Ineens is het overal: bij
politici, ambtenaren, beleidsmakers, kerken, CEO’s, Brussel uiteraard. Gendermainstreaming. Het concept vindt zijn oorsprong in de 3de
Wereldvrouwenconferentie van Nairobi (1985) en werd uitdrukkelijk bekrachtigd
en goedgekeurd tijdens de 4de Wereldvrouwenconferentie in Peking. En
ondertussen heeft het zich dus overal ingenesteld. Dat hebben ze knap gedaan.
Hoe? Je begint met heel moeilijk kijken om de ernst van het onderwerp duidelijk
te maken. Vervolgens maak je gebruik van taal om het een quasi
wetenschappelijke toon te geven. Dan komen de toverwoorden ‘gelijke
behandeling’ en ‘positieve discriminatie van vrouwen’ en niemand durft je nog
tegen te spreken, want niemand wil als vrouwonvriendelijk bekend staan. Maar
als je aan de voorvechters van Gender Mainstreaming vraagt wat het nou
eigenlijk is, krijg je meestal een antwoord dat begint met: “Nou, voor mij
betekent het dat....” en dan komt er van alles: gelijkstelling van vrouwen,
tegen homofobie, voor vrouwenrechten, tegen transfobie. Iedereen maakt er maar
van wat hem/haar/het ‘t beste uitkomt. Ik wil best zeggen wat het voor mij
betekent: reality satire.
Is het reality? Jazeker. Je kunt er zelfs
geld mee verdienen. Er zijn al leerstoelen, instituten die uiteraard een
directeur met directeurssalaris nodig hebben, wethouders die deze satire in hun
portefeuillle hebben en meer van dit soort instellingen die heel politiek
correct de geslachtsgevoelige medeburgers willen beschermen.
Niemand heeft erom gevraagd, om toestemming
is ook nooit gevraagd, laat staan gegeven. Men zal pas rusten als iedereen
overtuigd is van de relevantie hiervan. Tot voor kort hadden we niet het
flauwste vermoeden dat er daders en slachtoffers zijn van de “deterministische
dwangheteronomistische maatschappij” die we kennelijk zijn, waaruit we bevrijd
kunnen worden. Zolang dat nog niet tot iedereen doorgedrongen is, kunnen de
genderisten op subsidie rekenen blijven. Vooral omdat niemand weet waar het nu
eigenlijk om gaat in gender mainstreaming is succes voorlopig verzekerd. Er
moeten in ieder geval “angsten overwonnen worden” en “vooroordelen afgebroken
worden”. Als u dit allemaal maar onzin vindt, komt dat omdat u uw eigen angsten
niet onder ogen wilt zien en niet wilt ontdekken dat u geen man of vrouw bent,
maar een seksueel amalgaam. Dat wist u natuurlijk nog niet.
Als je voorzichtig oppert dat hier wel eens
sprake zou kunnen zijn van de kleren van de keizer, krijg je nooit argumenten
te horen om het tegendeel aan te tonen. Maar de keizer is naakt. De
gender-onderzoekers zijn na talloze jaren van onderzoek noch nooit met
aantoonbare resultaten gekomen die hun hypothesen zouden kunnen ondersteunen.
Ondertussen kijken we met verbazing naar de naakte keizer en bekleden hem met
fictieve kleding en is er niemand die er iets van zegt. Het wachten is op het
kind dat in al zijn eerlijkheid roept dat de keizer in zijn blootje loopt.
U als man weet toch wel dat uw penis een
sociaal construct is dat u opgedrongen is door de dwangheteronormativiteit die
u vertelt dat u man bent. Maar dat is niet zo; dit is slechts het uitvloeisel
van een sociaal construct hetgeen een residu is van Platoons en Thomistisch
denken dat ervan uitgaat dat er zoiets als een objectieve waarheid bestaat.
Maar dat is niet zo. De enige waarheid is uw gevoel. Inmiddels weten we dat
we ons moeten bevrijden uit de biologische
boeien die ons eeuwenlang geketend hebben en dat we zelf ons geslacht kunnen
kiezen. U kunt kiezen uit een stuk of zestig varianten. Het is ook niet
noodzakelijk om je lichaam te verminken. Je laat het gewoon zoals het is en
kiest gewoon het gender waar je je op dat moment fijn bij voelt.
Ik noemde het hierboven reality satire.
