We zitten in de 89e minuut van de kwart-finale van het WK. Het staat nog altijd 0-1 door een doelpunt gescoord uit een penalty in de 10e minuut van de wedstrijd nadat Schopenhauer op smerige wijze Rousseau had neergehaald in het strafschopgebied. Sindsdien is er eigenlijk niet veel meer gebeurd. De Duitse verdedigers schuiven elkaar eindeloos risicoloos de bal toe. De Fransen vinden het prima. Ze drinken wijn en voeren gesprekken over literatuur.
Maar wacht eens even, daar komt Jean Paul Sartre! Hij pakt de bal in zijn handen, rent naar de goal, onderwijl ‘ultieme vrijheid, radicale vrijheid’ schreeuwend. En hij gooit de bal in de goal! Wat doet de scheidsrechter?
De Fransen bepleiten een geldig doelpunt.
Sartre: “De handelingsvrijheid van het individu overstijgt alle regels”.
Derrida: “Om te beginnen, de regel is nooit 100% duidelijk geweest. Niemand kan precies aangeven wat een ‘handsbal’ nu eigenlijk is”.
Foucault: “De regels van het spel zijn onderdrukkend. We zouden op zijn minst 2 punten moeten krijgen voor Sartre’s briljante kritiek op de machtsstructuur van de scheidsrechtersregels”.
Maar nee, de scheidsrechter wil er niets van weten en geeft Sartre een rode kaart. Duitsland ruikt nu zijn kans. Maar het ziet er weinig rooskleurig uit. De Duitsers liggen verslagen op het veld. Het lijkt wel of Camus hen overtuigd heeft dat voetbal ten diepste een absurd spel is, en dat het niet uitmaakt of je wint of verliest.
Maar dan staat aanvoerder Nietzsche op. Hij probeert zijn ploeggenoten ervan te overtuigen dat zij hun eigen betekenis kunnen creƫren door wilskracht. Maar dat helpt niet echt, want je kunt niet weten of het scoren van een doelpunt waarde heeft voor de betekenis die ze eraan geven.
Dan staat Marx plotseling op. Hij lijkt een idee te hebben: “Meine gute, Hegel, weet je dan niet dat de enige taak van de filosoof is om het spel te interpreteren; het is zijn taak om de score te veranderen!
Marx neemt de bal mee, passt naar Nietzsche, die de bal terugkaatst naar Marx, die met een briljante omhaal tegen de onderkant van de lat schiet. De bal wordt op de lijn gestopt door keeper Braudillard. Of was de bal over de lijn?! Drama in blessuretijd! Doellijntechnologie moet helderheid verschaffen. Geen goal! De Fransen staan nog altijd met 0-1 voor.
Nu gaan de Duitsers hun zaak bepleiten.
Kant: “Luister eens scheids, het is duidelijk dat de bal in de fenomenale wereld niet over de lijn was, maar je kunt onmogelijk weten of het een goal was in de noumenale wereld!
Heidegger: “Deze technologie kun je niet vertrouwen. Het dient alleen maar om je te vervreemden van het zijnde. Wat zeggen jouw eigen ogen je?”
Hegel: “Dit is een klassiek geval: we hebben een these, geen doelpunt, en een antithese, wel een doelpunt. Daaruit volgt de synthese. Je moet ons een half doelpunt geven”.
In spanning wachten beide partijen de beslissing van scheidsrechter Confucius af.
GEEN GOAL!! Vervolgens fluit hij de wedstrijd af. De Duitsers zijn zwaar ontmoedigd. Marx is niet geslaagd in zijn poging de wedstrijd in zijn voordeel te doen kantelen. En de Fransen? Nou ja, die drinken nog steeds wijn…..