Repressieve progressieven

Gastpeper van Dwight Longenecker, pr.

Ik herinner me dat Richard Nixon werd gekozen en dat een verbijsterde, rijke democraat uit New York zei: ‘Hoe had hij kunnen winnen? Ik ken niemand die op hem heeft gestemd!” Het vat de houding van de elitaire progressieven samen, of ze nu in Washington, New York of Rome wonen.

De progressieven in de Kerk zijn enthousiast over ‘de synodale weg’, omdat ze werkelijk, eerlijk en écht geloven dat de meerderheid van de mensen denkt zoals zij – en het enige dat nodig is, is het opruimen van de belemmerende, aan de traditie gebonden, rigide conservatieven. Zodra de deuren wijd open staan ​​en iedereen naar de stem van het volk kan luisteren, kan er vooruitgang worden geboekt. Ze geloven echt dat de meeste mensen denken zoals zij – in ieder geval de meeste goeddenkende mensen. En als ze nog niet op hun manier denken, zullen ze dat binnenkort wel doen, omdat hun ideologieën overduidelijk, manifest mooi, waar en goed zijn. Ze kunnen zich niet voorstellen dat er verstandige, intelligente, goed opgeleide en welbespraakte mensen zijn die het er eenvoudigweg niet mee eens zijn – en dat om weldoordachte, onderbouwde redenen.

Ze erkennen het bestaan ​​van zulke mensen, maar zijn ervan overtuigd dat ze dom, onwetend, bekrompen en waarschijnlijk – om een ​​bekende Engelsman te citeren – “neurotisch” zijn.

De blindheid van de progressieven dringt als een slechte walm binnen in elk aspect van het leven – niet alleen in de Kerk. In de politiek en de economie slagen ze er niet in om zich de lessen van de geschiedenis te herinneren – dat het marxisme altijd eindigt in geweld, decadentie en totale mislukking. In de academische wereld weigeren ze te erkennen dat hun ideologieën alleen ten uitvoer kunnen worden gelegd door pesterij, geweld en intimidatie van elke soort, en dat wanneer ze ten uitvoer worden gelegd, alles snel implodeert.

Wanneer progressieven worden geconfronteerd met het mislukken van hun slimme ideeën, komen ze tot de conclusie dat het probleem is dat ze hun programma’s niet effectief of grondig genoeg hebben geïmplementeerd. Wat nodig is, is méér van hun ideologieën en schitterende ideeën. Het is zoals een man die de benzinetank van zijn auto vult met sinaasappelsap, en als dat niet lukt, besluit dat er niet genoeg sinaasappelsap is, dus doet hij de ramen open en vult het interieur ook met sinaasappelsap.

Als hun manier van ‘luisteren’ naar de stem van het volk niet de gewenste resultaten oplevert, duwen ze hun ‘hervormingen’ toch door – met behulp van wetgeving, lobbyen, omkoping, emotionele en spirituele chantage en alle duistere kunsten die dat wel kunnen doen, als ze maar hun zin krijgen. We hebben dit ervaren toen de progressieve elitaire ideologen in de Kerk van Engeland de wijding van vrouwen aanmoedigden.

Als een stemming niet naar hun zin was, zeiden ze niet: “De Heilige Geest leidde ons door de stem van de mensen.” Ze zeiden: “We moeten wat harder werken en mensen meer pesten (ik bedoel overtuigen) zodat de stemming de volgende keer wel door zal gaan.”

We vernemen nu dat Fiducia Supplicans zonder enig echt overleg werd geschreven en afgekondigd. Edward Pentin meldt dat FS het resultaat was van de dubbelzinnige (en niet-goedgekeurde) delen van Amoris Laetitia. Toen de voorstellen van de dubieuze Synode over het Gezin niet door de noodzakelijke meerderheid werd goedgekeurd, gingen de ideologen door met het doorduwen van hun standpunten.

Met andere woorden: “Gebruik zoveel mogelijk de synodale manier om je eigen agenda te promoten, terwijl je doet alsof het de wil van het volk is, en als dat niet werkt, neem dan je toevlucht tot autocratische vormen van leiderschap.”

En zo is het altijd met progressieven. Doe zo lang mogelijk alsof je een “zorgzame, luisterende, democratische groep van goedbedoelende mensen bent die alleen maar het algemeen belang nastreeft” en als dat niet lukt, breng dan de knuppels, het repressieve regime, de wachttorens en de gedachtepolitie in stelling.

Alweer die duivelse ambiguïteit

Met de Verklaring "Fiducia supplicans" van het Dicasterie voor de Geloofsleer, goedgekeurd door paus Franciscus, wordt het mogelijk om koppels van hetzelfde geslacht te zegenen”. Zo luidt de kop boven een artikel op de website van het Vaticaan zelf. Weliswaar dient zo’n zegening verricht te worden zonder enige vorm van ritualisering en dient ook niet de indruk van een huwelijk gewekt te worden. “De doctrine met betrekking tot het huwelijk verandert niet en de zegen betekent geen goedkeuring van de verbintenis”, aldus nog steeds de officiële Vaticaanse website.

De kwestie is niet het zegenen van zondaars. Dat is logischerwijs altijd al mogelijk geweest. De Kerk heeft altijd de mensen uitgenodigd om Gods zegen te ontvangen. De verklaring herhaalt dit nog maar eens. Dat van een sacramenteel huwelijk geen sprake kan zijn, daar is de verklaring ook helder in. Een kerkelijke huwelijkssluiting van koppels van hetzelfde geslacht is en blijft onmogelijk. Dit blijft voorbehouden aan een man/vrouw relatie. Ook van enige formele vorm van ritualisering (zoals we aantreffen in het Benedictionale) kan geen sprake zijn. Deze aantekening kan beschouwd worden als een reactie op formele zegening van homo-koppels in Duitsland, alwaar de bisschoppenconferentie dit soort zegeningen geformaliseerd heeft. Dan is er nog een derde soort zegening, de zogeheten spontane zegeningen. Hierbij kun je denken aan een pelgrim die in een bedevaartplaats de zegen van een aanwezige priester vraagt. Of de zegen die gevraagd wordt door een kerkganger aan een priester bij het uitreiken van de communie omdat hij (nog) niet gedoopt is, of een gedoopte die zich onwaardig acht te communiceren en voornemens is het sacrament van de biecht te ontvangen. Wie kan deze zegen ontvangen? Iedereen. Tot zover niets nieuws.

Maar dan komen de verwarrende passages in de verklaring. Waarom vraagt men om een zegen? Om de gebrokenheid in je levenssituatie op te heffen. Het gaat tenslotte om Gods zegen die gevraagd wordt. De eerste vraag die je je moet stellen is: zou God zijn zegen hierover willen geven? God die niets liever heeft dan dat mensen tot inkeer komen om te delen in Gods liefde. Kan God zijn zegen schenken aan een zondaar? Zoals gezegd, ja, uiteraard. Rouwmoedige zondaars die tot inkeer komen wordt van harte vergiffenis geschonken. Een heel andere vraag is: kan God zijn zegen geven over de zonde? Uiteraard niet! We houden van de zondaar, maar haten de zonde. Bij alle drie de vormen van zegeningen (sacramenteel, formeel, informeel) geldt precies hetzelfde principe. En hier gaat het mis in Fiducia Supplicans: de zonde en de zondaar worden vereenzelvigd. Een homo-christen kan men individueel zegenen. Maar een homo-relatie kan men niet zegenen, omdat de Kerk dit aanmerkt als ongeordend, oftewel zondig. Dit ongeordende karakter wordt bevestigd, maar desalniettemin zegt de verklaring dat de zegening van dergelijke relaties tot de mogelijkheden behoort. Anders gezegd, het zegenen van een zondige relatie is mogelijk. God die zijn zegen uitspreekt over een zonde, het is een gotspe!

Waar is dit op gebaseerd? Er is geen enkele referentie aan Kerkvaders, aan documenten van pausen, aan geschriften van theologen, maar bijna uitsluitend aan eerdere documenten van paus Franciscus zelf. Fiducia Supplicans wil een pastorale handreiking zijn, maar wat de verklaring onder zegening verstaat is totaal diffuus. Onduidelijk is waarom iemand om de zegen van een priester zou vragen en waarom een priester zijn zegen zou willen geven. Normaal gesproken is dat om je leven meer in overeenstemming te brengen met Gods wil. Het is een oproep tot heiligheid. Maar in de verklaring wordt nergens gerept van een oproep tot bekering, tot berouw, er is geen enkele referentie naar waarheid. Het bevat geen oproep aan LGTBQ-stellen om in onthouding te leven in overeenstemming met Gods plan waarin seksualiteit is voorbehouden aan een man/vrouw-relatie.

Het is een herhalend refrein in dit pontificaat: het ontbreken van helderheid, het zaaien van verwarring. De paus die zegt de doctrine van de Kerk niet te veranderen, maar tegelijk voor de praktijk mogelijkheden creëert voor het tegendeel. Je kunt niet de leer handhaven en voor het leven andere criteria aanreiken.

Onderliggend probleem is dat bij homo-relaties men zonde en zondaar gaat vereenzelvigen. Men identificeert zich als homo-christen. Zoiets bestaat niet. Net zomin als zoiets als een alcoholverslaafd-christen. Nee, je bent een christen met een alcoholprobleem, je bent een christen met een homoseksuele gevoelens. Als je van zonde je identiteit maakt is er geen uitweg meer mogelijk. We doen alsof LGTBQ-mensen een uniek soort zondaars zijn die we apart moeten behandelen. Maar voor hen geldt hetzelfde als voor iedere andere zondaar.