Reality, in de zin dat iedereen zich er mee bezig houdt, c.q. mee lastig
gevallen wordt. Satire, in de zin dat het waanzin is. Dat ik het waanzin vind,
komt waarschijnlijk door mijn opvoeding. Mijn moeder was geen feminist en ook
al niet bi-seksueel . En ze heeft mij altijd als een jongen beschouwd. En ik
mocht cowboy en indiaantje spelen. Inclusief revolver. Waarschijnlijk verklaart
dat volgens de genderclub mijn witte-boze-man-mentaliteit. En mijn vader zorgde
ervoor dat mijn moeder niet uit huis hoefde te werken en vooral huismoeder kon
zijn. Dat beschouwde zij als een voorrecht. Ook dat nog. Hoe onderdrukkend, zal
het gendergenootschap zeggen. Tegen deze achtergrond is het echter wel vreemd
dat de vrouwenbeweging die aan de basis van de genderbeweging staat, zich
altijd nadrukkelijk op haar biologische vrouwelijkheid beroept
(‘vrouwenbeweging’ klinkt niet echt genderneutraal).
Dat men mij als schrijver van dit soort
stukjes achterlijk, fundamentalistisch, anti-feministisch, intolerant,
homofoob, biologistisch en meer van dergelijke fraaie termen toedicht, ach dat
mag. Daar kan ik prima tegen. Maar ik hoor graag argumenten, maar die hoor ik
nooit. Ik doe graag een beroep op de rede, dan kunnen we het er eens in alle rust
met elkaar over hebben. Ik vermoed dat de overgrote meerderheid van de wereldbevolking
de hele genderdiscussie een onzinnige discussie vindt. Maar kennelijk wordt het
ons niet gegund er een andere mening op na te houden. Dan wordt ons
ongevoeligheid toegedicht voor hen die werkelijk problemen ondervinden op dit
vlak. Maar ondertussen wordt de meerderheid een minderheidsstandpunt
opgedrongen. Ik blijf mij daartegen verzetten. Lezingen op universiteiten
worden afgezegd na protest van genderactivisten omdat degene die de lezing zou
verzorgen niet voldeed aan de diversiteitseisen van de activisten. Argumenten
werden niet aangevoerd. Het overkwam Jordan Peterson. Hij weigerde mannen en
vrouwen neutraal aan te spreken. Naar zijn argumenten werd niet gevraagd. Hoe
on-academisch! Het toppunt is wat mij betreft de kwestie van docent
lichamelijke opvoeding Robert Oppedisano, werkzaam op een school in Port Richey
(Florida). Het is daar de normale gang van zaken dat na het gymmen een
mannelijke leraar toezicht houdt bij de jongens bij het douchen, en een vrouw
bij de meisjes. Op een dag komt er een meisje de jongenskleedkamer binnen die
zegt dat ze zich identificeert als een jongen. Het meisje wilde de kleedkamer
niet verlaten. De gymdocent heeft toen maar zelf het kleedlokaal verlaten. Hij
meende dat het niet gepast was als hij aanwezig zou zijn bij het omkleden en
douchen van een minderjarig meisje. En om die reden is hij ontslagen! Hij had
het meisje immers niet geaccepteerd in haar ‘jongen’-zijn. Kortom, hier wordt
een docent verplicht present te zijn bij een minderjarig naakt meisje! Hoe
absurd wil je het hebben? Dat de jongens zich er ook buitengewoon ongemakkelijk
bij voelden was ook al niet relevant. De genderterreur gaat extreem ver. En we
staan erbij en kijken er naar. In naam van tolerantie gaat men uiterst
intolerant om met degenen die er een andere mening op nahouden. Tolerantie
betekende ooit het verdragen wat men sterk afkeurt. Nu wordt van een tolerant
persoon verwacht dat hij zelfs geen gevoel van afkeuring heeft. Dat is iets
heel anders.
De aanleiding voor mij om dit stukje te
schrijven is overigens een andere. Vorig jaar heeft een vijftienjarige jongen
zich van het leven beroofd. Ik kende hem redelijk goed. Een goeie jongen, wel
heel erg onzeker. Hij meende dat hij wellicht in een verkeerd lichaam zat. Hij
werd door een gendercoach (ik wist niet dat die bestonden) sterk aangemoedigd
zich om te laten bouwen. Dat zou moedig zijn en ook gewaardeerd worden door
zijn omgeving. Er zijn veel gesprekken met hem en ook zijn ouders gevoerd. Hij
zou er ook een stuk zelfverzekerder van worden. Uiteindelijk heeft hij het
gedaan. Daarna had hij te kampen met zware depressies. Hij voelde zich verminkt
en geheel identiteitsloos. Op een gegeven moment kon hij het leven niet meer
aan en benam zich van het leven. Zijn ouders hebben nooit meer iets van de
“gendermaffia” zoals zij dat noemen gehoord. Niemand heeft ook maar enig
medeleven betoond. Het paste kennelijk niet in hun straatje, of beter gezegd in
hun zieke ideologie. Wat mij betreft zijn ze medeplichtig aan moord.