Hoezo angstige tijd?


Na afloop van een matige wedstrijd afgelopen zaterdag reageerde de Duitse trainer als volgt: “Er was slecht gevoetbald want er was sprake van jeugdig enthousiasme”. Het ontbrak de spelers volgens de trainer aan professionaliteit.

Ik meen dat het tegenovergestelde het geval is: er wordt in het betaald voetbal vaak slecht gespeeld omdat het ontbreekt aan jeugdig enthousiasme. Dat neem ik de spelers niet kwalijk. Ze krijgen een niet te onthouden groot aantal opdrachten mee, en langs de lijn staat een schreeuwende coach met als gevolg dat spelers vooral risicoloze acties maken. Ze mogen geen fouten maken. Ja, dan krijg je dat.

Ik zou alles over hebben voor jeugdig enthousiasme. Je kunt niet van tevoren verordonneren wat de juiste oplossing is in bepaalde situaties. Er is geen juiste oplossing. Dat is nu wat voetbal zo mooi maakt. Acties van spelers van mijn jeugdelftal mogen van mij mislukken zonder dat daar moeilijk over gedaan gaat worden. En dan is daar ineens die geweldige actie die ook de trainer van tevoren niet bedacht zou hebben. De klassieke denkfout is dat een actie pas goed uitgevoerd kan worden nadat die er op de training na eindeloze herhaling ingesleten is. Dat je in feite dus eigenlijk pas na jaren ervaring een bepaald niveau kunt halen. Jong talent bewijst het tegendeel. Ook hier is het omgekeerde het geval: wat bijna alle volwassen spelers hebben afgeleerd is denken en doen als een jeugdspeler: vol enthousiasme iets ondernemen wat je tevoren niet bedacht hebt.

Wie zijn de beste voetballers? Volwassenen die denken en doen als een jongen. Je ziet het nog steeds bij Messi. Als hij aan een actie begint heeft hij zelf geen idee hoe het gaat eindigen. Heerlijk, dat onbevangen onvoorspelbare geniale gepingel. Natuurlijk, je moet van tevoren een bepaalde tactiek doornemen en er is techniek, inzicht en inzet nodig, maar laat jongens jongens zijn en geen vroegoude mannen. Als voetbal vooral een kwestie is van geen fouten mogen maken regeert de angst en krijg je gevaarloos geschuif en blij zijn met 0 – 0.

Het onwaarschijnlijke doelpunt van Marco van Basten tegen de Russen, of dat van Bergkamp tegen de Duitsers, het doelpunt van van Persie tegen Spanje; ze zouden niet gescoord hebben als ze alleen maar geluisterd zouden hebben naar de oeverloze instructies van de trainer.

Dit is ook wat ik zou wensen voor de Kerk. Sta voor je geloof, wees één met de Wereldkerk, maar heb ook de onbevangenheid en onverschrokkenheid van de heiligen. We leven in een angstige tijd, zo hoor ik elke dag. Nee, we leven helemaal niet in een angstige tijd. De tijden zijn nooit anders geweest. Ik schrijf deze column op de dag van St. Bonifatius. Van angst was weinig te bespeuren bij onze geloofsheld, hoewel zijn tijd veel moeilijker was voor de Kerk dan onze tijd. Ik vermoed dat hij ook geen cursus management had gevolgd. Ik vermoed dat ook moeder Teresa en Peerke Donders geen beleidsplan hadden. Niet dat wij onbezonnen aan de slag moeten gaan. Gebruik je verstand. Maar verder graag iets minder gesomber en scorebordpaniek. Graag iets meer enthousiasme zoals dat eigen is aan de jeugd.