Homo’s voelen zich uitgesloten uit de Kerkgemeenschap. Maar de Kerk sluit niemand uit. Niemand is slecht genoeg om niet binnen te mogen komen. En niemand is goed genoeg om buiten te kunnen blijven. Op één uitzondering na (degenen die menen in niets tekort te schieten, zij mogen thuisblijven) is iedereen welkom. Maar er wordt wel iets van je gevraagd: berouw, de oproep tot bekering. En dit is nu juist de ambiguïteit van Fiducia Supplicans: men wil het zondige karakter niet benoemen. En dat is ook hetgeen de LGTBQ-gemeenschap niet wil. Men eist dat niet zij, maar dat de Kerk moet veranderen.

Elke zegen is bedoeld voor zondaars. Maar niet voor hen die menen dat daar bij hen geen sprake van is. Maar waarom zou je dan überhaupt om zegen vragen. Zegen is per definitie voor zondaars die hun tekorten inzien en Gods hulp nodig hebben om tot verbetering te komen. De Verklaring biedt de mogelijkheid tot het ontvangen van zegen, maar spreekt met geen woord over een correctief en de priester wordt gevraagd zijn zegen te geven over een ongeordende staat die blijft voortduren. Dit is niet pastoraal, dat is ook niet barmhartig, maar veeleer van liefdeloos. Het is de taak van de priester om te wijzen op hun situatie, het is zijn taak om mensen dichter bij God te brengen, en niet om ze verder richting afgrond te begeleiden. Want dat is wat je doet. Ik zal mijn zegen geven aan iedereen die daar om vraagt. Maar ik zal in geen geval mijn zegen geven aan een zondige situatie. En dat heeft niets met discriminatie te maken. Hetzelfde geldt voor een m/v-relatie waarbij overspel in het spel is.

Heilige Vader, alstublieft, wees eens duidelijk! Hier helpt u niemand mee! helemaal niemand!


+Rob Mutsaerts

Aux. bisschop Bisdom ‘s-Hertogenbosch

"Orthodoxie en orthopraxie hangen samen of verdienen de naam niet"

"Orthodoxie en orthopraxie hangen samen of verdienen de naam niet. Ze heffen elkaar niet op"  

Een commentaar van bisschop Marian Eleganti op de brief "Fiducia supplicans" als 'gastpeper'

Ik heb erover nagedacht. De tweespalt blijkt al uit de manier waarop het nieuwe document “Fiducia supplicans” in deze dagen wordt ontvangen en toegepast. Het wordt aan de ene kant welwillend bejubeld als interpretatie van een ‘nieuw begin’, zoals de toegeeflijke stellingname door bisschop Bätzing [Duitsland]. Aan de andere kant is er het volledige verbod op dergelijke zegeningen in het aartsbisdom Astana [Kazachstan]. Dit laatste betekent feitelijk direct al de intrekking van het nieuwe document van het dicasterie van de geloofsleer, omdat men in Astana ‘Fiducia supplicans’ ziet als een breuk met de consistente leer van de Kerk, en met haar eerdere, tweeduizend jaar oude pastorale richtlijnen. Objectief zondige omstandigheden kan en wil men niet zegenen.

Individuen mochten altijd gezegend worden als hun innerlijke gezindheid passend was. Aangezien volgens "Fiducia supplicans" homoseksuele verbintenissen of het samenleven (zogenaamde irreguliere relaties) niet liturgisch gezegend kunnen worden om ze niet te verwarren met het huwelijk, of om verwarring te vermijden (aangezien het volgens de geldende leer natuurlijk nog steeds niet kan) zouden dergelijke ‘echtparen’ logischerwijs helemaal niet worden gezegend. Dat zou ook niet kunnen met een soort lager geclassificeerde zegen, als een soort “verruimde interpretatie”. Je kunt niet een paar zegenen, maar hun verbintenis verwerpen. Je kunt echter ook niet een paar zegenen, en niet tevens hun objectief zondige manier van leven “bekrachtigen” (vgl. FS), zoals wordt geprobeerd. Dit zijn trucs die in de praktijk nooit werken. Het tegendeel zal het geval zijn. De pers heeft de bijbehorende vette koppen al gepubliceerd. Ze laten zien hoe dingen op basisniveau worden geïnterpreteerd.

Het zogenaamde Magisterium van Franciscus, dat wordt gepresenteerd als iets nieuws en ongekends, tegengesteld aan de traditie, is een onzinnige conceptuele nieuwlichterij van kardinaal Fernández, omdat pausen, net als de bisschoppen, de hoeders zijn van de leer van de Kerk en haar ononderbroken traditie. Waarheden zijn eeuwig en veranderen niet met de tijdgeest. Andersom: pausen en bisschoppen brengen niets van zichzelf mee, maar interpreteren eerder het constante geloof van de Kerk langs de lijnen van de traditie, zonder daarmee te breken. Het feit blijft dat een zondige praktijk en verbinding niet gezegend kan worden omdat het in strijd is met de scheppingsorde of de wil van God. In zo’n geval kan een zegen niet vruchtbaar gegeven of ontvangen worden (vgl. de argumentatie in het responsum ad dubium van de Congregatie voor de Geloofsleer over de zegen van verbintenissen van personen van hetzelfde geslacht uit 2021 onder kardinaal Ladaria). Dat heeft de Kerk altijd geleerd.

Zegeningen zonder de juiste innerlijke instelling van de gever en de ontvanger zijn ineffectief omdat zegeningen niet ex opere operato werken zoals de sacramenten. Het zijn sacramentaliën. Er zijn geen nieuwe, verbrede inzichten over deze kwestie, alleen valse beweringen. In de huidige leer is er geen sprake van eersteklas (liturgische) of tweederangs (spontane) zegeningen door de priesters. Indien de juiste innerlijke gezindheid in onze context wel aanwezig zou zijn, zouden deze mensen proberen zich te bekeren, hun objectief zondige praktijk (concubinaat en seksuele interactie) op te geven en te corrigeren. Uiteraard kunnen zij dan de zegen ontvangen voor groei in genade en voor het welslagen van hun morele inspanningen en hun vervolgstappen in de goede richting, maar níet als echtpaar vanwege de dubbelzinnigheid en onmogelijkheid van zo’n zegen.

“Moge de HEER u het juiste inzicht geven, u sterken in goede dingen en uw besluit bevestigen om zijn geboden te onderhouden. Moge hij u met zijn genade vergezellen in uw bekering!”

Alles wat verder gaat dan dit laatste, is sofistisch en strookt niet met de leer van de Kerk. Integendeel, die ondermijnt deze leer. Dit gaat over theologie, niet over psychologie. De Kerk kan zichzelf door de eeuwen heen niet tegenspreken, maar groeit in het begrip van openbaring. Tot dit laatste behoort de negatieve beoordeling van homoseksualiteit.

En nog één ding: elke handeling is gekoppeld aan een theorie. Orthodoxie en orthopraxie mogen daarom nooit tegen elkaar worden uitgespeeld (als tegenstelling of tegenspraak), zoals sinds het Concilie en in dit pontificaat voortdurend is gebeurd. Alsof een tegenspraak met de leer in de pastorale praktijk (2 plus 2 is 5) gerechtvaardigd zou zijn, of zelfs nodig zou zijn, omdat de (levens)werkelijkheid zogenaamd boven het idee (de leer) staat. (Een onzinnig principe, want ideeën veranderen de werkelijkheid, vertalen zich in handelingen, hebben vaak bewezen revolutionair te zijn door de zogenaamde realiteit van het leven omver te werpen; ideeën behoren tot de realiteit en zijn in de praktijk zeer effectief; geen handelen zonder theorie).

Orthodoxie en orthopraxie zijn hetzelfde of verdienen deze naam niet. Ze heffen elkaar niet op. Waar ze dat laatste doen, zijn we aangekomen bij de ketterij en verdeeldheid van de Kerk, bij haar zelfontbinding door de praktijk. Dit is geen hervorming en ook geen zegen.​

 (vertaald van kath.net)

How the recent motu proprio ‘Ad theologiam promovendam’ creates genuine feelings of unease

Theology. What Theologie?

Several people have asked me to explain to them the meaning of the latest motu proprio of pope Francis, Ad theologiam promovendam”. But I cant. I cant make much sense out of this text. I could go for the easy way out and comment on it, instead of explaining it. Then I would find myself in the illustrious company of journalists and pundits. However, my vocation is not to frequent these circles and be taken seriously by them. I am but a priest, a foot soldier in the Lords trenches, so I must not comment but explain. Clarity is the only munition of the gospel of life. And this is exactly where I run into problems, for I myself have more questions about the teachings of the current magisterium than the people asking me for advice. It is an awkward situation, which has reached its paroxysm with this motu proprio. I cant imagine it getting worse. Rather strangely, no Latin, only an Italian version has been published so far, but with a dictionary in hand I can figure out what is written there.

I am startled, right from the beginning. Promoting theology in the future cannot be limited to abstractly re-proposing formulas and schemes of the past” – what is meant here: the promotion of theology, or theology itself? And whatever it is, is it going to be completed  by abstractly proposing new formulas and schemes? When reading further, this seems to be the case. Actually, there is nothing wrong with abstractions as such. They are instruments of objective thinking, which allow people to communicate and dialogue in a way that makes sense. Obviously, those abstractions must relate to reality itself. But anyway, the use of abstractions itself does not imply a disconnection from reality.

More so, when speaking about the divine revelation, which deals which realities that cannot be perceived by the senses or proven by the intellect, abstractions that are used must be conserved, sharpened and deepened with utter care. And teachers should be extremely reticent in inventing new abstract terms, lest the teachings of the Church disintegrate due to lack of precision. And it is exactly at this level that I am deeply disturbed by the neologisms of this pontificate, highly concentrated in this motu proprio, which sometimes are taken from ferociously anti-Christian ideological rhetoric. As priest, if I cannot clarify something to the faithful approaching me, I must ask clarification from my authorities.

