Wat opvalt is dat aan elke zaligspreking een belofte gekoppeld is. Aan de armen wordt het Koninkrijk Gods beloofd, aan de treurenden vertroosting, aan degenen die hongeren naar gerechtigheid wordt beloofd dat juist zij verzadigd zullen worden, en aan de zuiveren van hart dat ze God zullen zien. Bij elke zaligspreking hoort een beloning: gezegend zijn zij, want zij zullen ontvangen.
Sigmund Freud vindt het kinderachtig als je iets doet omwille van een beloning. Degenen die dat doen zijn volgens hem psychologisch onvolwassen mensen. Het is een spel voor kinderen: iets doen voor een snoepje. Christenen waren er volgens Freud nog het ergst aan toe: zij geloven in een fictieve beloning (de hemel) door een fictieve God. Karl Marx kon zich daar wel in vinden. Hij beschouwde religie als opium voor het volk. Niet alleen onvolwassen mensen in het algemeen laten zich drogeren, christenen doen dat in het bijzonder, aldus Freud. Voor Freud en Marx betekent volwassen zijn niet achter beloningen aangaan. Je moet op niets anders vertrouwen dan op jezelf.
John Lennon heeft hier een liedje over geschreven. In ‘God’ zingt hij:
I don't believe in the Bible
I don't believe in tarot
I don't believe in Hitler
I don't believe in Jesus
I don't believe in Kennedy
I don't believe in Buddha
I don't believe in mantra
I don't believe in Gita
I don't believe in yoga
I don't believe in kings
I don't believe in Elvis
I don't believe in Zimmerman (Bob Dylan)
I don't believe in Beatles
I just believe in me…
Ik geloof alleen in mezelf. Zo eindigt John Lennon, nadat hij Jezus en alles en iedereen heeft afgeserveerd. Wordt hier niet het beeld geschapen van Nietzsche’s Übermensch, de mens die zich los maakt van welk systeem dan ook en alleen op zichzelf vertrouwt en leunt. Is dat niet Superman, Batman, Spider-Man, cartoonhelden die niemand nodig hebben, van niemand afhankelijk willen zijn en alles in hun eentje opknappen? Hitler was niet voor niets een fan van Nietzsche. Hitler had niks met de Zaligsprekingen van Jezus. Barmhartigen, zachtmoedigen, zuiveren van hart, dat waren voor hem onnozele stumpers.
Persoonlijk geloof ik niet in supermensen. Ik geloof eerder in heiligen. Ik geloof in de heilige Theresia die zich, als een kind, aan God toevertrouwt, met haar zwakheden, haar angsten, maar met het vertrouwen van kinderen die weten dat hun vader hen nooit in de steek laat. Ik geloof in de heilige Franciscus, die over beloningen zei: "Elke pijn is mij aangenaam, als ik denk aan het paradijs dat mij wacht". Ik geloof in pater Damiaan, Moeder Teresa en Peerke Donders die zich geheel en al met kinderlijke eenvoud aan God toevertrouwden.
En ja, ik geloof in de hemelse beloning als ik mijn best doe te leven in navolging van Jezus. En trouwens ook een beloning al hier en nu. Als ik lees: "Zalig zijn de zuiveren van hart, want zij zullen God zien", dan betekent dat niet alleen dat er een dag komt dat we God in de hemel van aangezicht tot aangezicht zullen zien. Nee, zuiverheid van hart is God vandaag zien, Hem zien in Gods schepping, in het gezicht van de lijdende medemens.