijk breed geaccepteerd werd, wordt nu volstrekt verwerpelijk geacht. Dezelfde voorstemmers van destijds, zijn nu de tegenstemmers. Gelukkig het kind dat niet in de jaren ’70 opgroeide. Relativisme betekent gewoon dat je niets echt goed of slecht kunt noemen. Er bestaat geen intrinsiek kwaad. Wat goed is, is simpelweg hetgeen ik goed vind. 

Dat is beangstigend. Als er geen waarden bestaan die uitstijgen boven de inzichten van de machthebbers van het moment, betekent dit uiteindelijk het einde van democratie en vrijheid. We hebben een nieuwe Animal Farm gecreëerd. Ondertussen zijn de relativisten in een merkwaardig spagaat beland. Enerzijds proclameren zij ‘ieder zijn eigen waarheid’. Anderzijds houden zij vast aan een aantal normen die volgens hen voor iedereen gelden (en dus absoluut zijn).

Omdat de meerderheid uiteindelijk altijd gelijk krijgt, denkt de meerderheid dat ze ook altijd gelijk heeft. Maar juist de onderdrukking van die reflex en de omgang met minderheden vormen de democratische lakmoesproef. De minderheid moet ook in vrijheid kunnen leven. Destijds werd de katholieke minderheid het zwijgen opgelegd door de protestantse meerderheid en diende men zijn toevlucht te zoeken tot schuilkerken. In onze tijd is het de christelijke minderheid die geen gelijke rechten wordt gegund door de islamitische meerderheid zoals bijvoorbeeld in Pakistan. Job Cohen kon zich in 2000 toen het homohuwelijk zijn intrede deed, nog wel de gewetensbezwaren van een minderheid voorstellen. Zo ook Femke Halsema die van mening was dat ruimhartig omgegaan moet worden met ambtenaren die principiële of religieuze bezwaren hebben tegen het homohuwelijk. Dat is nu juist tolerantie: dat je andersdenkenden respecteert. Inmiddels is er van onze geroemde tolerantie weinig meer over. Een ambtenaar met gewetensbezwaren heet nu een weigerambtenaar en krijgt ontslag. Hetzelfde lot wacht een arts die aangeeft niet bereid te zijn een kind in de moederschoot te ontmantelen. Een schooldirecteur die meent niet te moeten zwichten voor een verzoek om genderneutrale toiletten omdat naar zijn mening het geslacht geen keuze is maar een feitelijk gegeven kan ook op zoek naar een andere baan. Sportclubs die toestaan dat een jongen die meent een meisje te zijn en om die reden meent bij de meisjes te mogen douchen, zijn stapelgek.   Maar die mening mag ik niet hebben. En de meisjes die dit ook maar niks vinden moeten hun mond houden; hun mening is niet relevant. Het duurt niet lang meer dat de politieke correctheid zal voorstellen orthodoxe christenen en andere gezond-verstand-lieden naar een soort HALT-kamp voor volwassenen te sturen.

John Locke meende stellig dat het mogelijk en goed is ongemakkelijke meningen te tolereren en te bekritiseren. De woordvoerders van het intolerantiekamp prefereren daarentegen onwillige meningen uit te roeien, en zichzelf daardoor de moeite van het debat te besparen. Onze cultuur promoot het gevoel van eigenwaarde als het belangrijkst denkbare in de wereld en maakt van elke individu een godje, die zware sancties eist voor iedereen die hun levenswijze bevraagt, met als eindresultaat een kille intolerantie die de vrijheid van mening ernstig bedreigt. We spreken niet meer met elkaar, maar willen letterlijk mensen van gedachten doen veranderen. Je zou denken dat mensen die in de jaren ’60 zo hun mond vol hadden over tolerantie en vrijheid (en dus ook die van andersdenkenden) geen bezwaar zouden hebben tegen een bakker die liever geen taart maakt met twee bruidegommen. Maar nee hoor, er ontstaat grote verontwaardiging. Je roept heel hard ‘discriminatie’ en daarmee is de discussie beëindigd voordat deze begonnen is. Natuurlijk waren er genoeg bakkers te vinden die wel zo’n taart wilden fabriceren, maar dat was niet genoeg: iedereen moet zich conformeren.

Het maakt duidelijk dat de hedendaagse seculiere cultuur een sterk dogmatisch en totalitair karakter heeft. Als je een ‘verkeerd’ idee hebt over het huwelijk of gender mag je daar niet naar handelen. Exit vrijheid van godsdienst, exit vrijheid van meningsuiting. Ik ben een democraat. Als de meerderheid voor een homohuwelijk is, dan moet dat er maar komen. Ik behoud mij wel graag het recht voor hierin een minderheidsstandpunt in te mogen nemen. Dat wordt mij kennelijk niet gegund. Gelukkig hebben we Johan Derksen nog. Deze ultieme verdediger van de ultieme vrijheid van meningsuiting – vandaar mijn grote sympathie voor deze ongelikte beer - zegt hier af en toe heel aardige dingen over.

+Rob Mutsaerts