Het moment dat Mozes de
10 geboden ontvangt is niet alleen bepalend geweest voor het volk Israël, maar
eveneens een mijlpaal voor de menselijke beschaving. De geboden zijn letterlijk
in steen gebeiteld. De twee stenen tafelen waarin ze vereeuwigd werden vormen
hét kompas om mensen door het leven te leiden, om koers te varen naar de haven,
het einddoel waartoe de mens geschapen is. Zonder kompas blijf je doelloos
ronddobberen, vertwijfeld turend naar de horizon, maar geen idee hebbend wat te
doen met je leven.
De 10 geboden geven aan
wat goed is, en wat niet, wat kwaad is. De 10 geboden hebben het geweten
gevormd van de 12 stammen van Israël, en uiteindelijk van de hele christelijke
beschaving. Het heeft de identiteit verschaft aan het uitverkoren volk en de christelijke
beschaving. Het goede doet je richting haven varen, het kwade tot afdwaling. Vandaar
de aansporing: doe het goede, vermijd het kwade.
De eerste drie geboden
hebben met God van doen, de overige zeven met de medemens: eert God, heb zorg
voor je naaste. Er is een verband tussen de eerste drie en de laatste zeven. Als
je de eerste drie veronachtzaamd, gaan de laatste zeven schuiven. Kijk naar de
geschiedenis. Laat God buiten beschouwing, dan gebeurt er steevast het
volgende: verlies van rechten, inperking van vrijheid, en verlies van
menselijke waardigheid. Zelfs voorchristelijke grootheden als Plato,
Aristoteles en Cicero meenden dat vrijheid, rechten en waardigheid maar voor
een kleine bevoorrechte groep mensen - aristocraten, geleerden - was weggelegd.
De rest moest maar doen wat hun gezegd werd. Slavernij was in hun ogen een
normale zaak. Kinderen die met een handicap geboren
werden liet je aan hun lot over. Kijk eens naar de 20e eeuw, naar Stalin,
Hitler, Mao, Pol Pot. Deze goddeloze regimes maakten miljoenen slachtoffers.
Kijk naar de Franse Revolutie die God dood verklaarde. Vrijheid, gelijkheid en
broederschap golden niet voor degenen op wie de revolutionairen het gemunt
hadden. Hun koppen rolden. “Alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn
meer gelijk dan anderen”, aldus een befaamde uitspraak van George Orwell
(Animal Farm). Daar waar God uit beeld verdwijnt, verdampen ook de
mensenrechten. Ze gelden niet meer voor iedereen.
Hoe je leeft heeft wel degelijk te maken
met wat je gelooft. De veel gehoorde kreet ‘het maakt niet uit wat je gelooft,
als je maar goed bent’ blijkt een valse uitspraak te zijn. Zonder hun geloof in
God zouden St. Franciscus, Peerke Donders, pater Damiaan en Moeder Teresa niet
gedaan hebben wat ze gedaan hebben. Het is niet voor niets dat men zich
verbaasde over de eerste christenen. Zij hadden zorg voor armen, weduwen, voor
vreemdelingen. Dat was helemaal nieuw, dat kende men niet. Waarom zou je je
bekommeren om vreemdelingen? Die liet je gewoon aan hun lot over, die moesten
hun eigen boontjes maar doppen.
Al voordat God de 10 geboden aan Mozes had
gegeven, lezen we een andere schokkende passage in de bijbel. Als Kain zijn
broer Abel gedood heeft, vraagt God: Waar is je broer? Kain antwoordt
onverschillig: Ben ik mijn broeders hoeder? Het schokkende antwoord luidde: Ja!
Nogmaals, in de Romeinse tijd verbaasde men zich over de christenen. Waarom
bekommeren zij zich over anderen die helemaal geen familie zijn, niet tot hun
stam behoren en zelfs vijandig tegenover hen staan? Het heeft alles te maken
met Christus, met hun geloof in God, geloof in een transcendente God, God die
ons oproept tot een goddelijk leven, tot zorg voor elkaar.