I will limit myself to some new abstractions, the meaning of which is not clear. For starters, the synodal Church”. What does this mean? And how can a conclusive meaning be given to this expression, while the Synod on synodality is still ongoing? Is this still an apostolic Church, allowing the faith of the apostles, passed down throughout the centuries, to bear fruit in the souls and actions of those who believe? And what is meant by the outgoing” Church? Does it mean the faithful are called to act according to the gospel and be Christs witnesses and martyrs? (Those acquainted with tradition will know that these two terms are identical in classic Greek, the original language of the New Testament.)

As has happened more often, the writings of the pope suggest there is a contradiction between theory and practice, between hands that hold books and pens while settling for a desk theology”, and hands that help the poor at the frontiers” of society. Does such a suggestion do justice to anybody? Hasnt saint Paul, both contemplative and active, not admired the diversity of vocations in the Church? On a more personal note, I have been knocked unconscious twice and my nose has been broken (only once), while exploring frontier regions where sheep find no fathers, who could talk to them about the eternal Father. But the presence of theological nerds with delicate hands behind desks – or veiled nuns behind bars – within the Church does not bother me in the least. On the contrary, I am grateful for them. Let them do the boring job, theirs is less appealing to me than the one I was called to do. I intensely love the same Church as they do, and we are united by the only cause that can indeed unite us: the search for Jesus Christ, the way, the truth and the life. We know we must be founded in vertical adoration and self-less prayer, passing through trials and triumphs, and be dedicated to please the Lord, who will return. And while walking in the same direction from widely different spheres of life, we have all become aware that the unmistakably hardest frontier to cross is the one keeping us locked up in our sins.

What is exactly meant by a fundamentally contextual” theology? Where are the unprovable and undisprovable dogmas? Why is Incarnation of the eternal Logos reduced to having a role as archetype”? Is that all the mystery has to offer: an archetype? Does theology not have the living Person of the risen Christ at its core? And how come it must develop into a culture of dialogue and encounter”, and not of evangelisation and incarnation? Anyway, right from the start of the divine revelation to Abraham, the people of Israel and later the Church have been in constant communication with the world, both in times of war and in times of peace. Yes, especially through violent confrontation the world has tested the souls who believe, and has found out who is their Real God. Whereas peace conferences have tended to be much less useful for the Kingdom of God … Anyway, is it sufficient for theology to have the particular task to discover the Trinitarian imprint that makes the cosmos in which we live a web of relationships in which it is proper to every living being to tend toward another thing”? Doesnt that sound like desk theology? The real challenge, isnt it our choice of that other thingwe want to tend to? Do we choose chaos or wisdom, life or death, light or darkness? Dont we need masters, wise persons and saints to help us make this choice and persevere?

Like in other documents and decrees of the current pontificate, we see many terms and neologisms, the meaning of which we have to guess. But clerics and servants should not have to guess, lest shepherds and sheep be lost together in self-referential bleating. Shepherds owe clarity to their sheep, and therefore it is not their right, but a mere duty, to ask clarity from their authorities. What is the meaning of synodality? Why does it take shape through round tables, suggesting no hierarchy is at our service to connect us with something above us? What is inclusivity – is it communist and coercive, or is it liberal and rejecting any commitment? What do we do with people who do not wish to be included? Does inclusion presuppose a free choice for something objective that is being offered? Does it respect both the person capable of choosing and the immutable revealed truth that may be chosen? And if dialogue is so important, what should it be about? And how can we dialogue with cultures or religions that ignore or have rejected the logos, from which the word dialogue not only derives, but which is an indispensable essential element of any dialogue ? If discernment halts a too hasty judgment, what are the criteria of the judgment that eventually will have to be made? And if those criteria change, by what other (higher) criteria will the change be verified? Else, if we want to include all human beings in one fraternity, from what fatherly and motherly principles does this originate? When all these questions have been cleared up, maybe depressing terms like cultural revolutionwill no longer need to be used, for this particular one refers to the most deadly campaign of dehumanizing utopian insanity the world has ever seen. The term final solutionwould be equally inappropriate.

In conclusion, I must admit in all honesty that I am deeply troubled by this text. After reading it, I felt like having been locked up in an echo chamber, listening to a party program that I do not understand – in fact, that I am not supposed to understand. I can only escape from it by echoing my own questions. Unfortunately we live in a time, where simple questioning is considered to be a form of criticism, even hate speech. This tendency exists both inside and outside the Church. Its the ultimate sign of a collective totalitarian mindset. Yet, I believe the thirst of truth will be stronger. When the Word incarnate was being silenced, He was still capable to cry of thirst. He then passed through death to become the light of our resurrection.

(P. Elias Leyds c.s.j. Published on: https://www.ewtn.lc/nieuws/how-the-recent-motu-proprio-ad-theologiam-promovendam-create-genuine-feelings-of-unease-paterelias-filioque-in-english/

De Nederlandse versie vindt u hier: https://www.ewtn.lc/nieuws/motu-proprio-ad-theologiam-provendam-van-paus-franciscus-wat-zegt-het-paterelias/    En deel 2: https://www.ewtn.lc/nieuws/motu-proprio-ad-theologiam-promovendam-welke-theologie-paterelias-deel-22/

Verlangen naar de plek waar je je thuis voelt

Een van onze diepste verlangens als mens is het verlangen naar thuis - een plek waar we erop kunnen rekenen dat we geliefd en gewaardeerd worden, een plek waar we altijd welkom zijn, een plek waar we echt het gevoel hebben dat we erbij horen. Helaas heeft de moderne cultuur de ervaring van thuis steeds ongrijpbaarder gemaakt. Dat is een van de redenen waarom zoveel mensen in de hedendaagse samenleving zich geïsoleerd en eenzaam voelen. Roger Scruton, de Britse filosoof en sociaal commentator, heeft opgemerkt dat deze eenzaamheid en het gevoel van isolatie zo alomtegenwoordig zijn geworden dat veel van onze moderne literatuur, kunst en muziek zich nu richt op het geïsoleerde individu en zijn zoektocht naar thuis en gemeenschap of zijn "verval in eenzaamheid en vervreemding".

Waar kunnen we een blijvende ervaring van "thuis" vinden? Voor velen van ons is onze diepste ervaring van thuis in dit leven te vinden bij onze familie. Maar door de eeuwen heen hebben we ook een gevoel van "thuis" ervaren vanuit verschillende andere bronnen, waaronder onze identiteit als inwoner van een bepaald land, ons lidmaatschap van een specifieke cultuur, onze verbondenheid met de natuur en onze relatie met God. Tragisch genoeg heeft de moderne cultuur al deze potentiële bronnen van "thuis" systematisch ondermijnd.

FAMILIE

Er zijn te veel aanvallen geweest op het traditionele gezin om ze hier allemaal op te noemen, maar ze omvatten abortus; wetten voor echtscheiding zonder schuld; sociaal welvaartsbeleid dat het huwelijk financieel ontmoedigt en in plaats daarvan alleenstaand ouderschap stimuleert; de herdefiniëring van het huwelijk, waarbij die herdefiniëring wordt afgedwongen door de straffende macht van de staat; politiek "progressivisme" dat het recht van ouders wil ondermijnen om kinderen op te voeden in overeenstemming met hun eigen waarden; en andere politieke ideologieën die er niet alleen op uit zijn om het traditionele gezin te ondermijnen maar eerder om het gezin volledig te vernietigen, omdat ze het gezin zien als het laatste grote obstakel dat het vermogen van de staat om totale controle uit te oefenen over het leven van haar burgers in de weg staat.

VADERLAND

Duizenden jaren lang hebben mensen een thuisgevoel gevonden in hun verbondenheid met het specifieke geografische gebied waarin ze leven. Vandaag de dag fronsen veel van onze culturele elites hun wenkbrauwen over deze verbondenheid met een plaats en proberen ze dergelijke gehechtheden en het patriottisme dat een uitdrukking is van deze verbondenheid te ontmoedigen of zelfs belachelijk te maken. Getuige bijvoorbeeld het anti-Amerikaanse sentiment dat ons en onze kinderen wordt opgedrongen door de mainstream media en door veel leraren en professoren op alle niveaus van het onderwijssysteem in de Verenigde Staten. Sommige globalisten proberen de landsgrenzen te vervagen, en misschien zelfs helemaal te elimineren, die zo lang als een bron van identiteit hebben gediend voor zoveel mensen. Goed gedefinieerde grenzen, vergezeld van een redelijk en humaan immigratiebeleid, helpen de identiteit van een land te behouden en daarmee een belangrijke bron van identiteit en "thuis" voor de mensen. Kan nationalisme te ver gaan? Ja, natuurlijk; maar de oplossing is niet om naties volledig uit te bannen ten gunste van één enkele wereldregering, zoals sommige globalisten voor ogen hebben (in dat geval vraag je je af wat als controle zou dienen op de macht van zo'n regering over haar burgers), maar eerder om te streven naar gematigdheid met betrekking tot nationalisme en patriottisme, zoals in alle dingen. De "wereldburger" die zich zogenaamd overal thuis zal voelen, zal zich in feite waarschijnlijk nergens thuis voelen.

