Een grote meerderheid is nog altijd voorstander van Zwarte Piet (het percentage is het afgelopen jaar zelfs iets gestegen). Het argument dat dit fenomeen racistisch zou zijn delen ze niet. Je kunt je natuurlijk de vraag stellen of de meerderheid geen rekening zou moeten houden met de minderheid. Ja, dat moet ze. Maar inmiddels is de vraag eerder andersom: moet de minderheid rekening houden met de meerderheid. Ik merk steeds vaker dat de minderheid dat op geen enkele manier wenst te doen. Zwarte Piet moet en zal uit het straatbeeld verdwijnen, ongeacht wat voorstanders er van vinden. De meerderheid vindt ook de genderdiscussie onzinnig. Toch moet en zal het er bij iedereen ingepompt worden - tot aan rekenboekjes op de basisschool toe - dat degenen die daar voorzichtig enkele vraagtekens bij zetten aanzetten tot haat. Het grote euvel van onze tijd: politieke correctheid. Argumenteren is onmogelijk omdat meteen de discriminatie- of racismekaart getrokken wordt.
Kijk eens naar Facebook en Twitter. Niemand heeft op ze gestemd en toch is hun macht groter dan gekozen volksvertegenwoordigers. Facebook bepaalt of je op dit medium reclame mag maken voor de ongeautoriseerde biografie over Ahmed Aboutaleb. Facebook heeft er de ban over uitgesproken. Einde discussie. Biografieën over Hitler zijn overigens niet problematisch voor Facebook.
Digitale media hebben de weg gebaand voor ongekende mogelijkheden om met elkaar te communiceren en om elkaar te informeren. Maar er is een keerzijde. Op 29 maart dit jaar ging de film “Unplanned” in Amerika in première. Het vertelt het waargebeurde verhaal van Abby Johnson die geconfronteerd wordt met de gang van zaken in een abortuskliniek van Planned Parenthood (zie een eerdere Paarse Peper). Ze schrikt zich dood als ze ziet dat van het ongeboren kind het hoofd van de romp wordt getrokken. Bijna alle grote televisiezenders weigeren de advertentie voor deze film uit te zenden. Twitter besloot de pagina van Unplanned af te sluiten op de dag dat de film in première ging. Zowel Abby Johnson als degene die haar personage in de film speelt (Ashley Bratcher) werden door Twitter geblokkeerd. Ook Google deed de film in de ban: reclame voor de film werd geblokkeerd. Facebook was in deze overigens een positieve uitzondering.
De MPAA (de Amerikaanse Kijkwijzer) gaf de film de classificatie “R”, hetgeen aanduidt dat iedereen onder de 17 jaar de film alleen mag bekijken onder begeleiding van een volwassene. Hiermee geeft de Amerikaanse filmorganisatie ongewild aan dat abortus met fors geweld gepaard gaat. Duidelijk is dat het hier om een politieke aanduiding gaat. Als abortus niet meer is dan het afdrijven van een klompje cellen - zoals zo vaak beweerd wordt - waarom mogen jongelui van 16 jaar deze film dan alleen maar onder toezicht van hun ouders of verzorgers bekijken?
Hier is simpelweg sprake van censuur. Christenen adviseren doorgaans hun kroost om niet naar films met een R-classificatie te gaan vanwege naakt- en geweldscènes of anderszins verontrustende beelden. Maar op deze manier kun je dus ook al niet meer afgaan op de classificatie vanwege een politiek correct besluit om deze aanduiding aan een film te geven. De MPAA en de sociale media zijn de boekverbranders van onze tijd. Ze roepen zichzelf uit tot officier van Justitie en rechter en alles wat niet met hun oordeel strookt wordt ausradiert. Filmproducent Chuck Konzelman verwoordde het aldus: “They don’t suppress hatespeech, they suppress every speech they hate”. Het is natuurlijk bizar dat een vijftienjarig meisje zonder medeweten van haar ouders haar kind kan laten doden, maar dat datzelfde meisje niet naar een film over abortus mag gaan kijken buiten aanwezigheid van haar ouders.
Als er in een abattoir misstanden aan het licht gebracht worden door middel van geheime cameraopnamen, is iedereen ontzet over de beelden en blij dat het naar buiten gekomen is zoadat er aan de misstanden een einde kan komen. Als door middel van geheime cameraopnamen en geluidsfragmenten in een abortuskliniek aan het licht gebracht wordt hoe gruwelijk een kind aan zijn levenseinde komt, worden de beelden verboden en krijgt de journalist een hoge boete voor de negatieve reclame voor de kliniek. Deze week kreeg David Daleiden van de rechter te horen dat hij meer dan twee miljoen dollar aan schadevergoeding moet betalen aan Planned Parenthood, omdat hij aan het licht had gebracht dat de lichaamsdelen van geaborteerde baby’s door Planned Parenthood verkocht worden aan de farmaceutische industrie. Van nog levende baby’s wel te verstaan. Niet alleen Facebook, Google en Twitter, maar ook de officiële rechterlijke instanties laten zich leiden door politieke correctheid. Hoe is het eigenlijk met George Pell? En met het Vaticaan?