Vergissing of ketterij?

Gisteren (ik schrijf deze column op 3 februari) op de dag van Maria Lichtmis sprak paus Franciscus tijdens de algemene audiĆ«ntie over de gemeenschap van de heiligen (terug te vinden op de site van het Vaticaan). In het credo belijden we dit elke zondag: “Ik geloof in de gemeenschap van de heiligen”. Wat is deze “gemeenschap van de heiligen”. De paus zegt:

“De Katechismus van de Katholieke Kerk zegt: ‘Wat is de kerk anders dan de vergadering van alle heiligen’ (nr. 946). Wat een mooie definitie! ‘De gemeenschap van de heiligen is juist de Kerk’. Wat betekent dit? Dat de Kerk gereserveerd is voor de volmaakten? Nee. Het betekent dat het de gemeenschap is van geredde zondaars. De Kerk is de gemeenschap van geredde zondaars. Dat is een mooie definitie. Niemand kan zichzelf uitsluiten van de Kerk, wij zijn allen geredde zondaars.”

De paus vervolgt met een hypothetische vraag

“Heilige Vader, laten wij denken aan hen die het geloof verloochend hebben, die afvallig zijn, die de Kerk vervolgen, die hun doopsel verloochend hebben: zijn ook dezen thuis?". Ja, zelfs deze, zelfs de godslasteraars, allemaal. Wij zijn broeders. Dit is de gemeenschap der heiligen. De gemeenschap der heiligen houdt de gemeenschap van gelovigen op aarde en in de hemel bijeen.”

Dit is een ronduit bizar antwoord. Het zou betekenen dat ook gedoopten zoals Adolf Hitler en Jozef Stalin in de hemel zijn! En trouwens ook Judas, die immers tot de groep apostelen behoorde. Dat niemand zichzelf kan uitsluiten van de Kerk, het mystieke Lichaam van Christus, is ronduit in strijd met de leer van de Kerk. Het is waar dat zelfs iemand in staat van doodzonde nog behoort tot gemeenschap van gelovigen. Het is nog altijd mogelijke door het sacrament van de biecht vergeving te ontvangen, zodat men weer in staat van genade is. Zo niet, dan maakt de doodzonde “onbekwaam voor het eeuwig leven” en rest de “eeuwige zondestraf” (katechismus no. 1472), “het veroorzaakt uitsluiting uit het Koninkrijk van Christus en de eeuwige dood van de hel (1861. Vgl. ook 1864).

Paus Pius XII maakte duidelijk dat men zich wel degelijk kan uitsluiten van de Kerkgemeenschap waartoe men ging behoren door het doopsel door ketterij, apostasie en schisma. In zijn encycliek Mystici Corporis Christi (ook terug te vinden op de site van het Vaticaan) verwoordt hij het aldus:

In feite worden alleen zij tot de leden van de Kerk gerekend die gedoopt zijn en het ware geloof belijden, en die niet zo ongelukkig zijn geweest dat zij zich van de eenheid van het Lichaam hebben afgescheiden, of die door wettig gezag zijn uitgesloten wegens begane ernstige fouten.(22). Want niet iedere zonde, hoe ernstig ook, is van dien aard dat zij iemand van het Lichaam der Kerk scheidt, zoals schisma, ketterij of afvalligheid dat doen. (23)

Je mag hopen dat de paus zijn vergissing inziet en corrigeert. Zo niet, dan ziet hij het kennelijk niet als een vergissing, maar dan kan ik tot geen andere conclusie komen dat hier sprake is van een ketterij. Deze paus wordt wel ‘de paus van de verrassingen genoemd’. Verrassend is wel het minst wat je hiervan kunt zeggen. Op YouTube zien we dat een man in het publiek opstaat en ageert tegen de paus. Ik houd het op een broederlijke vermaning.

 

+Rob Mutsaerts