CULTUUR

Veel van onze culturele elites voelen een minachting voor de Westerse cultuur die vergelijkbaar is met hun minachting voor patriottisme. Zowel in West-Europa als in de Verenigde Staten vind je vaak mensen die een echte haat koesteren tegen de cultuur die hen heeft voortgebracht, grootgebracht en nog steeds ondersteunt. Aan de basis lijkt deze haat voor de eigen cultuur vaak voort te komen uit een zekere mate van zelfhaat, maar dat is een essay voor een andere dag. Onze culturele elites en ons openbaar onderwijssysteem hebben de canon van westerse literatuur, kunst en gedachten, die het hart van de westerse cultuur vormen, grotendeels verworpen en ze lijken erop gebrand om toekomstige generaties te leren om die cultuur ook te haten en te verwerpen. Een van de meest ondermijnende trends in de hedendaagse cultuur is de groeiende neiging om enkele van de meest fundamentele en belangrijke aspecten van het menselijk bestaan (ja, van het bestaan zelf) te verwerpen: waarheid, schoonheid en goedheid. Wij mensen hebben een diep verlangen, zelfs behoefte, aan waarheid, schoonheid en goedheid, en een cultuur die haar burgers deze zo belangrijke kwaliteiten ontneemt, kan op de lange termijn niet als "thuis" blijven voelen voor haar leden.

NATUUR

De natuur is al heel lang een bron van "thuis" voor ons mensen - dat is een van de redenen waarom zo velen van ons zich graag "in de natuur" bevinden: tuinieren, wandelen, kamperen, enz. Dat is ook een van de redenen waarom we er zo vaak voor hebben gekozen om de natuur af te beelden in onze kunstwerken, zoals Scruton opmerkt: "Vanaf de vroegste tekeningen in de grotten van Lascaux tot de landschappen van Cézanne, de gedichten van Guido Gezelle en de muziek van Messiaen, heeft de kunst gezocht naar betekenis in de natuurlijke wereld. De ervaring van natuurlijke schoonheid is niet een gevoel van 'wat mooi' of 'wat aangenaam'. Ze bevat een geruststelling dat deze wereld een juiste en passende plek is om te zijn - een thuis waarin onze menselijke krachten en vooruitzichten bevestiging vinden". Maar de moderniteit heeft deze bron van thuis ook niet met rust gelaten. Filosofisch materialisme, de opvatting dat alles, inclusief mensen, niets anders is dan een willekeurige werveling van atomen, reduceert alles, inclusief ons mensen, tot louter objecten. Toegegeven, materialisme is niet een geheel nieuw wereldbeeld, aangezien Ouden als Democritus, Epicurus en Lucretius dit standpunt allemaal beleden, maar materialisme is de laatste decennia een steeds populairder standpunt geworden, deels door de verdediging ervan door wetenschappers als Richard Dawkins. Scruton stelt dat door de hele natuur, inclusief onszelf, te reduceren tot louter objecten, het materialisme de natuur heeft "onttoverd". De natuur (inclusief het menselijk lichaam) voelt voor sommigen van ons niet langer als "thuis", maar wordt nu veeleer gezien als iets dat gemanipuleerd, gecontroleerd en veranderd moet worden zodat het volledig gericht kan worden op de vervulling van menselijke verlangens. De natuur, vooral de schoonheid en sublimiteit die we in zoveel natuur vinden, wees ons vroeger naar iets diepers, iets hogers: naar transcendentie; naar het heilige; naar God. De natuur en alle andere aardse bronnen van "thuis" (familie, land, cultuur, enz.) wezen ons op ons echte thuis, ons diepste thuis, ons permanente thuis - ons thuis in God. Tegenwoordig is dat voor veel mensen niet meer zo - deels vanwege de aanval van de moderniteit op elk van deze potentiële bronnen van thuis, en deels vanwege de directe aanval van de moderniteit op religie zelf, de vervolging van religieuze gelovigen (vooroordelen tegen christenen en joden worden nog steeds toegestaan en zelfs goedgepraat door veel van onze "culturele elites") en de verwerping van het bestaan van God.

GOD

Als eenheid van lichaam en ziel zijn wij mensen "grensverschijnselen": we bewegen ons op de grens tussen het zuiver fysieke en het zuiver spirituele. Dat is een van de redenen waarom we ons nooit helemaal "thuis" kunnen voelen in de natuur: in die zin zijn we "in" de wereld maar niet helemaal "van" de wereld. Hans Urs von Balthasar heeft deze realiteit treffend verwoord: "De mens wordt inderdaad ervaren als een 'grens' tussen deze wereld en de wereld daarboven, als iemand die zich niet helemaal thuis kan voelen in de kosmos en achtervolgd wordt door een verlangen om terug te keren naar het Absolute." Scruton beschreef onze toestand in dit leven als een van "metafysische eenzaamheid" of "existentiële eenzaamheid": als zelfbewuste en rationele wezens voelen we ons enigszins geïsoleerd en losgekoppeld van de rest van de fysieke wereld. We zijn subjecten, niet alleen objecten, maar we worden omringd door een wereld van objecten en voelen ons hier dus niet helemaal "thuis". Scruton beweerde dat onze metafysische eenzaamheid "een verlangen om opgelost te worden in de subjectiviteit van God" weerspiegelt. Hij zat op het goede spoor, maar waar we echt naar verlangen is niet om opgelost te worden in God, maar eerder om deel te nemen aan God, om te delen in het goddelijke leven van God terwijl we toch ons bestaan als individuele personen behouden. En dat is in feite wat God ons aanbiedt in Jezus Christus:

Zijn goddelijke kracht heeft ons alles gegeven wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft tot zijn eigen heerlijkheid en voortreffelijkheid, waardoor Hij ons zijn kostbare en zeer grote beloften gegeven heeft, opdat u daardoor ontkomt aan het verderf dat door de hartstocht in de wereld heerst, en de goddelijke natuur deelachtig wordt. (2 Petrus 1:3-4)

Dit is wat God voor ons wil; dit is het doel waarvoor God ons gemaakt heeft: dat we voor altijd delen in het goddelijke leven van God door Jezus Christus, en daardoor ook voor altijd delen in de goddelijke liefde en gelukzaligheid. De christelijke traditie heeft dit proces waardoor we deel krijgen aan het goddelijke leven met verschillende namen aangeduid, waaronder goddelijking, vergoddelijking, theosis en inlijving. Een van de termen waar Balthasar de voorkeur aan gaf was Heimkehr, wat Duits is voor "thuiskomst". Het leven in God zal onze ultieme "thuiskomst" zijn. Pas als we in het huis van de Vader zijn, zullen we eindelijk en echt thuis zijn (Johannes 14:2). Het Vaderhuis is het thuis waarnaar we op zoek zijn geweest. Het leven in God is ons ware thuis, het thuis waarvoor we gemaakt zijn, het thuis waarin we ons ultieme geluk en vrede zullen vinden. En deze fysieke wereld, deze wereld waarin we ons nu "in" maar niet "van" voelen, zal getransfigureerd en getransformeerd worden en voor altijd met ons meegevoerd worden naar het goddelijke leven van God (Openb. 21:1-4).

(Dr. Richard Clements; wordonfire.org)

Ontslag Joseph Strickland

Het ontslag van de Amerikaanse bisschop Joseph Strickland van het bisdom Tyler (Texas) blijft een vreemd verhaal. Strickland staat bekend als een nederig, evenwichtig en kerkgetrouw bisschop. Ook gezagsgetrouw. Vandaar dat hij het ontslag aanvaardt. Zijn reactie is niet vijandig naar de paus. Hij vraagt simpelweg om gebed en om trouw te blijven aan de Kerk.

Er heeft een visitatie plaatsgevonden en naar aanleiding daarvan werd Strickland gevraagd om ontslag te nemen. Dat deed hij niet. De herder wilde zijn kudde niet in de steek laten. Concrete beschuldigingen zijn niet geuit. Strickland heeft niet eens de kans gekregen om gehoord te worden. Dat doet paus Franciscus wel vaker: hij ondertekent zelf het besluit. Aangezien de paus de hoogste instantie is, is beroep of verweer niet mogelijk. Een canonieke procedure zou op zijn plaats zijn. Het is bijzonder ongebruikelijk dat je een canonieke procedure ontnomen wordt. Het zijn methoden die we kunnen verwachten in Noord Korea, of Rome ten tijde van Nero. Het heeft er alle schijn van dat er geen gegronde redenen zijn. Strickland houdt er traditionele opvattingen op na en heeft zo nu en dan kritiek op de gang van zaken in het Vaticaan. Dat is kennelijk genoeg om hem te ontslaan als bisschop van Tyler. Waar blijft Rome nu met zijn synodale kerk, met de kerk die luistert, met The Church of Mercy? Rome handelt totaal in strijd met hetgeen het zelf verkondigt.

Zijn ontslag is des te vreemder als je elders in de Kerk eens naar de gang van zaken kijkt: bisschoppen die seksueel misbruik hebben toegedekt, kijk naar de waanzin in Duitsland waar men direct ingaat tegen de directieven uit Rome, bisschoppen die ketterijen verkondigen. Alles wordt getolereerd. Maar alleen in de kwestie Strickland volgen er drastische maatregelen.

Een enkeling uit het bisdom Tyler heeft laten weten niet blij te zijn met bisschop Strickland. Dat zal best. Er is geen enkel bisdom in de hele wereld waar iedereen blij is met zijn bisschop. De klachten waren overigens vooral ad hominem. Strickland blijft verkondigen dat we trouw moeten blijven aan het geloofsgoed van de Kerk. Hij acht de Apostolische Traditie van groot belang. Dat is altijd het standpunt van de Kerk geweest. Maar er is iets goed mis in de kerk anno nu. Rome heeft de dialoog met de seculiere wereld tot topprioriteit verheven. Het is inderdaad onze taak te missioneren in de seculiere wereld. Maar het laatste dat we moeten doen is de seculiere standpunten omarmen die haaks staan op het evangelie. Rome heeft werkelijk een obsessie met de moderniteit. Ondertussen hoor ik niemand spreken over onze corebusiness: het zielenheil. In de synode over synodaliteit is het nauwelijks of niet ter sprake geweest. De uitkomsten lijken mee te vallen. Nee, de synode gaat niet over de doctrine. Maar ondertussen wordt er wel een wig gedreven tussen de doctrine en de pastorale praktijk. Daar is het om te doen: in de praktijk “om pastorale redenen” toestaan wat de doctrine afkeurt. Rome legt de lat lager en lager. We zouden het tegenovergestelde moeten doen: de lat hoger leggen, dichter bij God.

