Wat is een vrouw? Ook Rome weet het kennelijk niet

Wat is een vrouw? Een simpele vraag. Vergelijkbare vragen zijn: wat is een hond?, wat is een citroen?, wat is water? Dat weet iedereen. Daar hoef je geen definitie van te geven, want iedereen weet gewoon wat het is. Merkwaardigerwijs is ‘wat is een vrouw?’ een omstreden vraag. Politici raken van streek, journalisten ontwijken de vraag, universiteiten ontwijken het antwoord.

De Amerikaanse journalist Matt Walsh stelt de vraag wèl. In zijn documentaire “What is a woman?” stelt Walsh de vraag gortdroog aan passanten op straat, aan artsen, familietherapeuten, genderwetenschappers, aan een psychiater, een psycholoog en een naaktloper in San Francisco. De een begint te stotteren, de ander loopt rood aan, weer een ander wordt kwaad. Niemand die gewoon zegt dat dit toch gewoon duidelijk is. Een vrouw geeft als antwoord: “Sommige vrouwen hebben een penis, sommige vrouwen hebben een vagina”. En zo reutelde de onzin maar door. Totdat Walsh zijn speurtocht naar het antwoord op zijn eenvoudige vraag eindigde in Afrika, bij de Massai. Om de vraag aan de Afrikanen of een man een vrouw kan worden werd keihard gelachen. Dat lijkt mij de enige normale reactie. Zij begrijpen nog dat er zoiets bestaat als een objectieve waarheid, de waarheid die we niet zelf bedenken maar ontdekken. De reactie was simpel en nuchter: “Wat is een vrouw? Wat een stomme vraag! Dat weet toch iedereen!”

Het antwoord dat de biologische wetenschap altijd gegeven heeft, mag niet meer als antwoord gegeven worden. Velen - ook politieke partijen en universiteiten - hebben het gezond verstand vaarwel gezegd en de deconstructie van ‘man’ en ‘vrouw’ in hun politiek manifest opgenomen, of beter gezegd in hun credo. Want het is ideologie. De zwaksten zijn meestal de eerste slachtoffers. In dit geval meisjes in de puberteit. Ze verminken zichzelf onherstelbaar en worden daarbij aangemoedigd door hun omgeving.

Wat is dat toch, die chronische onkunde om doodeenvoudige vragen te beantwoorden? Sommige mensen zijn simpelweg in de war door wat ze om zich heen waarnemen. Maar een grotere groep mensen doet uit politiek-correcte overwegingen alsof ze geen antwoord op de vraag weten. Ze willen hun baan niet kwijtraken. Hoe is het zover gekomen dat we bang zijn om zo’n eenvoudige vraag te beantwoorden? Tot een paar jaar geleden wist iedereen het antwoord.

In Amerika deed een biologische man van 29 jaar mee als een vrouw aan een skateboard wedstrijd. Hij won. De overige deelnemers waren meisjes van gemiddeld 12 jaar oud. Dit transmens schaamde zich nergens voor. Hij beweerde zelfs dat hij geen fysiek voordeel had, terwijl het tegendeel toch echt overduidelijk was. En commentatoren durfden de kleren van de keizer niet te benoemen. Het transmens (ik mag hem kennelijk geen man noemen, maar een vrouw is hij niet) oogste weinig applaus. Voor het publiek was het duidelijk. Een vent van 29 die meedingt in een wedstrijd waarin de overige deelnemers meisjes van 12 jaar zijn, dat is simpelweg niet eerlijk.

Matt Walsh stelde aan een transman de volgende vraag: “Als ik u zeg dat ik een zwarte Afrikaan ben, accepteert u dat?”. Elke normaal mens die deze vraag gesteld wordt door een blanke Amerikaan, zal zich afvragen of deze man wel goed bij zijn hoofd is, maar deze transman draaide enorm om de vraag heen. Hoewel het een stupide vraag is, is ‘nee’ als antwoord kennelijk geen optie. De volgende logische vraag zou dan geweest zijn: waarom moet ik jou dan als man accepteren? De kleren van de keizer is werkelijk een uitermate actueel sprookje.

Bij een hoorzitting sprak Walsh heldere taal:  “Jullie zijn allemaal kindermisbruikers. Jullie jagen op beïnvloedbare kinderen en indoctrineren hen in jullie krankzinnige ideologische cultus, een cultus met vele fanatieke standpunten, maar geen zo gestoord als het idee dat jongens meisjes zijn en meisjes jongens. Door deze verachtelijke onzin aan studenten op te dringen, zelfs door jonge meisjes te dwingen kleedkamers te delen met jongens, ontneemt u deze kinderen veiligheid, privacy, en ook iets fundamentelers, namelijk de waarheid. Als onderwijs niet gebaseerd is op de waarheid, dan is het waardeloos, erger nog, het is vergif. Jullie zijn vergif. Jullie zijn roofdieren. Jullie weten dat jullie ideeën onverdedigbaar zijn, jullie leggen de tegenpartij het zwijgen op omdat jullie geen argumenten hebben. Jullie kunnen je alleen maar onder je bed verstoppen als zielige kleine laffe lafaards, hopend dat we onze mond houden en weggaan. Maar dat doen we niet. Dat beloof ik jullie”.

Driewerf hulde! Waarom liegen we tegen kinderen? Waarom negeren we biologische en wetenschappelijke feiten? Ja, waarom wordt de waarheid geweld aangedaan? Want dat is de kwestie: de waarheid wordt aan kinderen en jongeren onthouden. Waarom laten we het toe dat kinderen zich verminken, want dat is het. Waarom negeren we zelfmoordcijfers. De tragiek van transgenders is immens. Maar dat mag niet gezegd worden, want dat past niet in het ideologisch straatje. Het is het relativisme en subjectivisme dat hieraan ten grondslag ligt dat zegt dat er geen objectieve waarheid is, geen maatstaf waaraan je goed en kwaad kunt afmeten, dat de natuur - en dus ook de mens - niet onderworpen is aan een natuurwet, maar waar naar eigen ontwerp aan gesleuteld kan worden. Maar de natuur is meedogenloos: ga tegen de natuur in en de gevolgen zijn rampzalig. Altijd. Maak een jongen wijs dat hij ook een meisje kan zijn en het minste gevolg is dat hij ernstig in de war raakt.

Waarom doen wij daar niets aan? Gaan die kinderen ons niet ter harte? Hier is een taak voor de Kerk weggelegd en wel om twee redenen. Ten eerste, de Katholieke Kerk heeft nog wel besef van de natuurwet, van objectieve waarheden, en als je daar naar leeft de zin van je bestaan ontdekt. Het is het verval van de christelijke waarden waarop Europa gebouwd is dat aan de grondslag ligt van de terreur van de genderideologie. C.S. Lewis en G.K. Chesterton zijn uitstekend in staat gebleken met heldere argumenten deze transcendente waarheid aan te tonen.

Ten tweede, de Kerk heeft wat goed te maken als het gaat om kindermisbruik. Het zou een prioriteit moeten zijn om kinderen en jongeren te beschermen door zich meer in het debat te mengen en duidelijk uit te spreken. Maar we doen het niet. De geluiden uit Rome gaan over klimaatverandering en dit soort onderwerpen waar je je geen buil aan kunt vallen. Hoe laf! De ineenstorting van christelijke waarden is een veel groter gevaar dan klimaatverandering. Maar nee,  we zijn fijn synodaal bezig met luisteren. Het wordt tijd dat de Kerk zich gaat uitspreken.