In Italië is fase 2
aangekondigd. Vandaag 4 mei komt er enige versoepeling in de
Corona-maatregelen. Tussen neus en lippen deelde premier Conte mee dat deelname
aan publieke kerkelijke vieringen voorlopig niet aan de orde is. Maar zo
ongeveer alle overige sectoren van het maatschappelijk leven kregen goed nieuws
te horen: musea kunnen hun deuren weer openen, er kan weer getraind worden in
teamverband, familiebezoek mag weer en winkels en warenhuizen mogen ook weer
klanten ontvangen. En de kerken? Niks. Nog dezelfde avond lieten de Italiaanse
bisschoppen van zich horen. Ze uitten hun ergernis. Kerken beschikken over meer
ruimte per persoon dan bijna alle andere gelegenheden en zijn prima in staat de
gezondheidsmaatregelen in acht te nemen terwijl de eucharistie gevierd wordt. De
bisschoppen namen het woord “willekeur” zelfs in de mond. De volgende morgen
ontving men al bericht van de premier dat het zijn aandacht had. En de
bisschoppen kregen daarbij ook nog de morele steun van politici en media. Zelfs
het bepaald niet kerkvriendelijke La República nam het voor de bisschoppen op. En
zie, het had effect. De complete lockdown is voorbij; er is weer het een en
ander mogelijk.
Een Duitse bisschop neemt
een geheel andere houding aan. Hij noemt het een “luxeprobleem” dat we vooralsnog
niet ter kerke kunnen gaan. Je zou denken dat hij geen meerwaarde hecht aan een
misviering met een gemeenschap waar je daadwerkelijk het sacrament kunt
ontvangen boven een mis op je computerscherm. Het is waar, je kunt de H.Mis
inderdaad ook op t.v. volgen, maar dat is zoals met een foto: het is niet het
echte. Je kunt je niet warmen aan een foto van een open haard.
Het is echt niet meer te
verdedigen waarom het meevieren in een kerkgebouw nog steeds niet toegestaan is
als je ziet wat allemaal wel toegestaan is. Nogmaals, het thuis meevieren van
een mis in je huiskamer is een noodgreep voor zieken en hulpbehoevenden. Het is
niet hetzelfde. Je geeft door het zo gemakkelijk blijven opschorten van de
zondagsplicht, terwijl met enige inventiviteit er veel mogelijk is, het signaal
af dat we best zonder kunnen. Dat signaal is eigenlijk al veel eerder afgegeven
op plaatsen waar op zondag geen eucharistie gevierd wordt maar de H.Mis met
regelmaat afgewisseld wordt door een woord- en communieviering door een
pastoraal werkster, terwijl er in de nabije omgeving alle gelegenheid is om de
eucharistie te vieren. Door daar niet naar te verwijzen zeg je eigenlijk, och
zo kun je ook wel de zondag vieren.
Daar komt nog iets bij. De
Kerk beroept zich zelden op haar autoriteit. Er wordt zelden opgetreden tegen
bijvoorbeeld liturgische misstanden. In deze Coronatijden zoeken we nogal
gemakkelijk naar bijval van het niet-katholieke publiek. We laten ons van onze
beste kant zien, zo heet het dan, door meer te doen dan wat van ons verlangd
wordt, maar ondertussen nemen we het niet echt op voor onze eigen kerkbetrokken
mensen en treden tegen hen middels decreten directief op, terwijl we ons
anderzijds heel gemakkelijk schikken naar het overheidsbeleid, terwijl daar
toch vragen bij te stellen zijn. Zie Italië. Als we dat niet doen, vrees ik dat
het slecht gaat uitpakken als de coronacrisis eenmaal voorbij is. Je moet je
afvragen of degenen voor wie de kerkgang voornamelijk routine is, de deelname
aan de H.Mis wel zullen gaan missen. Voor velen zal de tv-mis het nieuwe
normaal zijn.