Er zijn redenen om je zorgen te maken. Er is geen reden tot somberheid. Denk even aan bisschop Athanasius; de eenling die niet met de Adriaanse ketterij meeging; toch won hij het pleit. Of aan John Fisher. Als enige bisschop weigerde hij de Act of Supremacy te ondertekenen, de enige bisschop die niet brak met de Rooms Katholieke Kerk. Hij stierf als martelaar, maar de RK Kerk overleefde. Denk trouwens aan het allereerste apostelcollege. Hun eerste gezamenlijke optreden lezen we in het evangelie van Markus: “Ze lieten Hem allemaal in de steek en vluchtten weg” (Mk 14,50). Op één na: Johannes. Het komt allemaal wel goed. God heeft het laatste woord. Het is Zijn Kerk: de ene, heilige, katholieke en apostolisch Kerk. Geen enkel concilie, kerkvader of heilige heeft daar het woord ‘synodaal’ aan toegevoegd.

+Rob Mutsaerts

Wat wil de paus echt?

Waar gaat het in de synode die momenteel gaande is in Rome over. Herhaaldelijk krijgen we van officiële Vaticaanse zijde te horen. Dat het niet over theologie gaat, ook niet over doctrinaire zaken en ook niet over LGBTQ+, wijding van vrouwen en het celibaat. Het is ook al niet de bedoeling om de hiërarchische aard van de kerk te ondermijnen of te vervangen of om het besluitvormingsproces te democratiseren. Nee, het zou gaan over de vraag wat synodaliteit is. Het is tenslotte een synode over synodaliteit. Niemand schijnt te weten wat dat is, en daarom heeft de paus bedacht dat we daar maar een synode voor moeten organiseren. Dan komen we daar misschien achter. Hoe? Door te luisteren. Maar dan ontkom je er niet aan dat er ook gesproken moet worden. Door wie? Door mensen die door de paus zijn uitgenodigd.

Zo had paus Franciscus een theoloog uitgenodigd die met droge ogen het volgende verkondigde: "Als we de consensus bereiken dat de Kerk wezenlijk synodaal is, zullen we de hele Kerk, alle instellingen, het hele leven van de Kerk in synodale zin moeten heroverwegen." Een van de aanwezige bisschoppen bevestigde openlijk dat het nodig zal zijn om af te wijken van de apostolische traditie. En zo zijn er inmiddels talrijke sprekers geweest die de revolutie preken. Dat het niet over theologie of doctrine gaat is niet langer vol te houden. Het gaat voornamelijk daar over. We gaan het zien. Over een paar dagen verschijnt het eindrapport (dat waarschijnlijk al lang klaar is) en wordt ook het volk Gods getrakteerd op een brief. Dat de heilige Geest daar niets mee te maken heeft is inmiddels wel duidelijk.

Wat synodaliteit ook moge betekenen, synodes zijn er in ieder geval om te ontdekken hoe we in de huidige tijd te werk moeten gaan om te bevorderen dat mensen tot Christus gebracht worden. Probleem is evenwel dat Jezus en het zielenheil (daar gaat het uiteindelijk toch om in het geloof) nauwelijks ter sprake gekomen zijn in alle luistersessies, schema’s en betogen. Aan Kerkvaders, heiligen en theologen wordt niet gerefereerd, aan Bijbel en Traditie ook al nauwelijks, de paus citeert voornamelijk zichzelf, en van enig filosofisch denken is al helemaal geen sprake. Het is vooral het gevoel dat het spreken beheerst. Heldere ideeën heeft dat niet opgeleverd, terwijl een synode toch bedoeld is om helderheid te verschaffen. Als er iets is dat Franciscus niet doet, is het dat wel. Dat blijkt wel weer uit de antwoorden op de Dubia-vragen. Zonder heldere ideeën blijven we in het duister tasten naar schaduwen in de nacht en resteert ons niets anders dan hersenspinsels die dichter of verder van de waarheid staan. Maar naar de waarheid wordt niet gezocht. Het is toch de waarheid die ons vrij maakt? Wat heeft het voor zin om het pastorale aspect te benadrukken als niet duidelijk is dat het op de waarheid geënt is? Woorden als ‘irregulier’, ‘sodomie’ en ‘zondebesef’ worden zorgvuldig vermeden. Iemand zou er zich eens aan kunnen storen, of nog erger, buitengesloten voelen.

Is dan niet iedereen welkom in de Kerk? Zeker wel. De enigen die thuis mogen blijven zijn degenen die menen dat er aan hen niks mankeert, dat zij geen bekering nodig hebben. Verder is iedereen welkom. Wel op één voorwaarde: dat ze tot inkeer komen en een beroep doen op Gods barmhartigheid. Dat is toch het hele punt van religie. Dat je erkent dat er een norm is - noem het de waarheid - die ons is geopenbaard, en dat je niet aan de standaard voldoet. Daarom ga je naar de Kerk. Om vergeving te vragen, om je te sterken door Gods genade, door gebruik te maken van de genademiddelen: de sacramenten, Gods Woord, steun van de geloofsgemeenschap, zodat je meer en meer werkt aan de heiliging van je leven.

En dat is nu het hele punt: men eist dat de Kerk levensstijlen goedkeurt die de Bijbel afkeurt. Men wil dat de Kerk de normen aanpast! Maar dat kan ze niet. Jezus zei tegen de overspelige vrouw: Ga heen en zondig niet meer. De LGBT-gemeenschap eist dat de Kerk zegt: Ga heen en zet uw levensstijl gerust voort. Maar goedkope genade is bij Jezus niet verkrijgbaar. Zeker, Hij is barmhartig, maar alleen op voorwaarde van bekering. Als iemand om mijn zegen vraagt, zal ik die geven. Ik zal niet vragen om eerst een curriculum vitae te overhandigen. Maar als  mensen mijn zegen vragen over een relatie die de Kerk (gebaseerd op het woord van Jezus zelf) als zondig beschouwd zal ik die uiteraard niet geven. Vraag niet aan de Kerk te wijzigen waar Jezus duidelijk over gesproken heeft. Dat mensen zich dan buitengesloten voelen, het zij zo. Jezus zelf sloot heel wat mensen uit. Van diverse categorieën mensen maakte Hij duidelijk dat zij het Koninkrijk Gods niet zouden beërven. En om dat nog maar eens extra duidelijk te maken noemde Hij ze ‘hypocriet’, ‘adderengebroed’, ‘witgekalkte graven’ en meer van dit soort originele bijbelse scheldwoorden. Synodedeelnemers die menen dat gastvrijheid, inclusiviteit en diversiteit de voornaamste eigenschappen zijn van de Kerk, zouden de Bijbel er nog eens op na moeten lezen. Ik beveel vooral de brieven van Paulus aan.

Iedereen is een zondaar. En hoewel we onze naaste moeten liefhebben, moeten we ook in staat zijn om bepaalde daden zonden te noemen. Vage onduidelijke antwoorden trekken niemand naar de Kerk van Christus. Aanpassing aan seculiere normen houden mensen zelfs weg van Christus: ze voelen zich bevestigd in hun onkerkelijke opvattingen. En het is liefdeloos. De Kerk kreeg van Jezus niet als eerste opdracht om te luisteren, maar om te missioneren: "Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb".

Wat wil de paus nu eigenlijk echt? Waarom nodigt hij James Martin uit? Waarom zoveel vriendjes naar zijn beeld en gelijkenis? Waarom kiest hij kardinaal Hollerich als relator voor de synode (Hollerich bevestigde nogmaals dat een aantal standpunten van de kerk wetenschappelijk en sociologisch onjuist gefundeerd zijn. Nee, beste kardinaal, deze standpunten zijn bijbels gefundeerd)? Waarom maakt hij afgelopen week tussen alle synodale drukte ruim tijd vrij voor een ontmoeting met zuster Jeannine Gramick die meent dat de kerkelijke leer over ethische kwesties (uiteraard gaat het wederom om LGTBQ+) veranderd moet worden. Haar organisatie is in het verleden veroordeeld. Waarom ruimt hij in deze drukke weken plaats in zijn agenda vrij om Whoopi Goldberg met alle egards te ontvangen. Na haar bezoek verklaarde zij dat het een fantastisch bezoek was vanwege de acceptatie van de paus voor homo-relaties en zijn openheid om vrouwen te wijden. Klopte het wat zij zei? Het Vaticaan sprak het niet tegen. Goldberg had op haar vijfentwintigste al zeven kinderen laten aborteren en is nog altijd een groot voorstander van abortus. Is dat wat synodaliteit is: luisteren naar iedereen die ook maar iets te zeggen heeft? Is dat de reden dat de paus naar juist deze mensen luistert? Zonder enig weerwoord. Of wil hij langzaam maar zeker de synodeleden rijp maken voor dit andere geluid omdat hij eigenlijk hun ideeën onderschrijft? Zo niet, waarom creëert hij dan zoveel verwarring door geen enkele vraag op een heldere manier te beantwoorden?

Wat er ook van zij, de verdeeldheid binnen de synode is gedurende de synode alleen maar groter geworden. Dat dit geen vruchten van de heilige Geest zijn moge duidelijk zijn. Dat deze synode over synodaliteit rampzalig is, moge inmiddels ook duidelijk zijn. Hetzelfde geldt voor de bedenker ervan.

