Een van onze diepste verlangens als mens is het verlangen naar thuis - een plek waar we erop kunnen rekenen dat we geliefd en gewaardeerd worden, een plek waar we altijd welkom zijn, een plek waar we echt het gevoel hebben dat we erbij horen. Helaas heeft de moderne cultuur de ervaring van thuis steeds ongrijpbaarder gemaakt. Dat is een van de redenen waarom zoveel mensen in de hedendaagse samenleving zich geïsoleerd en eenzaam voelen. Roger Scruton, de Britse filosoof en sociaal commentator, heeft opgemerkt dat deze eenzaamheid en het gevoel van isolatie zo alomtegenwoordig zijn geworden dat veel van onze moderne literatuur, kunst en muziek zich nu richt op het geïsoleerde individu en zijn zoektocht naar thuis en gemeenschap of zijn "verval in eenzaamheid en vervreemding".
Waar
kunnen we een blijvende ervaring van "thuis" vinden? Voor velen van
ons is onze diepste ervaring van thuis in dit leven te vinden bij onze familie.
Maar door de eeuwen heen hebben we ook een gevoel van "thuis" ervaren
vanuit verschillende andere bronnen, waaronder onze identiteit als inwoner van
een bepaald land, ons lidmaatschap van een specifieke cultuur, onze
verbondenheid met de natuur en onze relatie met God. Tragisch genoeg heeft de
moderne cultuur al deze potentiële bronnen van "thuis" systematisch
ondermijnd.
FAMILIE
Er
zijn te veel aanvallen geweest op het traditionele gezin om ze hier allemaal op
te noemen, maar ze omvatten abortus; wetten voor echtscheiding zonder schuld;
sociaal welvaartsbeleid dat het huwelijk financieel ontmoedigt en in plaats
daarvan alleenstaand ouderschap stimuleert; de herdefiniëring van het huwelijk,
waarbij die herdefiniëring wordt afgedwongen door de straffende macht van de
staat; politiek "progressivisme" dat het recht van ouders wil ondermijnen
om kinderen op te voeden in overeenstemming met hun eigen waarden; en andere
politieke ideologieën die er niet alleen op uit zijn om het traditionele gezin
te ondermijnen maar eerder om het gezin volledig te vernietigen, omdat ze het
gezin zien als het laatste grote obstakel dat het vermogen van de staat om
totale controle uit te oefenen over het leven van haar burgers in de weg staat.
VADERLAND
Duizenden jaren lang hebben mensen een thuisgevoel gevonden
in hun verbondenheid met het specifieke geografische gebied waarin ze leven.
Vandaag de dag fronsen veel van onze culturele elites hun wenkbrauwen over deze
verbondenheid met een plaats en proberen ze dergelijke gehechtheden en het
patriottisme dat een uitdrukking is van deze verbondenheid te ontmoedigen of zelfs
belachelijk te maken. Getuige bijvoorbeeld het anti-Amerikaanse sentiment dat
ons en onze kinderen wordt opgedrongen door de mainstream media en door veel
leraren en professoren op alle niveaus van het onderwijssysteem in de Verenigde
Staten. Sommige globalisten proberen de landsgrenzen te vervagen, en misschien
zelfs helemaal te elimineren, die zo lang als een bron van identiteit hebben
gediend voor zoveel mensen. Goed gedefinieerde grenzen, vergezeld van een
redelijk en humaan immigratiebeleid, helpen de identiteit van een land te
behouden en daarmee een belangrijke bron van identiteit en "thuis"
voor de mensen. Kan nationalisme te ver gaan? Ja, natuurlijk; maar de oplossing
is niet om naties volledig uit te bannen ten gunste van één enkele wereldregering, zoals
sommige globalisten voor ogen hebben (in dat geval vraag je je af wat als
controle zou dienen op de macht van zo'n regering over haar burgers), maar
eerder om te streven naar gematigdheid met betrekking tot nationalisme en
patriottisme, zoals in alle dingen. De "wereldburger" die zich
zogenaamd overal thuis zal voelen, zal zich in feite waarschijnlijk nergens
thuis voelen.
CULTUUR
Veel van onze culturele elites voelen een minachting voor
de Westerse cultuur die vergelijkbaar is met hun minachting voor patriottisme.
Zowel in West-Europa als in de Verenigde Staten vind je vaak mensen die een
echte haat koesteren tegen de cultuur die hen heeft voortgebracht,
grootgebracht en nog steeds ondersteunt. Aan de basis lijkt deze haat voor de
eigen cultuur vaak voort te komen uit een zekere mate van zelfhaat, maar dat is
een essay voor een andere dag. Onze culturele elites en ons openbaar
onderwijssysteem hebben de canon van westerse literatuur, kunst en gedachten,
die het hart van de westerse cultuur vormen, grotendeels verworpen en ze lijken
erop gebrand om toekomstige generaties te leren om die cultuur ook te haten en
te verwerpen. Een van de meest ondermijnende trends in de hedendaagse cultuur
is de groeiende neiging om enkele van de meest fundamentele en belangrijke
aspecten van het menselijk bestaan (ja, van het bestaan zelf) te verwerpen:
waarheid, schoonheid en goedheid. Wij mensen hebben een diep verlangen, zelfs
behoefte, aan waarheid, schoonheid en goedheid, en een cultuur die haar burgers
deze zo belangrijke kwaliteiten ontneemt, kan op de lange termijn niet als
"thuis" blijven voelen voor haar leden.
