De evangelist Lucas laat meteen in het begin van zijn evangelie blijken dat hij een nauwkeurig onderzoek heeft verricht naar wat er allemaal voorgevallen is. Nee, hij is geen sprookjesschrijver, maar eerder een historicus. Kijk eens als hij Johannes de Doper introduceert. Lucas geeft exact aan wanneer en waar dit was: in het 15e regeringsjaar van keizer Tiberius. Pontius Pilatus was toen landvoogd van Judea, en Herodes gouverneur van Galilea.
Laten we eens een van deze historische figuren onder de loep nemen. Tiberius. Wie was deze Tiberius? Ik zal het u vertellen. Zijn ouders waren vooraanstaande mensen, die op een gegeven moment scheidden, zodat zijn moeder kon trouwen met de keizer: Caesar Augustus. Tiberius kon het niet vinden met zijn stiefvader, die hem overigens liet verbannen. Ver weg in ballingschap trouwde hij, en sloot later weer vrede met zijn stiefvader, de grote Caesar. Hij wordt verliefd op de dochter van Caesar (Julia), dus ging hij scheiden van zijn vrouw. Maar Julia (zijn nieuwe vrouw dus) rommelde nogal wat aan, en daarom deed Tiberius haar in de ban. Maar ondertussen was er nog geen troonopvolger, want het huwelijk had alleen maar dochters voortgebracht. Caesar adopteerde vervolgens Tiberius als zijn zoon, zodat hij de nieuwe keizer zou kunnen worden.
Kunt u het nog volgen. Met zo’n scenario zou Goede Tijden Slechte Tijden jaren vooruit kunnen. Vooral als je weet dat de overige hoofdrolspelers Pilatus, Herodes, Annas en Kajafas zijn. En dat het vooral draait om machtsstrijd, intrige, lastercampagnes, hypocrisie en verraad. En dat allemaal in een tijd van oorlog, terreur, economische instabiliteit, oppervlakkige geloofsbeleving en moreel verval. Kortom: het is net als bij ons vandaag!
Wat ik maar wil zeggen is dat Johannes de Doper optrad en preekte in de echte wereld in een echte tijd: in de tijd van Tiberius, Pilatus en Herodes. En zo is ook Jezus geboren in een land dat je op de wereldkaart kunt aanwijzen, ten tijde van machthebbers die je in geschiedenisboeken tegenkom en in een tijd die wat veel dingen betreft veel op de onze lijkt. En toch, als wij ons voorbereiden op kerstmis, doen we dat op een manier alsof het helemaal niets met ons anno 2021 te maken heeft. Alsof het geboorteverhaal van Jezus plaatsvindt in een sprookjeskoninkrijk – zoiets als het verhaal van de familie Stahlbaum in de Notenkraker – bestaande uit knipperende lichtjes, grote cadeaus en een gezellige, warme kerstsfeer.
De kern van kerstmis is eigenlijk iets totaal anders: God wil ons hier en nu ontmoeten, hier op de plaats waar u nu woont in 2021, in een wereld met gestresste mensen, een pandemie, loslopende dwazen en politieke baantjesjagers. Jezus kwam in een wereld van angstige mensen, stervende mensen, mensen op zoek naar iets zinvols en echte vreugde. Dat was toen, dat is vandaag net zo. In deze wereld moeten wij ons voorbereiden op de komst van de Verlosser, op de komst van het Kerstkind. Dat is wat Johannes destijds riep en vandaag de dag roept.
In de kerstnacht zal Lucas het nog eens benadrukken dat we met een historische Jezus te maken hebben, die geboren werd in de tijd dat Augustus keizer was, en Quirinius landvoogd. Maar dan richt Lucas zijn schijnwerper op Maria en Jozef en uiteindelijk het Kind: Hij is het om wie het draait. Het blijkt God zelf te zijn die ons leven komt delen.
2000 jaar geleden verkondigde Johannes de Doper dit aan de inwoners van Jeruzalem en Judea, in het regeringsjaar van keizer Tiberius en landvoogd Pontius Pilatus. In 2021 roept hij het tegen de inwoners van Nederland, in het regeringsjaar van Mark Rutte, minister president van Nederland, en Wim Eijk kardinaal is kardinaal van de Nederlandse kerkprovincie. Johannes roept tegen alle lezers van de Paarse Pepers: bereid de weg voor de Heer, maak zijn paden recht. Ga aan de slag, want Hij zal komen.