+Rob Mutsaerts


Geestdodende synode

De katholieke kerk heeft de langste en rijkste culturele traditie ter wereld. De engelen moeten huilen bij het aanhoren van de nietszeggende, zelfingenomen, pseudo-sociologische, quasi-psychologische, geestdodende kerkelijke taal waarvan de huidige synode zich bedient. Het is alsof de Kerk heeft besloten dat haar diepe en brede erfenis van de Hebreeuwse profeten, de vroege kerkvaders, de Griekse filosofie, het Romeinse recht en de hele daaropvolgende geschiedenis van heiligen en wijzen in onze beschaving terzijde kan worden geschoven omwille van het "samen wandelen".

Deze tirade vindt zijn oorsprong in de berichtgeving over de synodale discussies over LGBT, die begin oktober is begonnen. We worden geacht niet te weten wat er in de synodezaal wordt gezegd. Duidelijk is evenwel dat er emotionele debatten zijn tussen degenen die de leer van de kerk over LGBT bevestigden en anderen die opriepen tot meer "onderscheidingsvermogen" - de laatsten werden met gejuich in de zaal onthaald. Maar de synode, die bedacht lijkt om de "wereld" in te halen, loopt al weer ver achter. Inmiddels zijn er heel wat letters aan het acroniem toegevoegd. De Canadese premier Justin Trudeau probeerde zich onlangs te verdedigen tegen beschuldigingen dat hij de rechten van ouders in het onderwijs aanvalt, wat overigens gewoon waar is. Hij verwees naar de bescherming van 2SLGBTQI+ mensen. Hebben we binnenkort weer een volgende synode nodig om die ontwikkeling aan te pakken? En er zijn nog veel ongebruikte letters in het alfabet. En cijfers.

"Homofobie", zo is ook plichtmatig gemeld, werd door iedereen in de synodezaal afgewezen. Dat is prima als ze bedoelen dat personen in de seksuele minderheid beschaafd moeten worden behandeld, net als iedereen. Maar als katholieken moeten we ons niet laten misleiden door ideologische kunstgrepen. Als je achteloos het gebruik van een term (LGBT) accepteert die voor ideologische doeleinden in het leven is geroepen - en je jezelf daarom bejubelt om je menselijkheid - dan ben je heel dicht bij intellectueel en moreel schipbreuk. Als je de term "homofobie" letterlijk neemt, zou je moeten geloven dat iedereen die afwijzend staat tegenover wat recentelijk als een seksuele afwijking werd beschouwd, zelf aan een geestelijke angststoornis (fobie) lijdt.

Er zijn veel mannen en vrouwen in de synodezaal die dit weten. En ook de diepte en breedte beseffen van wat er op het spel staat. En toch hoor je dat sommige leken-deelnemers verbaasd zijn dat veel bisschoppen stil zitten als deze termen worden gebruikt. Het zou al erg genoeg zijn als dit soort ideologische fantasie beperkt bleef tot LGBT-kwesties. Maar het is duidelijk dat het gaat om zaken als "vrouwen", "diversiteit", "inclusie", "openheid", "gelijkheid/gelijkwaardigheid". Verschillende katholieke denkers hebben geantwoord dat wat in dit alles ontbreekt is een authentieke christelijke antropologie. Elke antropoloog zou bijvoorbeeld kunnen opmerken dat vrijwel alle menselijke gemeenschappen die we kennen een reeks overtuigingen hebben, die we religieus zouden kunnen noemen. En ze hebben allen morele normen die met die overtuigingen verbonden zijn. We spreken dan in termen zoals heilig en zondig, sacraal en profaan, goddelijk en menselijk, goed en kwaad. Maar de synodedeelnemers hanteren liever termen als inclusief en diversiteit. Dat doet geen recht aan wat de mens ten diepste is. Om de homo sapiens echt te begrijpen hebben we een goede filosofie nodig en christelijke theologie. En in onze tijd vooral moed.

De relator van de synode (kardinaal Hollerich) heeft herhaaldelijk gezegd dat de synode niet bevoegd is om besluiten te nemen, maar alleen om te onderscheiden. Maar ondertussen is de manier waarop de synode discussieert een soort van besluitvorming, besluitvorming over wat belangrijk is en dus een geldige ervaring, wat wel en niet besproken mag worden, wat waar en goed is, hoe we het beste "vooruit kunnen gaan", hoe toekomstig "bestuur" eruit moet zien. Kortom, wat het betekent om nu in deze tijd katholiek te zijn. En maar beweren dat de Heilige Geest dit allemaal ingegeven heeft, quod non. De paus kan besluiten om dat allemaal te negeren. Maar hij en zijn naaste bondgenoten hebben de zaken zo geregeld dat hij dat naar alle waarschijnlijkheid niet zal doen.

(Naar Robert Royal “Homophobia and Homo Sapiens”, gepubliceerd op The Catholic Thing)

NIEUW: Van Waarheid tot Woke


NIEUW.

Verschenen bij Uitgeverij De Blauwe tijger
Auteur: Rob Mutsaerts
Titel: Van Waarheid tot Woke
ISBN9789493262256

Verkrijgbaar bij elke boekhandel, bol.com, Amazon.nl

inhoudsopgave
Inleiding
Hoofdstuk 1. Het doel heiligt de middelen
Hoofdstuk 2: The return of Kafka
Hoofdstuk 3. Het normale wordt aangevallen 
Hoofdstuk 4. Socrates. De godfather van alle filosofen 
Hoofdstuk 5. Plato. Illusie versus realiteit
Hoofdstuk 6. Klimmen om af te dalen: de metafysica van Aristoteles
Hoofdstuk 7. Thomas van Aquino. Fides et ratio 
Hoofdstuk 8. Descartes. Hoe weet je dat?
Hoofdstuk 9. Blaise Pascal. Wedden dat God bestaat 
Hoofdstuk 10. De dystopische wereld van het marxisme 
Hoofdstuk 11. G.K. Chesterton. Een ei is een ei 
Hoofdstuk 12. C.S. Lewis. De natuurwet
Hoofdstuk 13. Cancelcultuur
Hoofdstuk 14. De keizer is naakt
Hoofdstuk 15. Argumenten
Hoofdstuk 16. Een weddenschap
Hoofdstuk 17. Noble savages
Hoofdstuk 18. Inquisitie

Er is een cultuurstrijd gaande waarin Woke suprematie opeist. Dat is niet zonder gevolgen. Censuur, anathe- ma’s, bedreigingen, vernieling, vandalisme van kunstwer- ken, pogingen tot taalkundige en historische revisie, media lynchcampagnes, fatwa’s en oproepen tot boycot op sociale netwerken. Het doel heiligt de middelen. Een elite bepaalt wanneer er sprake is van haatzaaien en dus ook wat gecanceld moet worden. Dat ondertussen de vrijheid van mening sneuvelt doet niet ter zake, want het doel heiligt de middelen. Een gesprek is niet mogelijk, want argumenten tellen niet. Het is de uiterste consequentie van het relativisme dat in onze tijd regeert. Inmiddels is ook wetenschap gecanceld. De waarheid was al gesneuveld. Dat heeft consequenties. Uiteindelijk leidt het tot dehumanisering van de mens. Het normale en voor de hand liggende wordt niet meer ge- zien. Het gezond verstand is geen gemeengoed meer: niets is meer vanzelfsprekend, de natuur der dingen wordt niet meer onderkend.
Bestaat dat dan? Bestaat er zoiets als waarheid die voor iedereen en altijd geldt? Als niets waar is, valt er ook nergens over te praten. Als niets waar is, zijn argumenten waarde- loos. De vraag naar de waarheid is een filosofische vraag. Filosofen hebben daar zinnige dingen over te zeggen. De klassieke filosofen hebben de tand des tijds doorstaan. Dat is niet voor niets, mij dunkt. Onze westerse cultuur is gebouwd op het fundament van Athene en Jeruzalem, op de rede en de religie. Beiden gaan uit van objectiviteit. Voor zo- wel Socrates als Jezus is waarheid objectief en universeel. Democratie en mensenrechten zijn er de vruchten van. Dat is de cultuur die nu sterft met wantrouwen en het ontbreken van consensus als gevolg. Nominalisme voert de boventoon; metafysica heeft afgedaan. Normen en waarden hebben geen ijkpunt meer. Het universum is een kwestie van toeval en niet van een scheppende geest die er een bedoeling mee heeft. Voor zowel Augustinus als Sartre is het ‘God of niets’. Het christendom, met name de Rooms Katholieke Kerk, is het voornaamste doelwit van Woke. Zij houdt immers vast aan een objectieve geopenbaarde waarheid, gebaseerd op historische getuigen, ook al houdt Rome zich momenteel erg op de vlakte. Zij overleeft al 2000 jaar alle crises. Dat zal zij ook nu doen.
Ideeën hebben consequenties. Woke doet zich voor als een stroming die strijdt voor rechtvaardigheid, maar Woke is ideologie, het is een religie zonder nederigheid en barm- hartigheid. De wereld van Woke is de dystopische wereld van Marx en Kafka. Maar de Woke-keizer is naakt, maar niemand die er iets van zegt. Totdat er dat jongetje komt die het gewoon zegt. Er komt een tijd dat de absurditeit niet meer te ontkennen valt.

+Rob Mutsaerts

Lucy Letby

De Britse verpleegster Lucy Letby zal de rest van haar leven in de gevangenis doorbrengen. Vorige week werd ze schuldig bevonden aan de moord op zeven babys en de poging tot moord op nog zes anderen. Voor al deze gevallen krijgt ze levenslang. De wreedheid, de berekening en het cynisme waarmee deze misdaden werden gepleegd rechtvaardigen de beslissing om Letby geen gelegenheid te geven om de gevangenis vervoegd te verlaten. De strenge veroordeling komt niet als een verrassing. In het proces dat in totaal tien maanden duurde, toonde Letby nooit berouw.

