Als een maatschappij geen normaliteit meer kent is alleen het abnormale nog normaal. Het ontkennen van objectieve waarheden, het gespeend zijn van elke realisme, dat is de kern van de postmoderne cultuurrevolutie die zich in de westerse wereld voltrekt. Zij zet zich af tegen haar eigen geschiedenis. Zij kenmerkt zich door een hoog abstractieniveau, ondertussen de Cancel Culture predikend: iedereen die zich niet conformeert wordt ausradiert. Genderideologie is het woord dat alles samenvat.
Ondertussen leven Europa en Amerika in een wereld die met de traditie gebroken heeft, geen fundamenten meer heeft waarop verder gebouwd kan worden, geen normaliteit meer kent - de enige norm is de absurditeit - en geen vanzelfsprekendheden meer kent. Met name het gezin, religie en het Vaderland moeten het ontgelden. Waar men nog wel zijn vertrouwen in kan stellen: helemaal nergens. Vandaar dat we hulpeloos, supersensibel, en angstig zijn. Dat kan ook niet anders als elk oriëntatie weggevallen is en ons niets anders resteert dan zelfbeklag en iedereen zich als slachtoffer ziet. Was het christendom zelfreinigend door het mea culpa, nu het tua culpa het motto is, is de vernietigingsdrang onafwendbaar. En dan moet er een zondebok gevonden worden. Die hebben we gevonden: de oude witte man. Hij is hét symbool voor traditie, overheersing en realisme. De cultuurrevolutionairen hebben hem de oorlog verklaard. Hij is de schuld van alles.
Het vreemde en zeer tegenstrijdige is dat juist degenen die stellen dat niet feiten, maar alleen emoties tellen eisen dat iedereen zich naar hen dient te voegen. Hoezo? Als er geen objectieve normen en waarden zijn, waarom moeten we dan überhaupt iets absoluut moeten accepteren? We moeten een meisje dat zich als jongen identicifeerd als feitelijk een jongen accepteren. Maar hoe dan? Feiten doen er toch niet toe? En hoe kan een iemand zich als ‘jongen’ identificeren als niet valt vast te stellen wat nu eigenlijk een jongen is. En hoe zit het dan met het wetenschappelijk primaat? Onze tijd zegt dat als iets niet wetenschappelijk aangetoond is, dat het dan geen realiteitsgehalte heeft. Om die reden heeft het filosofie en en religie weggezet als onnozel, pre-wetenschappelijk, onrealistisch. Maar als wetenschap zich baseert op empirie, op wat we zien, experimenteel kunnen herhalen, op feiten derhalve, en dus niet op emoties.
De grondslagen zijn ontzet, de verwarring compleet. Gelukkig zijn we niet allemaal de weg kwijtgeraakt. Er zijn nog mensen voor wie duidelijk is dat een plus een twee is, voor wie een ei een ei is, en een jongen een jongen, die argumenten hebben en niet ontsporen in schreeuwpartijen. Deze maand verschijnen twee zeer lezenswaardige boeken.
Het eerste is Zoekt U Iets van Gerard van Dijck. De auteur is geen theoloog en ook geen wetenschapper. Dit pakt niet nadelig uit, integendeel. Hij geeft blijk van een nuchtere, ja zelfs pragmatische kijk op het katholiek geloof. Zijn conclusie: het geloof van de Rooms Katholieke Kerk zit doordacht, nuchter en logisch in elkaar. Het boek is in eigen beheer uitgegeven en is te bestellen op het volgende e-mail adres: zoektuiets@gmail.com (336 pagina’s. Prijs €15,95). Ook verkrijgbaar bij Berne Boekhandel.
Het tweede boek zeer aanbevelenswaardige boek is Thomas van Aquino, Wat maakt gelukkig? Vertaling en toelichting door Niko Schonebaum. Wat maakt gelukkig? Een grote vraag, eeuwenoud maar altijd nieuw. Een vraag die brandt in het hart van ieder mens, soms als laaiend vuur, soms als kalme waakvlam. Een vraag die zich niet terzijde laat schuiven, maar gesteld, besproken, beantwoord wil worden. Een vraag die voor Thomas van Aquino aan het begin stond van een intellectuele zoektocht naar de zin van het leven. In dit boek deelt hij zijn vondsten en geeft hij antwoord op de vragen: wat is het geluk, wat is ervoor nodig en kunnen we het bereiken? Dit alles op heldere wijze vertolkt door Niko Schonebaum. Uitgever: Damon. ISBN: 9789463403139 (192 pagina’s. Prijs € 19,90. Verwacht 25 november).