Onze seculiere tijd heeft niets met de
eerste drie geboden (die betrekking hebben op God) en kan zich wel in meerdere
of mindere mate vinden in de overige geboden. Inderdaad, in meer of mindere
mate, want je ziet zaken verschuiven. ‘Gij zult niet doden’, maar we maken
graag een uitzondering voor het ongeboren kind of voor de kwetsbare oudere, om
maar een voorbeeld te noemen. Als God uit beeld is verdwenen, is ook het
ijkpunt uit beeld verdwenen. De toevallige meerderheid in het parlement beslist
dan wat goed en kwaad is, wat geoorloofd is en wat niet. En bij een volgend
parlement is wat nu ondeugdelijk is ineens geen kwaad meer. We zijn het besef
verloren dat moraal, dat goed en kwaad, geen uitvinding is van mensen, maar
iets dat ons gegeven is, wat we ontdekt hebben. Zoals de zwaartekracht geen
uitvinding van mensen is, maar een ontdekking van hoe de werkelijkheid in
elkaar steekt. Zoals ook wiskunde geen uitvinding is van geleerden; geleerden
hebben ontdekt dat twee plus drie vijf is, onafhankelijk van hoeveel mensen dit
accepteren of afwijzen.
Ondanks spectaculaire vooruitgang op gebied
van wetenschap en techniek gaat de moraal er bepaald niet op vooruit. Een
typisch christelijk aspect is de zorg voor de gemeenschap, voor de ander die
in de problemen zit. Waar christendom verdwijnt, viert het individualisme
hoogtij. Dan bepaalt ook ieder voor zich wat goed en kwaad is, want er zijn
geen gemeenschappelijke waarden meer. Ai ai ai, dan komt de een tegenóver de
ander te staan, daar gaat het goed mis.
De mens is altijd al immoreel geweest. Het
begin al met Kain en Abel, en het hield nooit meer op. Kijk naar
geschiedenisboeken tot op de dag van vandaag toe. Maar er was wel één ding: ze
wisten dat het niet goed was. En dat is dan weer wel goed. Dan is er kans op
inkeer, op verbetering. Maar in een tijd als de onze waar iedereen zélf wel
uitmaakt wat goed en kwaad is, waar er geen ijkpunt meer is, geen maatstaf die
voor iedereen geldt, dan zijn we een stuk slechter af.
En dan nog iets: daar waar God uit beeld is
verdwenen, is ook geen plaats meer voor vergeving. Vergeving is een typisch
christelijk begrip. Als je zelf om vergeving vraagt omdat je beseft dat je
tekortgeschoten bent, dat maakt je milder voor andermans tekortkomingen. Ik
merk dat in onze seculiere wereld geen plaats meer is voor vergeving. Wat
blijft er dan over: de beschuldigende vinger. Martin Luther King vroeg destijds
aandacht voor ongerechtigheid, voor rassendiscriminatie. Maar hij vroeg ook
nadrukkelijk aandacht voor vergeving. Dat is het verschil met de Black Lives
Matter beweging. Daar is geen plaats voor vergeving, maar alleen voor
schuld. Als onrecht begaan is is het
terecht dat men gerechtigheid eist. Denk aan Me Too en George Floyd. Maar als
er geen plaats is voor vergeving, leidt het uitsluitend tot oog om oog, tot
geweld, tot ‘je zult er voor boeten!’ Ik schrok deze week van president Joe
Biden. In een persconferentie naar aanleiding van de aanslag in Afghanistan
waarbij diverse Amerikanen om het leven kwamen: “Amerika zal dit niet
vergeven….”. Letterlijk genadeloos. Oog om oog, tand om tand.
Je ziet het bij Cancel Culture: naming and
shaming. Afwijkende meningen worden niet geduld. Slachtoffers zijn de nieuwe
helden. Vergeving wordt zelfs gezien als onrecht. Ja, er zijn slachtoffers.
Denk aan holocaust, denk aan de slavernij. Benoem dat en blijf het in
herinnering roepen. Maar het slaat nu volledig door. Jouw situatie is altijd de
schuld van een ander. Als je je beledigd voelt zal er iemand moeten boeten, ook
al was er geen enkele intentie tot belediging. Kijk naar social media waar
iedereen de schuld geeft aan iedereen en nooit de hand in eigen boezem steekt.
Maar dan ook helemaal nooit.
Heeft de secularisatie hier mee te maken?
Wel degelijk. Waar God uit beeld verdwijnt, verdwijnt niet het moralisme, maar
wordt het honderd keer erger. Je moet woke zijn, anders deug je niet. Je moet
een regenboogvlag ophangen, anders deug je niet. Je moet je kinderen voorhouden
dat ze zelf kunnen kiezen of ze een jongetje of een meisje zijn, anders deug je
niet. Je moet politiek correct zijn, anders deug je niet. Je moet…..