Letby werkte op een afdeling waar te vroeg geboren babys werden verpleegd. Het ging in veel gevallen om tweelingen en drielingen. Volgens rechter Goss waren het de meest kwetsbarekinderen die men zich kan voorstellen. Ze werden vermoord door injecties met insuline, zuurstof en overvoeding. God redde onze baby”, aldus een van de moeders. „Maar toen werd ze gevonden door de duivel.”

Er zijn heel wat Lucy Letby-verpleegsters werkzaam in Vrouwen Medisch Centra. Dat is een vriendelijke naam voor centra waarbij een levend ongeboren kind in stukken uiteen wordt getrokken. Volgens het handboek voor abortusopleidingen is dit de favoriete abortusmethode, deels omdat ze goedkoper zijn dan andere beschikbare methoden. Lucy Letby ging minder rigoureus te werk en krijgt desalniettemin levenslang. Dat lijkt mij terecht. De strenge veroordeling komt niet als een verrassing, zo lees ik. Vooral omdat het om de meest kwetsbare kinderen ging die je je maar kan voorstellen.

De verpleegsters van abortusklinieken krijgen een andere behandeling. Ze krijgen een salaris voor hun werk. Ook als het de meest kwetsbare kinderen betreft. En de kinderen worden niet vermoord door injecties, maar door ze uit elkaar te trekken. Armpjes, beentjes en ook het hoofdje wordt van de romp getrokken. Ze hebben daar een vriendelijk woord voor bedacht: curettage. Ook hier is de duivel aan het werk, maar hij is goed vermomd. Zo goed zelfs dat het Europees Parlement ervoor pleit om dit beulswerk tot grondrecht te verheffen. De als Medisch Centrum vermomde abortuskliniek in Den Bosch vermeldt geruststellend:  “Jouw ziektekostenverzekeraar wordt niet op de hoogte gebracht en de behandeling gaat niet ten koste van jouw eigen risico”. Dat is fijn voor de moeder. Over het kind wordt niet gesproken. Die eindigt bij het medisch afval.

Het komt kennelijk hier op neer: als een gewenst kind gedood wordt in de moederschoot is er wereldwijde verontwaardiging. Als het kind niet gewenst is eindigt het geruisloos in de container.

Iemand van 80 jaar oud is dezelfde mens als toen hij 3 jaar was. En ook dezelfde persoon toen hij zich nog in de moederschoot bevond. Wanneer valt het kwartje om dit simpele feit onder ogen te zien?

+ Rob Mutsaerts

Lucia, Francisco, Jacinta en E.T.

In de Bijbel en in de geschiedenis van de Kerk komen we vaak kinderen tegen die taken hebben die op hun zuiverheid van hart berusten en die tot voorbeeld voor anderen zijn. Van het verhaal van Davids nederlaag tegen Goliath tot het onderricht van de jonge Jezus in de tempel van Jeruzalem en de verschijning van Onze Lieve Vrouw van Fatima aan Lúcia, Francisco en Jacinta, zijn de ervaringen van kinderen bijzonder waardevol voor God bij het doorgeven van zijn kracht, waarachtigheid en liefde. Zoals paus Johannes Paulus II schreef in zijn "Brief aan de kinderen in het jaar van het gezin" in 1994: "Het hele evangelie zou eigenlijk gelezen kunnen worden als het 'evangelie van de kinderen'". In de loop der jaren zijn er dan ook veel films verschenen met avonturen van kinderen. Veel van deze films stellen dat kinderen het soms beter begrijpen dan volwassenen en dat kinderen bij uitstek geschikt zijn om uitdagingen aan te gaan die hun ouders niet kunnen of willen aangaan. En geen enkel decennium bood betere kinderverhalen dan de jaren 1980.

In Steven Spielbergs klassieker E.T. the Extra-Terrestrial uit 1982 is de jonge Elliot, gespeeld door Henry Thomas, een vroegrijpe jongen uit een zonnige buitenwijk van Zuid-Californië die opgroeit - zoals vele Gen-Xers - bij zijn alleenstaande moeder. Elliot bevindt zich in een standaardsituatie voor een kind in het Amerika van de late twintigste eeuw. Ondanks de wijdverspreide welvaart om hem heen, ervaart Elliot eenzame pijn in zijn ziel en frustratie over niet-begrepen of genegeerd worden. De volwassenen in Elliots leven hebben het te druk om zijn behoeften te begrijpen, laat staan dat ze geloven in het bestaan van een buitenaards wezen dat hulp nodig heeft om thuis te komen.

Ondanks hun eigen pijn, vinden Elliot en zijn vrienden, niet gehinderd door de zorgen van volwassenen, manieren om onbaatzuchtig medeleven te betonen, iets waartoe volwassenen om hen heen niet toe in staat zijn. En de politie en wetenschappers die Elliot's huis bestormen en E.T. proberen te ontleden zijn uitstekende kandidaten voor de molenstenen die Jezus voorschrijft aan degenen die "kleintjes" tot zonde brengen (Matt. 18:6). Elliot's intense empathie voor E.T. uit zich in een telekinetische link tussen de twee, gesymboliseerd door E.T.'s verlichte wijsvinger die uitreikt naar Elliot's vinger, maar nog belangrijker door het gloeiende rode hart van de alien (dat overigens de inspiratie vormde voor "Turn on Your Heartlight" van Neil Diamond).  Christenen kunnen hier denken aan Jezus' kijk op ware grootsheid. Matteüs, Marcus en Lucas vermelden dat Jezus een kind als voorbeeld aan zijn leerlingen voorhield  en dat Hij "de gedachten van hun harten doorzag".

Voor zowel Israël als de katholieke kerk is en blijft "het hart" het beste woord om de diepste zetel van de spirituele identiteit van een mens te beschrijven. "Zalig de zuiveren van hart", zegt Jezus in de Bergrede, "want zij zullen God zien" (Matt. 5:8). En hoewel kinderen - met uitzondering van de jonge Jezus - net als wij zondaars zijn, blijft hun hart vaak gericht op het wonder van Gods goedheid, terwijl de geestelijke bijziendheid maar al te vaak de harten van volwassenen overwint. Pater Luigi Giussani, de stichter van de communie- en bevrijdingsbeweging, schrijft: "Ik identificeer dit hart met wat ik elementaire ervaring heb genoemd ... de oorspronkelijke impuls waarmee het menselijk wezen naar de werkelijkheid reikt." Zoals we in E.T. zien, is het soms wat het volwassen hart als onwerkelijk afdoet, dat kinderen steevast als essentieel identificeren. E.T. is  een typisch coming-of-age-verhaal. Avonturenverhalen voor kinderen geven een beeld van de kostbare tussenfase waarin kinderen overgaan naar volwassenheid, maar voordat ze afgestompt raken door alle problemen die we ervaren als gevolg van de zondeval en de erfzonde. In zulke verhalen herinneren volwassenen zich hoe een zuivere visie te herontdekken door berouw en vergeving, waardoor ze in staat zijn trots opzij te zetten en zich te verwondering op een manier die kinderen eigen is.

In de film The Goonies uit 1985, geregisseerd door Richard Donner en geschreven door Chris Columbus naar een origineel verhaal van Spielberg, zien we opnieuw kinderen met een groot hart die de heldhaftige deugd op zich nemen wanneer hun ouders dat niet kunnen. Uiteindelijk redden ze hun ouders, hun huizen en stellen ze een humane toekomst veilig voor hun stadje in Oregon. Opnieuw blijken de volwassenen weinig fantasie te hebben, terwijl een bende middelbare scholieren, met onder andere een jonge Josh Brolin, Sean Astin, Corey Feldman en Martha Plimpton, ondergronds gaan om de bandietenfamilie Fratelli af te weren en de legendarische schat aan "rijk spul" te ontdekken die de piraat One-Eyed Willy heeft achtergelaten. Net als Elliots heldendaden in E.T. is het filmavontuur van de kinderen in The Goonies niet escapistisch, maar ontmoet het de werkelijkheid met een oprecht hart en een open geest op een manier die de wereldvermoeide volwassenen niet kunnen bevatten. Hoe weten we zeker dat er geen verborgen schat is als we er niet naar zoeken?

In Rob Reiner's film Stand by Me uit 1986, gebaseerd op een kort verhaal van Stephen King, gaat een groep jongens op zoek naar een lijk. Gordie (gespeeld door een jonge Wil Wheaton), Chris (River Phoenix), Vern (Jerry O'Connell) en Teddy (Corey Feldman) hebben allemaal een getroebleerde jeugd, en ze komen allemaal tot een dieper begrip van de wereld als ze het gevaar trotseren en verslaan. Op dezelfde manier komen ze tot een beter begrip van zichzelf als wezens met gebreken, maar die toch te redden zijn. Op een gegeven moment vraagt Gordie aan Chris: "Ben ik raar?" Chris antwoordt: "Ja, maar wat dan nog? Iedereen is raar."

In The Goonies en Stand by Me zien we vooral wat Giussani "opvoeding in vrijheid" noemt. De jongens en meisjes in beide films vertegenwoordigen een verscheidenheid aan achtergronden en talenten, maar elk van hen ervaart groei in deugdzaamheid juist omdat ze worden blootgesteld aan uitdagingen die volledig buiten het domein van de theorie liggen en echte risico's met zich meebrengen. Giussani zegt: "In een kind is dit aanwezig als nieuwsgierigheid: verwachten en vragen. In de volwassene is het verwachting en zoeken. Het moet een echte zoektocht zijn: niet een die valse vragen stelt aan de werkelijkheid zonder een antwoord te verwachten". Amerikaanse films uit de jaren '80 mogen dan vooral westerse problematiek bevatten, maar vanuit het perspectief van de vorming van een kind in deugdzaamheid en misschien zelfs groei in heiligheid, zien we misschien dezelfde resultaten in de menselijke ziel die we zouden verwachten te vinden bij mensen die een veel groter tekort aan privileges hebben moeten doorstaan, zo niet regelrecht geweld en armoede.