NATUUR
De natuur is al heel lang een bron van "thuis"
voor ons mensen - dat is een van de redenen waarom zo velen van ons zich graag
"in de natuur" bevinden: tuinieren, wandelen, kamperen, enz. Dat is
ook een van de redenen waarom we er zo vaak voor hebben gekozen om de natuur af
te beelden in onze kunstwerken, zoals Scruton opmerkt: "Vanaf de vroegste
tekeningen in de grotten van Lascaux tot de landschappen van Cézanne, de gedichten van Guido
Gezelle en de muziek van Messiaen, heeft de kunst gezocht naar betekenis in de
natuurlijke wereld. De ervaring van natuurlijke schoonheid is niet een gevoel
van 'wat mooi' of 'wat aangenaam'. Ze bevat een geruststelling dat deze wereld
een juiste en passende plek is om te zijn - een thuis waarin onze menselijke
krachten en vooruitzichten bevestiging vinden". Maar de moderniteit heeft
deze bron van thuis ook niet met rust gelaten. Filosofisch materialisme, de
opvatting dat alles, inclusief mensen, niets anders is dan een willekeurige
werveling van atomen, reduceert alles, inclusief ons mensen, tot louter
objecten. Toegegeven, materialisme is niet een geheel nieuw wereldbeeld,
aangezien Ouden als Democritus, Epicurus en Lucretius dit standpunt allemaal
beleden, maar materialisme is de laatste decennia een steeds populairder
standpunt geworden, deels door de verdediging ervan door wetenschappers als
Richard Dawkins. Scruton stelt dat door de hele natuur, inclusief onszelf, te
reduceren tot louter objecten, het materialisme de natuur heeft
"onttoverd". De natuur (inclusief het menselijk lichaam) voelt voor
sommigen van ons niet langer als "thuis", maar wordt nu veeleer gezien
als iets dat gemanipuleerd, gecontroleerd en veranderd moet worden zodat het
volledig gericht kan worden op de vervulling van menselijke verlangens. De
natuur, vooral de schoonheid en sublimiteit die we in zoveel natuur vinden,
wees ons vroeger naar iets diepers, iets hogers: naar transcendentie; naar het
heilige; naar God. De natuur en alle andere aardse bronnen van
"thuis" (familie, land, cultuur, enz.) wezen ons op ons echte thuis,
ons diepste thuis, ons permanente thuis - ons thuis in God. Tegenwoordig is dat
voor veel mensen niet meer zo - deels vanwege de aanval van de moderniteit op
elk van deze potentiële bronnen van thuis, en deels vanwege de directe aanval
van de moderniteit op religie zelf, de vervolging van religieuze gelovigen
(vooroordelen tegen christenen en joden worden nog steeds toegestaan en zelfs
goedgepraat door veel van onze "culturele elites") en de verwerping
van het bestaan van God.
GOD
Als eenheid van lichaam en ziel zijn wij mensen
"grensverschijnselen": we bewegen ons op de grens tussen het zuiver
fysieke en het zuiver spirituele. Dat is een van de redenen waarom we ons nooit
helemaal "thuis" kunnen voelen in de natuur: in die zin zijn we
"in" de wereld maar niet helemaal "van" de wereld. Hans Urs
von Balthasar heeft deze realiteit treffend verwoord: "De mens wordt
inderdaad ervaren als een 'grens' tussen deze wereld en de wereld daarboven,
als iemand die zich niet helemaal thuis kan voelen in de kosmos en achtervolgd
wordt door een verlangen om terug te keren naar het Absolute." Scruton
beschreef onze toestand in dit leven als een van "metafysische
eenzaamheid" of "existentiële eenzaamheid": als zelfbewuste en
rationele wezens voelen we ons enigszins geïsoleerd en losgekoppeld van de rest
van de fysieke wereld. We zijn subjecten, niet alleen objecten, maar we worden
omringd door een wereld van objecten en voelen ons hier dus niet helemaal
"thuis". Scruton beweerde dat onze metafysische eenzaamheid "een
verlangen om opgelost te worden in de subjectiviteit van God"
weerspiegelt. Hij zat op het goede spoor, maar waar we echt naar verlangen is
niet om opgelost te worden in God, maar eerder om deel te nemen aan God, om te
delen in het goddelijke leven van God terwijl we toch ons bestaan als
individuele personen behouden. En dat is in feite wat God ons aanbiedt in Jezus
Christus:
Zijn goddelijke kracht heeft ons alles gegeven wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft tot zijn eigen heerlijkheid en voortreffelijkheid, waardoor Hij ons zijn kostbare en zeer grote beloften gegeven heeft, opdat u daardoor ontkomt aan het verderf dat door de hartstocht in de wereld heerst, en de goddelijke natuur deelachtig wordt. (2 Petrus 1:3-4)
Dit is wat God voor ons wil; dit is het doel waarvoor God ons gemaakt heeft: dat we voor altijd delen in het goddelijke leven van God door Jezus Christus, en daardoor ook voor altijd delen in de goddelijke liefde en gelukzaligheid. De christelijke traditie heeft dit proces waardoor we deel krijgen aan het goddelijke leven met verschillende namen aangeduid, waaronder goddelijking, vergoddelijking, theosis en inlijving. Een van de termen waar Balthasar de voorkeur aan gaf was Heimkehr, wat Duits is voor "thuiskomst". Het leven in God zal onze ultieme "thuiskomst" zijn. Pas als we in het huis van de Vader zijn, zullen we eindelijk en echt thuis zijn (Johannes 14:2). Het Vaderhuis is het thuis waarnaar we op zoek zijn geweest. Het leven in God is ons ware thuis, het thuis waarvoor we gemaakt zijn, het thuis waarin we ons ultieme geluk en vrede zullen vinden. En deze fysieke wereld, deze wereld waarin we ons nu "in" maar niet "van" voelen, zal getransfigureerd en getransformeerd worden en voor altijd met ons meegevoerd worden naar het goddelijke leven van God (Openb. 21:1-4).
(Dr. Richard Clements; wordonfire.org)