Zelfs in films over zwaar getroebleerde kinderen, zoals François Truffauts New Wave meesterwerk The 400 Blows uit 1959 of het betoverende realistische portret The Kid with a Bike van de gebroeders Dardenne uit 2011, komen we de onmiskenbare oprechtheid van een kinderhart tegen. De verontrustende verhalen, misschien nog wel meer dan die met een happy end, herinneren volwassen filmkijkers aan de kostbare geschenken die ons zijn toevertrouwd. De liefde van kinderen heeft als geen ander de potentie om de zegeningen van Jezus over te brengen. Zoals Johannes Paulus II zei in zijn brief, toen hij zich rechtstreeks tot een jong publiek richtte: "Deze liefde moet zich dan verspreiden over jullie hele gemeenschap, zelfs over de hele wereld, juist door jullie, lieve kinderen."

Soms kan de liefde van Christus zich zelfs verspreiden via kinderen in films. Mogen we, terwijl we kijken, de goede God op zijn woord geloven en worden zoals zij.

De Kerk is niet van ons. Ook niet van de synode.

Toen missionaris Franciscus Xaverius in de 16e eeuw China bezocht, trof hij daar een opmerkelijk geavanceerde cultuur aan. In veel opzichten was de beschaving geavanceerder dan enige andere cultuur in die tijd. Franciscus Xaverius ontdekte dat de morele waarden opvallend veel leken op de christelijke waarden. Dat is niet zo verrassend als we misschien denken, omdat alle morele waarden van die tijd opvallend veel op elkaar leken (hoewel hun theologieën opvallend verschilden). Denk bijvoorbeeld aan de Gouden Regel: alles wat ge wilt dat anderen voor u doen, doe dat ook voor hen. De gouden regel van Confucius is feitelijk identiek: Doe met je naaste niet wat je niet wilt dat hij met jou doet.

Doet religie ertoe? In onze tijd wil men religie het liefst uit de maatschappij verwijderen. Men vindt het maar lastig. Houd het maar achter de voordeur. Het is iets van vroeger, zo wordt dan gezegd. Wetenschap ontrafelt de mysteries wel voor ons. En als wetenschap maar voortschrijdt zal het uiteindelijk alle problemen oplossen. Denk bijvoorbeeld aan de veelzeggende titel van de film over Stephen Hawkin The Theory of Everything. Nogmaals de vraag: doet religie ertoe in onze moderne tijd? De tijd waarin de samenleving uit elkaar valt, de tijd waarin er geen fundament meer is om op te bouwen, geen samenhang meer is, waar we aangewezen zijn op de mening van de toevallige meerderheid in het parlement. Maar je maakt mensen niet goed door wetgeving.

Het christendom is erop gebaseerd dat de wereld niet het gevolg is van een chemische reactie en dit is het toevallige resultaat, maar op een Schepper-God die een bedoeling heeft met zijn schepping. Christendom is gebaseerd op openbaring, op historische gegevens en op getuigen. Niet op wensdenken, niet op dromerijen. De Kerk heeft het Christendom niet bedacht; het is gebaseerd op feiten. Feiten die je kunt natrekken. In de geschiedenis. Op getuigen.

Christus heeft overigens geen nieuwe moraal gebracht. De gouden regel doe voor anderen wat je hoopt dat anderen voor jou doenis een regel die iedereen al als een goede regel beschouwde. Een mens heeft nu eenmaal een geweten. De kwestie is dit: de christelijke moraal moet je integreren in je eigen leven. Dat moet je zelf willen. Dat kan niemand anders voor je doen. Ook regels niet, ook een wetgever niet, ook wetenschap niet. Om een samenleving van pais en vree te realiseren, heb je het religieuze nodig. Ban God uit de maatschappij, en je creëert chaos. Altijd. Kijk naar de geschiedenisboeken. Moeder Teresa zei het kernachtig: als mensen niet veranderen, zal de maatschappij ook niet veranderen. Wetten en wetenschap zijn niet in staat mensen te veranderen. Het zijn hooguit de sancties die mensen weerhouden van een bepaald gedrag. Zijn christenen dan betere mensen? Nee. Wel: beter af. Wij hebben hulpmiddelen, aangereikt door de Kerk van Christus, gebouwd op de rots die Petrus heet.

Gij zijt Petrus, en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Deze passage is cruciaal voor een goed begrip van wat de kerk is en wat onze rol in de kerk is. Eerst en vooral noemt Jezus de kerk "mijn kerk". Dit vertelt ons dat Jezus de eigenaar van de kerk is. Niet Petrus, niet de apostelen, niet de bisschoppen of pastoors, niet het gezamenlijke kerkvolk. Nee, de Kerk is niet van ons.  De kerk is gesticht door Christus, die vervolgens Petrus aanwijst om garant te staan dat Jezus’ werk wordt voortgezet. Het geloof wordt ons aangereikt. Wij bepalen de inhoud niet door synodale processen, of door wat de meerderheid wenselijk lijkt. Onze rol is om naar Christus te luisteren en zijn instructies op te volgen. Als een kardinaal zegt dat de kerkelijke moraal sociologisch en wetenschappelijk verkeerd gefundeerd is, luister niet naar hem. De kerkelijke moraal is bijbels gefundeerd. Als bisschoppen menen dat dat men homo-relaties kan zegenen, luister niet naar hen. Ze willen feitelijk dat we zonde geen zonde meer noemen. De bijbel laat er geen twijfel over bestaan dat het dat wel is.

Wat te doen in onze tijd,  de tijd van de krimpende kerk. Mijn voetbalteam - jongens van rond de 16 jaar - loopt zo ongeveer een keer per seizoen een enorme zeperd op. Het is zo’n dag dat alles mis gaat en je met 6-0 of nog erger verliest. Wat te doen na zo’n wedstrijd? Nabeschouwen heeft geen enkele zin. Wat wel? Na de wedstrijd cola en kroketten uitdelen, niet meer omkijken, vooruitkijken naar de volgende wedstrijd. Volgende zaterdag beginnen we gewoon weer met goed gemoed met 0-0. Kijk eens naar Paulus, wat hij allemaal niet te verduren had (schipbreuk, gevangenschap, geseling, honger, en nog meer ellende). Nee, hij keek niet om, maar ging door, tegen alles in. En kijk eens wat hij voor elkaar heeft gekregen. Eigenlijk verging het elke heilige zo. Hetzelfde geldt ook voor ons. God geeft ons niet op. Weet dat. Nietzsche zei dat God dood was. Volgens mij is Nietzsche dood. En leeft God. Alle heiligen hebben ervan getuigd en hierdoor het verschil gemaakt? Overal waar wij onze stem niet laten horen, groeit het kwaad, wint de duvel.

De kerk houdt vast aan het geloof. Niet omdat zij niet flexibel zou zijn of omdat zij star of behoudend of weet ik veel wat zou zijn, maar omdat zij vastberaden vasthoudt aan waarden die niet tijdgebonden zijn. Ze houdt vast aan bijbelse waarden, aan Gods woord. Zoals de zondagsplicht, de biecht, een klip en klaar Nee tegen abortus en tegen allerlei merkwaardige relatie-vormen waarvan Jezus heel stellig zegt dat daar geen zegen op rust, want zo zit de scheppingsordening niet in elkaar. Dat is niet meer van deze tijd, zeggen de mensen dan. Dat zal best. De kerk kijkt niet naar wat men vandaag vindt en morgen weer anders over denkt, maar naar hetgeen voor alle tijden geldt.

Er zijn fysieke natuurwetten die voor iedereen gelden, ongeacht wat men ervan vindt. De wet van de zwaartekracht geldt voor iedereen. Water bevriest bij nul graden, wat je daarvan ook maar mag vinden. Zo zit de schepping in elkaar. Zo zijn er ook geestelijke natuurwetten die altijd en voor iedereen gelden. Doe het goede, en er zal zegen op rusten. Doe het kwade, en het zal van kwaad tot erger gaan. Zo zit de schepping nu eenmaal in elkaar. Zo zijn mensen geschapen als man of vrouw. Een jongen kan zichzelf wel verminken omdat hij liever geen jongen wil zijn, het blijft een jongen. Ga tegen de natuur in, en de natuur zal zich wreken. Altijd. Zo zit de schepping nou eenmaal in elkaar. God mag dan wel altijd vergevingsgezind zijn, de mensen soms, de natuur nooit. Je gaat je ongeluk tegemoet. Dat jongeren in de war zijn lijkt mij een normale zaak. Dat mensen hen stimuleren in hun verwarring is voor mij onbegrijpelijk. Ik gun hen wat beters. De meesten komen dan ook later tot andere gedachten. Maar de verminking is onherstelbaar. Ik snap ook artsen niet die meewerken aan het verwijderen van gezonde organen. Ik snap ook niet dat op een leeftijd dat je geen sigaret mag roken, geen auto mag besturen, geen tattoo mag zetten, je wel zonder toestemming van ouders gezonde lichaamsdelen mag laten verwijderen. Nee, niet als het gaat om mijn linkernier of rechteronderbeen. Dat zou dwaas zijn. Ja, net zo dwaas als het verwijderen van borsten en penissen om vervolgens iets aan te bouwen wat niet functioneert.

+Rob Mutsaerts